Op het golfterrein sloeg de verveling toe en dus broedt selfmade man Philip Cracco, ex-ceo van Accent Jobs, alweer op nieuwe plannen. ‘Passie, daar draait het om als je zakelijk succes wilt boeken.’
Zakenman Philip Cracco (53), geföhnde haren, felblauw pak, gele schoenen, designbril op de neus en het obligate Rodania-horloge om de pols, is net terug van een zakenreis naar Hongkong. Cracco is daar promotie gaan maken voor zijn horloges en juwelen. Verkopen zit de man in het bloed. Voor de foto’s bij het interview wil hij het liefst pal voor zijn collecties en reclameborden poseren.
Ook op televisie verkoopt Cracco zichzelf tegenwoordig. De West-Vlaamse ondernemer en zijn twintig jaar jongere vriendin Aisha, een Vlaamse met Aziatische roots die ooit nog namens het Vlaams Belang in de gemeenteraad van Lokeren zat, zijn sinds dit seizoen te bewonderen in The Sky is the Limit. Dat realityprogramma op VIER over het leven van puissant rijke Vlamingen geeft een bij momenten deprimerende inkijk in de lege wereld van opzichtige villa’s, protserige sportauto’s en decadent dure kleren en hobby’s. Dat geld niet per se gelukkig maakt, is inmiddels ook weer bewezen, nadat een van de deelnemers vermist raakte na een relatiebreuk. Maar de door Philip Cracco op televisie geëtaleerde extravaganza lijkt toch van een andere orde en op de eerste plaats een bestudeerde marketingstrategie. Als een deel van de kijkers straks maar een van mijn horloges koopt, zie je hem denken.
Cracco maakte fortuin met het uitzendkantoor Accent, door hem mee opgericht in 1995 en al snel uitgegroeid tot een grote speler in Vlaanderen. Twee jaar geleden deed Cracco zijn aandelen voor 80 miljoen euro van de hand. Sindsdien prijkt hij in de top 200 van rijkste Belgen, waar hij rond de 180e plaats schommelt. Accent Jobs kwam recent en niet voor het eerst in opspraak vanwege nauwelijks verholen pogingen om sociale verkiezingen in het bedrijf te saboteren. De bedrijfsleiding beloofde het personeel een iPhone en een extra vakantiedag indien niemand zich kandidaat zou stellen. In de loop der jaren is het personeelsbeleid van Accent vaak het voorwerp van controverse geweest. Hypercompetitief, met een groot personeelsverloop, en met lage basislonen en hoge bonussen voor medewerkers die hun wekelijkse targets halen. Dat personeelsbeleid komt uit de koker van Philip Cracco, die erom bekend stond zijn bij voorkeur vrouwelijke medewerksters te belonen met dure handtassen en snoepreisjes.
‘Maar over Accent wil en mag ik vandaag echt niets zeggen. Ik heb een zwijgcontract getekend en dus moet ik voorzichtig zijn’, zegt Philip Cracco in een bescheiden kantoor in Wemmel, waar de zetel van Rodania is gevestigd. Cracco wil ook zijn toekomstplannen gaaf houden. De man is immers niet alleen een fuifnummer met een voorliefde voor knappe vrouwen, maar ook een autodidact die zich op grond van hard werken en een scherp zakelijk instinct een weg naar de top heeft getimmerd.
‘Ik feest wel eens graag, maar meestal ben ik gewoon hard aan het werk’, aldus Cracco. ‘Mijn leven is helemaal niet zo sexy. In The Sky zien de mensen alleen de leuke dingen. Maar dat is slechts twee procent van mijn tijd. Maar als ze mij tijdens mijn werk zouden filmen, urenlang vergaderen en onderweg zijn, vrees ik dat VIER nog vier kijkers overhoudt.’
The Sky is the Limit is sowieso onbetaalbare reclame voor Rodania.
PHILIP CRACCO: Anders zou ik het ook niet gedaan hebben. Alles wat ik doe, doe ik om mijn bedrijven vooruit te helpen. Ik rij bijvoorbeeld met een oldtimer omdat ik oldtimers koop en verkoop. Verder wil ik met mijn deelname aan The Sky ook het ondernemerschap promoten bij het grote publiek.
U was anders niet voor het bedrijfsleven in de wieg gelegd.
CRACCO: Klopt. Ik ben opgegroeid in een achtergestelde buurt in Roeselare – geen sloppenwijk, zoals een journalist ooit schreef, die bestaan niet in Roeselare. Mijn vader heb ik nooit gekend en mijn moeder werkte in een fabriek. Toen ik zestien was, zei mijn moeder dat ik maar beter kon gaan werken. Studeren was niet voor mensen zoals wij. Dat heb ik dan ook gedaan, maar de gedachte heel mijn leven in een fabriek te moeten werken, vond ik verschrikkelijk. Toen ben ik mijn legerdienst gaan doen en heb ik in het leger geprobeerd carrière te maken. Door omstandigheden is dat mislukt, maar ik wilde vooruit. En eigenlijk is het allemaal begonnen met de verkoop van zelfgemaakte schilderijen. Op mijn 21e had ik 26 schilderijtjes gemaakt die ik had tentoongesteld in het Alfons Blommemuseum in Roeselare, dat je als inwoner goedkoop kon huren. Al mijn spaarcenten had ik erin gestopt.
