In de oostelijke deelstaten van Duitsland blijven ze betogen tegen de sociale hervormingen van kanselier Schröder. ‘Op 3 oktober moet het hele land de straat op.’ Een bericht uit Leipzig.

Twee september, even over vijf. In een zijkapel van de Nikolaikirche hebben een tiental mensen aan ronde tafeltjes plaatsgenomen. Ze praten wat, drinken koffie, lezen een krant. Achterin onder het grote raam is een man – vijftiger, kort wit piekhaar, mouwloos jeansvest achteloos over de schouders – druk in gesprek. Hij glimlacht, knikt zijn bezoeker nog eens instemmend toe en drukt hem minzaam de hand.

Zijn spreekuur is nog maar net begonnen, verschillende mensen wachten nog op hun beurt. Toch stapt hij op ons toe en schuift bij het gezelschap aan. Hij steekt meteen van wal: ‘Zoals de zaken nu staan’, zegt hij, ‘zullen we volgende maandag in géén geval zomaar bij de betoging aansluiten. We kunnen niet toelaten dat politici uit het westen het ongenoegen van de bevolking voor hun eigen zaak te baat komen nemen. Zoals gewoonlijk zullen we na het vredesgebed om 18 uur op de Nikolaiplatz verzamelen. Maar we houden onze spandoek duidelijk voor en gaan ook duidelijk aan de kant staan. Wie het wil, kan zich dan bij ons aansluiten. In een door politici georchestreerde protestmars stappen wij niet mee.’

Christian Führer klinkt vastberaden. De dominee van de Nikolaikerk die in 1989 geschiedenis schreef met zijn Friedensgebete – die uitliepen op de beroemde maandagbetogingen die de val van de Muur zouden bespoedigen – wil niet dat het protest gepolitiseerd wordt. De anderen rond de tafel zijn het volmondig met hem eens. ‘Op 30 augustus had Oskar Lafontaine, (de ex-voorzitter van de SPD, die overweegt zijn partij te verlaten, nvdr.) zichzelf al uitgenodigd om het volk toe te spreken. Nu zijn ook stromannen van Wahlalternative aan het werk geweest’, zegt Winfried Helbig van de onafhankelijke beweging Sozialforum. ‘Om met hun nieuwe linkse partij die ze in Beieren willen oprichten ook in het oosten voet aan de grond te krijgen, willen zij de maandagbewegingen voor zich opeisen.’ Helbig schudt het hoofd: ‘De politiek is geïnfiltreerd. Dat kunnen we niet over onze kant laten gaan.’

De protesten moeten vreedzaam blijven, en vooral: ze moeten een dialoog op gang brengen. Dat was ook het doel van de eerste vredesgebeden. Omdat samenscholen verboden was in Oost-Duitsland (DDR), vonden groeperingen van allerlei aard – van dierenrechtenactivisten tot de voorvechters van de burgerrechten – vanaf 1983 onderdak in de Nikolaikerk. Tijdens het vredesgebed, dat door de dominee werd ingeleid en afgesloten, konden ze zelf hun zaak bepleiten. Na het gebed, om 18 uur, ontstonden na verloop van tijd de Montagsdemonstrationen. Dat was eind van de jaren tachtig. Nu ging het nét zo. Vorig jaar zijn er protestmarsen ontstaan tegen de oorlog in Irak. Later op het jaar vonden kleine betogingen plaats tegen de afbraak van de welvaartsstaat. De sociale hervormingen van de regering-Schröder zijn trouwens al langer aan de gang dan vandaag. Dit voorjaar zijn er vijf protest- acties geweest met telkens duizend tot tweeduizend mensen. Precies zoals in 1989 worden de maandagbetogingen door een deel van de evangelische kerk gesteund.

Vermogende werklozen

Na 19 juli kwamen ze evenwel pas echt goed op gang: toen maakte de regering in het kader van haar arbeidsmarkthervormingen de beruchte vragenlijst bekend. Een zestien pagina’s dikke lijst, een onderdeel van het zogenaamde Hartz IV-programma, waarmee ze het vermogen van de werklozen wil doorlichten. De lijst omvat onder meer volgende vragen: ‘Hebt u een eigen huis en wat is de kostprijs?’; ‘Hoeveel betaalt u aan huur?’; ‘Bezit u juwelen en hoevéél zijn die waard?’; en ‘Hoeveel geld telt het spaarboekje van uw kinderen?’. Vooral die laatste vraag maakte de mensen bijzonder bang. Langdurig werklozen begonnen te vrezen dat ze hun spaargeld – inclusief dat van hun kinderen – zouden moeten opmaken voor ze ooit nog een uitkering zouden innen. In gedachten zagen ze de verhuiswagen al voorrijden die hen noodgedwongen naar een achterstandsbuurt zou brengen. Op de redacties van vragenprogramma’s stond de telefoon roodgloeiend. Hoe kan ik mijn dure auto behouden en toch het recht op een sociale uitkering veiligstellen? Moet ik mijn levensverzekering omzetten? En wat dan na mijn 65e? Kortom, de vragenlijst sloeg in als een bom. Dat was óók te wijten aan slechte communicatie: de vrijgestelde bedragen – zolang ze daar onder blijven, hoeven de langdurig werklozen helemaal niet te vrezen voor hun uitkering – zijn immers relatief hoog. Maar de angst was gezaaid, en populaire bladen als Bild deden hun best om de Duitsers vooral niet gerust te stellen.

