Paul Bistiaux (Antwerp) ‘In tweede ben je veroordeeld tot de bedelstaf’

ANTUN DUNKOVIC (MET TUBEKE-AANVOERDER GREGOIRE NEELS) 'Constant een beroep doen op de goodwill van mensen, en zaken beloven waarvan je weet dat je ze niet kunt nakomen, dat blijf je niet volhouden.' © LAURENT DUBRULE/REPORTERS

Royal Antwerp FC verandert na zeven troosteloze jaren in tweede het geweer van schouder met de inbreng van Jos Verhaegen, zelf opzijgeschoven door Beerschot. ‘We konden geen kant meer op’, zegt secretaris Paul Bistiaux.

Voetbal is soms bikkelhard. Niets- ontziende tackles, rancune, afrekeningen, rode kaarten, uitsluitingen. Ze beperken zich niet tot de grasmat. Ook buiten het veld gaat het er vaak hard, onverbiddelijk toe. Een gevecht van ego’s om de macht.

Zo rekende Germinal Beerschot op het eind van vorig seizoen zwaar af met zijn voorzitter Jos Verhaegen, nochtans tot twee keer toe de reddende engel op het Kiel. Middels uitgekookte manoeuvres haalde projectontwikkelaar Patrick Vanoppen zowat alle aandelen naar zich toe en schoof alles en iedereen zonder pardon aan de kant. Germinal weggevlakt uit het logo, de oude beer weer helemaal springlevend. Supporters zagen het graag gebeuren – de laatste jaren was de club van het Kiel een grijze muis geworden. Twaalf jaar na de ‘historische’ en protserige presentatie van de Antwerpse fusieclub in het Kasteel van Brasschaat was het verhaal Germinal en Verhaegen hopeloos ten einde.

Maar aan de andere kant van de stad ligt de Bosuil. Aftands, vervallen. Nog altijd de hel van Deurne, zij het met een minder positieve connotatie. En de club zelf, met het trotse stamnummer 1, weggedeemsterd en in hoge financiële nood. Al jaren. Deurwaarders en schuldeisers vinden er gemakkelijk de weg, zonder gps.

Dat geldt gelukkig ook nog voor de onverbeterlijke supporters, die hun geloof in de Great Old blijven bewaren, zelfs als hun ploeg niet meer opgewassen blijkt tegen kleine garnalen als Wetteren en Heist. Ze doen het dan maar met een 1-0-overwinning in een ‘vriendschappelijke’ wedstrijd tegen de vijand van het Kiel: met 12.000 vierden ze uitzinnig de zege, als hadden ze de Champions League gewonnen. In elk geval waren ze weer even ‘de ploeg van ’t stad’.

Antwerp is een slapende reus. Niemand die het beter weet dan Jos Verhaegen. Meteen na zijn defenestratie op Beerschot werd hij met zijn schoonzoon Gunther Hofmans (vroeger zelf een goede voetballer bij Germinal Ekeren en ooit maker van vijf goals in één match op de Bosuil) opgemerkt achter de glazen wand vanwaar voorzitter Eddy Wauters de lamentabele prestaties van zijn elftal met weemoed volgt.

Antwerp is in alle opzichten de club van Eddy Wauters, 42 jaar president, alles meegemaakt, de gloriejaren met als hoogtepunt de Europese finale op Wembley, en natuurlijk ook de pijnlijke neergang van rood-wit. Jos Verhaegen – rancuneus of gebeten door het voetbal, wie zal het zeggen? – was bereid om gesprekken aan te knopen en mee een reddingsplan uit te werken. De erevoorzitter van Beerschot stuurde zijn gedreven schoonzoon, mee opgestapt als manager bij paars-wit, in de vuurlinie.

Het werden maandenlange onderhandelingen. Niet van harte vanwege Wauters, die ondertussen nog andere sporen aftastte. Naar het voorbeeld van Belgische politici werden de onderhandelingen afgerond in de nacht van 4 op 5 augustus; ze draaiden haast uitsluitend rond de financiële gezondmaking van de club. Een eerste injectie van een half miljoen euro moest Antwerp afhelpen van het transferverbod en het de nodige licentie bezorgen. Op de fandag was Gun-ther Hofmans de nieuwe held, net als zijn schoonvader dat twaalf jaar eerder was bij Germinal Beerschot.

Het voetbal blijft een vreemde, onberekenbare wereld. Maar voor Antwerp moet het nieuwe project een ingrijpende koerswijziging worden, een breuk met het verleden, een scharniermoment.