Wat voor schilderijen waren dat?
CRACCO: Winterlandschapjes, zeegezichten, dat soort zaken. Maar het bleek wel aan te slaan. De eerste dagen liepen de mensen de tentoonstellingsruimte gewoon binnen en buiten. Zo lukt het niet, zei ik bij mezelf, ik zal mijn koopwaar toch wat actiever aan de man moeten brengen. Dus toen een koppel op een bepaald moment naar een schilderij stond te kijken, vroeg ik hen of dat niet mooi boven hun dressoir zou hangen. (lacht) Ze keken elkaar aan en zeiden dat er boven hun dressoir geen plek was, ‘maar misschien wel in de gang’. En toen was ik vertrokken.
Toen hebt u ontdekt dat u kunt verkopen?
CRACCO: Je moet natuurlijk een goed product hebben. Die schilderijtjes vonden mensen blijkbaar mooi en ze waren ook niet duur, maar ik verkocht er wel 24 van de 26. Daarna heb ik ontslag genomen uit de fabriek. Overdag verkocht ik kopieermachines, ’s avonds nieuwbouwwoningen. Vervolgens ben ik gaan werken bij een uitzendkantoor, maar na een paar jaar begon de entrepreneursmicrobe te kriebelen. In 1995 ben ik gestart met mijn eerste uitzendkantoor in Roeselare. Tachtig vierkante meter, met Ikeastoeltjes om de kosten te drukken. Maar vanaf dag één ging het ons voor de wind en om de drie jaar heb ik vervolgens het bedrijf verdubbeld qua aantal werknemers, omzet en winst. Toen ik Accent twee jaar geleden verkocht, hadden we 270 kantoren, 340 miljoen euro omzet en 1100 medewerkers.
Vindt u dat er in Vlaanderen genoeg respect is voor ondernemers?
CRACCO: Helemaal niet. In tegenstelling tot bijvoorbeeld de Verenigde Staten. Daar mag je als ondernemer ook mislukken, wat in België totaal niet kan. Als je in België een faillissement aan je been hebt, is dat een ramp. In Amerika feliciteert men je omdat je het tenminste geprobeerd hebt.
Maar hoe wordt dan in Vlaanderen naar ondernemers gekeken?
CRACCO: Als je als ondernemer in Vlaanderen succesvol bent, bekijken mensen je alsof je iets hebt mispeuterd. Terwijl ondernemers zorgen voor banen, socialezekerheidsbijdragen en belastinginkomsten. U wilt niet weten hoeveel miljoenen ik al aan de staat heb betaald. Maar daar krijg je nooit waardering voor.
Is het ondernemersklimaat verbeterd nu we een centrumrechtse regering hebben?
CRACCO: Eerlijk? Daar ben ik helemaal niet mee bezig. De belastingdruk in België is natuurlijk heel hoog en de loonlasten zijn een handicap. Er zijn twee zekerheden in het leven: death and taxes. Meer vrijheid om te ondernemen zou al heel mooi zijn. Al ben ik ook een groot voorstander van een flat tax, maar met zeer hoge boetes voor wie dan nog de kluit belazerd.
Ziet u zichzelf sinds de verkoop van Accent nog steeds als een ondernemer of bent u vandaag een investeerder?
CRACCO: Toch eerder een ondernemer, want eigenlijk ben ik een slechte investeerder. Het ondernemerschap zit er bij mij gewoon ingebakken. Over ruim een jaar vervalt mijn non-compete-clausule en kan ik eindelijk opnieuw beginnen in de uitzendsector, wat ik ook ga doen.
O ja?
CRACCO: Reken maar! Ik kom terug met mijn eigen uitzendbedrijf, maar een nieuwe versie, het uitzendkantoor 3.0 zeg maar.
Wat houdt dat in, het uitzendkantoor van de toekomst?
CRACCO: Dat wil ik op dit moment nog niet uit de doeken doen, want het project zit in de denktankfase. Maar wat ik in mijn hoofd heb, is in elk geval nog niet op de markt. Er is ruimte voor nieuwe spelers, want ik geloof rotsvast dat flexibele werkgelegenheid de toekomst is.
Waarom wilt u opnieuw in de uitzendsector actief worden? Verveelt u zich met uw horloges?
CRACCO: Helemaal niet. Maar ik ken het metier goed en ik denk dat de uitzendsector aan vernieuwing toe is en dat ik dat voor elkaar kan krijgen. Het is gewoon iets wat ik graag doe, mijn passie, en daar draait het om als je zakelijk succes wilt boeken.
Er zijn ook veel mensen die ondanks de passie op hun bek gaan. Kun je dat eigenlijk leren, succesvol ondernemen?
