Zelfs iets ogenschijnlijk vanzelfsprekends als plantengroei steunt op ingewikkelde biologische mechanismen. Auxine is een belangrijk groeihormoon uit planten, maar het heeft tegengestelde effecten voor scheuten en wortels. Scheuten moeten omhoog groeien, tegen de zwaartekracht in, terwijl wortels de omgekeerde weg volgen. Auxine stimuleert de groei van scheuten door een cellulaire verzuring te organiseren, waardoor cellen gaan uitrekken. Parallel daarmee remt het de wortels, waardoor die een andere beweging volgen.

Plantenbioloog Wouter Smet (UGent/VIB) en zijn collega’s beschrijven in Nature twee verschillende cellulaire mechanismen waarmee het hormoon in de zandraket – het plantenequivalent van het fruitvliegje in het laboratorium – de groei van wortels stuurt. De twee systemen hebben een tegenovergestelde werking, en de balans tussen hen bepaalt het resultaat. Zo kunnen wortels hun groeiproces efficiënt aanpassen aan de omstandigheden waarmee ze in hun bodem te maken krijgen.

Andere onderzoekers rapporteren in Science wat er gebeurt in de centromeren van de zandraket. Centromeren zijn lange stukken DNA waar twee chromosomen – die van de moeder en de vader – samenhangen aan elkaar. Omdat ze cruciaal zijn voor efficiënte celdeling is het belangrijk dat ze goed worden onderzocht.