De massale aandacht voor het coronavirus doet weleens vergeten dat ook andere virussen het voorwerp van wetenschappelijk onderzoek vormen. Zo heeft een ploeg met viroloog Philippe Lemey (KU Leuven) in Science kunnen aantonen dat de mazelen waarschijnlijk al in de zesde eeuw voor Christus in de mensenpopulatie aanwezig waren. Dat is veel vroeger dan werd aangenomen – genetische analyses hielden het tot dusver bij de negende eeuw ná Christus.
De genetische klok kon worden bijgesteld door een mazelenvirus te onderzoeken dat geïsoleerd werd uit een bewaarde zieke long uit 1912. Het virus ontstond waarschijnlijk uit de virale runderpest, die intussen is uitgeroeid. Het zou de sprong naar de mens hebben gemaakt in een periode dat de bevolking snel aangroeide in de eerste steden. Dicht op elkaar gepakte mensen zijn ook vandaag nog een goed recept voor virale problemen.
Epigeneticus Bernard Thienpont (KU Leuven) was dan weer lid van een team dat het mechanisme kon ontrafelen waarmee het respiratoir syncytieel virus (RSV) cellen uit de luchtwegen binnendringt. Het gebruikt daarvoor, volgens een verslag in Nature, een specifieke receptormolecule (IGF1R). De verbinding zet een cascade van reacties in gang, waardoor het virus zijn infiltratie tot een goed einde kan brengen.