CRACCO: Volgens mij niet. Een passie hebben, is toch het allerbelangrijkste. Zonder lukt het niet. Maar behalve een passie heb je natuurlijk ook veel inzet en een goed buikgevoel nodig.
Hoe komt het dat veel jonge Vlamingen een afkeer van ondernemen lijken te hebben?
CRACCO: Omdat wij het ondernemerschap veel te weinig aanmoedigen. Laat ik een voorbeeld geven om dat te illustreren. Het eerste wat ze je leren in een managementschool, ik heb het zelf ook meegemaakt, is risicoanalyse. Hoe wil je nu toekomstige ondernemers maken als je niets anders doet dan risicoanalyse? Leer toekomstige ondernemers kansen en opportuniteiten zoeken in plaats van risico’s. Bekijk het met andere woorden van de andere kant. Bij Rodania hebben we soms eindeloze discussies over de kostprijs van een horloge. Jongens toch. Niet de kostprijs is het belangrijkste, wel het aantal horloges dat je kunt verkopen. Of het maken van een horloge nu drie, zes of zestig centiem duurder is, maakt echt niet veel verschil. Maar als je morgen 100.000 in plaats van 10.000 horloges kunt verkopen: that makes a big difference!
U bent steenrijk geworden met de verkoop van Accent.
CRACCO: (onderbreekt) Ik heb moeite met het woord steenrijk. Ik heb een hoop geld op mijn bankrekening, maar ik voel me niet rijk. Rijk word je pas als men in je familie al zeven generaties lang rijk is. Rijk zijn is immers ook een mentaliteit. Maar als ik schoenen van 180 euro wil, kijk ik eerst of ik ze niet in de solden kan kopen. Dat zit er nog altijd in. En als ik een vipparking oprijd en het regent en ik zie de parkeerwachter staan die alles in goede banen leidt, dan heb ik daar nog altijd ongelooflijk veel respect voor want voor hetzelfde geld stond ik daar. Het had namelijk evengoed niks kunnen worden.
Steenrijk of niet, u hebt genoeg op uw bankrekening staan om te kunnen stoppen met werken. Zou u niet liever heel de dag aan uw zwembad of visvijver liggen?
CRACCO: Na de verkoop van Accent heb ik wat tijd voor mezelf genomen, na jaren hard labeur. Maar daar sta je dan op het golfplein, met mensen van 75 jaar. Met alle sympathie hoor, ik hoop dat ik op die leeftijd ook nog altijd een balletje kan slaan, maar het idee om zo de rest van mijn dagen te slijten, schrikt me af. Ik heb heel mijn leven hard gewerkt, dat krijg je er niet meer uit. Ik ben dan ook heel gelukkig dat ik met Rodania bezig kan zijn en ik hoop dat het me lukt om dat merk opnieuw op de kaart te zetten, in combinatie met binnenkort weer mijn eigen uitzendbedrijf.
Door uw deelname aan The Sky is the Limit geeft u ook een stuk van uw privéleven prijs. Vindt u dat niet vervelend soms?
CRACCO: Ach, twintig jaar geleden kon je zeggen pour vivre heureux vivons cachés. Maar tegenwoordig, met het internet, weet iedereen toch alles.
Maar we weten nu ook hoe uw keuken eruitziet en dat u niet eens uw kookplaten kunt aanzetten.
CRACCO: Ik kan niet koken, so what? Kijk, ik vraag me ook af of iemand er gelukkig van wordt om te weten hoe mijn keuken eruitziet. Wat is de meerwaarde daarvan? Regisseur Peter Boeckx heeft mij ook gevraagd of hij mij mag filmen als ik aan het ontbijt zit. Maar wie heeft er nu wat aan om te weten of ik ’s ochtends een ei, vier appels of een croissant eet? Eerlijk gezegd is mijn ontbijt heel saai. Mijn vrouwtje snijdt wat fruit voor mij, ik drink een kop koffie en ik vertrek. Ik heb dan ook tegen Peter gezegd: als je het niveau van The Sky omhoog wilt halen, moet je stoppen met zulke dingen in beeld te brengen. Dat is geen waardevolle televisie. Ik probeer in het programma een boom op te zetten over het ondernemerschap. Daar is het mij om te doen.
Maar misschien onthoudt Vlaanderen straks toch vooral de muurvullende foto’s van de blote billen van uw vrouw die op verschillende plaatsen in uw huis te bewonderen zijn.
CRACCO: Heb ik gezegd dat dat de billen van mijn vrouw zijn?
Dat heeft zij gezegd, niet?
CRACCO: En heel Vlaanderen gelooft dat?
Het zijn niet haar billen?
CRACCO: Maar nee. (lacht) Er is welgeteld één foto met haar billen, alle andere foto’s zijn andere billen.
DOOR HAN RENARD–FOTO’S DIETER TELEMANS
‘Toen ik zestien was, zei mijn moeder dat ik maar beter kon gaan werken. Studeren was niet voor mensen zoals wij.’
‘Als ik schoenen van 180 euro wil, kijk ik eerst of ik ze niet in de solden kan kopen.’