Paul Bistiaux: Dat moet nog blijken. De geschiedenis wordt nadien geschreven. We snakken al jaren naar het herstel van de oude waarden, de vroegere glorie. Ik hoop, zonder enige ironie, dat dit het is. De club is ouder dan wij allemaal, toen ik geboren werd, bestond Antwerp al 71 jaar. Ook de geschiedenis van een voetbalclub verloopt in cycli, zoals het leven zelf, opgang, terugval. Deze cyclus was uitgewerkt, te lang dezelfde mensen, hetzelfde stramien, dezelfde werkwijze. Dat heeft lang goed gewerkt, maar de verschraling is ingetreden. Dan is het tijd voor een nieuw elan, voor frisse ideeën, voor een verse injectie vooral.

Of, realistisch: voor het wegwerken van schulden. Twintig miljoen.

Bistiaux: Dat cijfer is niet helemaal juist. Schulden waren er altijd op de Bosuil. De club bestond bij wijze van spreken bij de gratie van mensen die Antwerp een goed hart toedroegen, vrienden, rijke families die bereid waren om financieel te ondersteunen. Die zagen dat nooit als een belegging en wisten ook wel dat de kans dat ze hun geld ooit terugzagen niet heel groot was. Ze hielden Antwerp al die tijd boven water zonder daar enig eigenbelang bij te zoeken. Met voorop de voorzitter.

Maar dat blijft niet duren, we raakten op een dood spoor. Er was nauwelijks nog tijd voor voetbalmanagement, wel voor crisisvergaderingen in de trant van: ‘Wie kent nog iemand, wie kunnen we nog bellen?’ Constant een beroep doen op de goodwill van mensen, en zaken beloven waarvan je weet dat je ze niet kunt nakomen, dat blijf je niet volhouden. Frustrerend. Het was echt aanmodderen. Ook onze samenwerking met Manchester United is daardoor op een laag pitje komen te staan.

En dus kwam Jos Verhaegen als van God gezonden.

Bistiaux: Niet iedereen binnen de club was ervan overtuigd dat dit een goede zaak was. Begrijpelijk, niemand geeft zijn kind graag uit handen. Toch hebben we niet het gevoel dat we Antwerp verkocht hebben, of dat er sprake is van een overname zoals je hier en daar leest. Nee, er is een overeenkomst, een fundamentele omvorming en die is goedgekeurd door de raad van bestuur en de algemene vergadering.

De nv Royal Antwerp FC Management, die door Gunther Hofmans wordt geleid, krijgt de volledige sportieve, financiële en commerciële eindverantwoordelijkheid, en daarnaast blijft ook de oude vereniging bestaan. Op langere termijn moet dat leiden tot een soort osmose waarin die vzw zal verdwijnen, maar voorlopig blijft ze de behoeder van het stamnummer.

Dat is niet veel.

Bistiaux: Het is vooral symbolisch, dat is waar, maar toch niet onbelangrijk. De groep Verhaegen weet ook wel dat Antwerp een brand is, een heel sterk merk waarvan de laatste tijd niet meteen optimaal gebruik is gemaakt. Dat kan veranderen. Zeker als Antwerp wegkomt uit de hel van tweede klasse en erin slaagt de rekeningen op tijd te betalen. Het ene is gelinkt aan het andere.

Alleen in eerste klasse heb je de middelen om je budget in evenwicht te houden, in tweede ben je veroordeeld tot de bedelstaf, daar valt geen geld te verdienen, dat is de woestijn. Geen tv-rechten, geen publiciteit, geen verkoop van spelers, geen kans op play-offs, geen UEFA-voetbal enzovoort. Ik heb dat probleem al uitvoerig aangekaart bij Steven Martens, de secretaris-generaal van de Voetbalbond. Die beseft ook dat de kloof te groot is, en hij heeft me beloofd een project uit te werken. Ik mag hopen dat hij daar werk van maakt.

Hij kan er wel niet voor zorgen dat Antwerp promoveert.

Bistiaux: Dat is ook zo. Als we na zeven jaar nog altijd ter plaatse trappelen, ligt dat in de eerste plaats aan onszelf. Tegelijk verzet ik me tegen de eenzijdige visie dat vroeger alles slecht was; je mag de verdiensten van het ancien régime niet onderschatten. Het schip is niet gezonken, het drijft nog. Maar het is almaar moeilijker geworden om de poort naar eerste klasse te forceren, want in de eindronde kom je nu ook een eersteklasser tegen. Zakken en meteen opnieuw promoveren, zoals Antwerp gedaan heeft in 2000, kan niet meer. Roger Lambrecht van Lokeren droomt van een numerus clausus zoals in de Amerikaanse NBA, en ik begrijp dat. Mocht ik erbij zijn, ik zou ook de vurigste verdediger zijn van dat systeem, ik durf dat te zeggen.

Ligt er nu niet ontzettend veel druk op de club? Jullie moeten hoe dan ook naar eerste, en zo hebben de supporters dat ook begrepen. Volgend seizoen de derby tegen Beerschot. En dan nog winnen ook.

