De eerste keer dat hij mijn pad kruiste, goot het water. Het jaar was 1992 en de plaats was Kassel, tijdens de Documenta IX van Jan Hoet. Onderweg van de ene tentoonstellingshal naar de andere stopte ik voor een rood voetgangerslicht. Anders had ik nooit het paneel opgemerkt dat erop of er ernaast was aangebracht. Het bevatte een episode uit het leven van een zekere Oskar Serti (1881-1959), dichter en componist. Ik geloofde niet dat deze man echt had bestaan, daarvoor was het verhaalde voorval te literair. Ik weet ook niet meer wat Oskar juist had meegemaakt, maar de sfeer deed me denken aan de figuren bij Franz Kafka, vervreemd van een vreemde wereld, lijdzaam de grilligheden van het lot incasserend.
Sindsdien verbind ik zijn naam met die van Luikenaar Patrick Corillon, die hem in Kassel opvoerde en dat tot vandaag blijft doen. Ik kende toen geen andere beeldend kunstenaars die door het vertellen van verhalen louter mentale beelden wilden creëren. Tegenwoordig zijn ze legio. Misschien vanwege die pioniersrol bleef ik hem en zijn personage door de jaren heen volgen, al werden niet alleen de vertelsels maar ook alle mentale beelden van Oskar Serti uit mijn geheugen gewist, als was hij even doorzichtig als meneer niemand. Waar en wanneer ik hem tegengekomen was, bleef me haarscherp voor de geest staan, door de brandlucht van de gaten die hij in mijn geest had gemaakt, als Josef K. bij Franz K.
Het volmaakt transparante personage vertoeft nu voor een tijd in een land waar hij zich als een vis in het water moet voelen, het internet. Het Oostendse Mu.ZEE gaf hem een site, Het Oskar Serti Museum, opgevat als een groot woonhuis. In elke kamer van de denkbeeldige woning ligt een voorwerp opgeslagen dat de herinnering oproept aan een merkwaardige gebeurtenis in Serti’s leven. Het museum gaat open via een klik op een van de ramen waarachter de kamers met de voorwerpen en de bijbehorende verhalen liggen. Elke week wordt een nieuw raam geopend, diepblauw van kleur, terwijl de nog gesloten ramen lichtblauw zijn. De interieurs bestaan alleen uit fijne omtreklijnen, en zijn dus even doorzichtig als het personage dat er zijn herinneringsstukken opgeslagen heeft.
Op twee hoog ligt de omineuze meteoriet die Serti had moeten wegmaaien, indien deze niet op het laatste nippertje een zenuwachtige beweging had gemaakt bij de gedachte aan zijn schandelijke behandeling van een geliefde. Op dezelfde verdieping: de fameuze hoed ter herdenking van een fataal misverstand met dezelfde persoon. Op één hoog: de lege sokkel waarop Oskar zonder nadenken zijn hand had gelegd, totdat hij het gevoel kreeg dat die hand hem niet langer toebehoorde omdat een suppoost een marmeren buste op de sokkel had geplaatst. En, op de bel-etage, het wonderlijkste creatuur van allemaal: een wulpse Venus, door Oskar met een soort hogedrukwaterspuit uit de steen gehouwen en daarna onherstelbaar beschadigd door de geschandaliseerde opdrachtgevers, die er niet beter op hadden gevonden dan zelf de kraan weer open te draaien.
En zo zijn de surfers op het internet, die onder uiteenlopende voorwendselen nooit een voet binnenzetten in een museum, er tot hun eigen stomme verbazing ingetuind, wat ook de bedoeling was. Mu.ZEE-directeur Philip Van den Bossche, die zich beklaagt over het armtierige aanbod van onze musea op het internet, is gelukkig. En terecht. Een virtueel museum is even goed als een echt, als het op de ontdekking van mentale beelden aankomt. Maar opgepast, de surfer die even het onderscheid uit het oog verliest, kan het vergaan zoals Oskar Serti. Drie dagen nadat hij in een kamer geblinddoekt vastgebonden lag aan een radiator, kon hij zich bevrijden, om dan te beseffen dat de andere mens die hij al die tijd naast zich had gevoeld niet bestond. Waarna hij van pure eenzaamheid zijn blinddoek opnieuw aandeed.
www.muzee.be
Het digitale museum is opgebouwd als een woonhuis. Klik op een raam en het gaat open.