Bistiaux: Ik ben de eerste om mij af te zetten tegen al die holle slogans en die opgeklopte verwachtingen. Het wordt niet eenvoudig. Ik kan je wel zeggen dat de mensen die aan boord zijn gekomen hard gewerkt hebben. Gunther Hofmans heeft er zeker voor gezorgd dat de ploeg versterkt is, in alle compartimenten. Theo Defourny, Dennis Viane, Tosin Dosunmu, Guy Dufour, Antun Dunkovic, en zeker ook de Roemeen Andrei Ionescu moeten echt wel een meerwaarde zijn, en dan nog is de ploeg niet af.

Bedoelt u dat Manchester United in de gegeven omstandigheden de club weer spelers wil leveren?

Bistiaux: We hebben die samenwerking met spijt zien afbrokkelen, vooral omdat we een paar afspraken niet meer konden nakomen. We kregen uitstekende spelers als Frazier Campbell, Darron Gibson, Luke Chadwick, Jonny Evans en John O’Shea. Manchester betaalde de lonen van die jongens, maar wij zelf konden op een bepaald moment zelfs niet meer instaan voor een auto, of we kregen problemen met de huur van hun studio. Tja, dan houdt het op.

Toch is de relatie altijd hartelijk gebleven. Die samenwerking is een beetje mijn levenswerk, en dus ben ik met het nieuwe project naar Alex Ferguson gestapt, samen met Gunther Hofmans. Ons krediet is kennelijk niet op, ze geloven erin. Dit is een gedroomd moment om onze relatie te revitaliseren. Bij Manchester beseffen ze ook wel dat de tussenstap bij Antwerp voor hun spelers een goede zaak is geweest. Een tiental van hen spelen nu in de Premier League: bij Manchester zelf, bij Stoke City, Sunderland en andere.

De problemen van ‘die andere club’, zoals jullie Beerschot steevast noemen, komen jullie wel goed uit. Verhaegen en Hofmans worden door jullie supporters in de armen gesloten. Je vraagt je dan toch af waarom een fusie altijd onbespreekbaar is gebleven.

Bistiaux: U maakt een fundamentele denkfout. In de hoofden van onze supporters vertegenwoordigen die mensen niet Beerschot, maar wel Germinal Ekeren. Jos Verhaegen en René Snelders zijn heren die een kleine club groot hebben gemaakt, die door allerlei omstandigheden in het Beerschotverhaal verzeild zijn geraakt, daar nooit echt aanvaard zijn en daar dan ook nog weggejaagd zijn. Er was altijd al een behoorlijke affiniteit tussen Germinal Ekeren en Antwerp. Een vergelijkbare clubcultuur. Verhaegen en Snelders hebben trouwens nog bij Antwerp gevoetbald. En nog vóór de fusie op het Kiel waren er al gesprekken tussen Wauters en Verhaegen. Je kunt het nu betreuren dat dit toen niet tot een samenwerking heeft geleid, dat is waar.

En dan dat eeuwige stadionprobleem. Klopt het dat de groep Verhaegen het liefst de Bosuil zou afbreken en daar een nieuw stadion wil bouwen?

Bistiaux: Ik kan daar geen zinnig woord over zeggen. Er zijn de plannen van het stadsbestuur voor een gemeenschappelijk stadion op Petroleum-Zuid. We zijn daar altijd in meegegaan, niet met vurig enthousiasme want we zouden natuurlijk liever op de Bosuil blijven. Maar als je een gloednieuw stadion aangeboden krijgt, zou je wel gek moeten zijn daar niet op in te gaan. Maar onze grootste voorwaarde is dat we op basis van gelijkwaardigheid behandeld worden. Het sociale weefsel van de club is immens. Het mag raar klinken, maar wij hebben een enorm potentieel van 100.000 toeschouwers die nooit komen. Wij hebben de best denkbare supporters, maar we doen daar te weinig mee. Dat gaat veranderen.

Tot slot, hoe voelt een vaste waarde als u zich wanneer hij overrompeld wordt door nieuwe mensen die het voor het zeggen hebben?

Bistiaux: Ik bestorm de hemel niet meer, ik heb veel geleerd. De overwinning heeft vele vaders, de nederlaag is een weeskind. Herodotus. Op de bange momenten stonden we alleen in de woestijn. Dat is nu voorbij, ik ben gelukkiger dan vroeger. Nieuwe bazen, nieuwe wetten, dat stoort me niet. Ik ben een bescheiden voetnoot bij Antwerp. Voor mij telt het hogere doel: de club en niets dan de club.

Zo helpe u God?

Bistiaux: U moet nu ook niet overdrijven.

DOOR LEO DE VOS

‘We hebben niet het gevoel dat we Antwerp verkocht hebben, of dat er sprake is van een overname.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Expertise