In Maagdenburg leidde Andreas Ehrholdt, een 42-jarige werkloze, zijn stads- en landgenoten de straat op. ‘De vragenlijst was de druppel die de emmer deed overlopen. Dat ging me gewoon te ver. Mijn hele leven heb ik me ingezet. Tientallen kleine jobs heb ik gedaan, ik ben werkloos geweest, ben zelfstandig verzekeringsexpert geworden, dan weer werkloos, ik heb me omgeschoold. Maar er was geen werk, en dus leef ik opnieuw van een uitkering’, zegt hij in dialect.

‘Hartz IV moet weg!’ roept hij. ‘Nieuwe banen schept het niet, we moeten alleen maar inleveren. Ik was boos en heb mijn uitval op een A4’tje neergepend: “Beste democratische medemensen, help mij in de strijd tegen Hartz IV! Loop mee in de betoging!” Een vriend van mij heeft het blad gekopieerd. De velletjes hebben we aan de verlichtings-palen in Maagdenburg opgekleefd.’

Op 26 juli kwamen in Maagdenburg meteen een paar duizend mensen op straat. In Leipzig heeft dominee Führer daarop de vredesgebeden – in de zomer was een pauze ingelast – vervroegd hervat. En op 9 augustus betoogden ook daar 10.000 mensen tegen de regeringsplannen. In beide steden kregen ze de steun van de kerk.

In het westen van het land is het onbegrip voor de betogingen bijzonder groot. ‘Waarom komen ze toch op straat?’ vraagt een vakbondsafgevaardigde van IG Metall in Hannover. ‘Vorige maandag heb ik aan de betoging in Maagdenburg deelgenomen. Hele levensverhalen vol verbittering heb ik door de microfoon gehoord. En dan: luid geschreeuw dat Hartz IV moet verdwijnen, dat kanselier Schröder moet opstappen, dat de minister van Economie, Wolfgang Clement, zijn ontslag moet indienen. Maar een alternatief voor de plannen van de regering hebben ze niet.’

In de voormalige DDR zien ze dat anders. ‘Het is de keerzijde van de revolutie’, zegt Winfried Helbig. ‘”Mensenrechten zijn ondeelbaar”, zei dominee Führer in 1989. Vandaag moeten we daaraan toevoegen dat ook de economische en de sociale rechten ondeelbaar zijn. Maar zo denken de leiders in het westen niet. De westelijke deelstaten hebben nooit gestreden om ons erbij te hebben. Integendeel, het oosten is voor het westen economisch gezien niet noodzakelijk. De oude deelstaten zitten veeleer verveeld met dit deel van het land. Ze ondernemen ook maar weinig om ons economisch uit het slop te halen. Er mogen in het oosten al sterke krachten opstaan: ze hebben gewoon geen kans. Het is hoog tijd dat de politici bekennen wat ze met ons voor hebben.’

Verbaasde kanselier

In de herfst van 2002 leek kanselier Gerhard Schröder verrast dat hij herverkozen was: de voorstellen van de commissie met aan het hoofd Peter Hartz, de personeelschef van Volkswagen, zouden immers echt worden doorgevoerd en dat zouden de Duitsers voelen. Jarenlang was er aan de sociale welvaartsstaat Duitsland niet getornd. Kanselier Helmut Kohl, die zijn verkiezingsoverwinning in 1991 vooral te danken had aan de hereniging, heeft daarna amper nog problemen aangepakt. ‘In totaal zijn daarmee zeker twintig jaar verloren gegaan’, meent de Maagdenburgse politoloog Erhard Forndran. ‘Hartz IV is vandaag een noodzakelijk kwaad, dat misschien zelfs ontoereikend is. De situatie is zo beroerd dat de oppositiepartijen CDU/CSU beseffen dat ze zich beter niet té hard kunnen verzetten. Het heeft er daardoor alle schijn van dat Duitsland door een Grote Coalitie (christen-democraten en socialisten) wordt bestuurd.’

Is Hartz IV echt ontoereikend? Van het totaalpakket aan hervormingsmaatregelen dat door de commissie-Hartz werd voorgesteld, gaat Hartz IV het verst. De opsplitsing in onderdelen was een louter technische ingreep. Sommige maatregelen moesten niet door de Bondsraad ( de vertegenwoordigers van de deelstaten) worden goedgekeurd. Hartz IV moest dat wel, omdat de deelstaten er rechtstreeks door getroffen worden. Omdat de regering precies in die Bondsraad geen meerderheid heeft, duurde het een poos voor het pakket in grote lijnen werd goedgekeurd.

Hoe diep snijdt Hartz IV in de sociale welvaartsstaat? ‘Het probleem is dat het huidige solidariteitssysteem is uitgehold’, zegt Hilmar Schneider van het Instituut voor de Studie van de Arbeidsmarkt in Bonn. ‘Het is bedoeld als een sociale- zekerheidssysteem, maar het heeft tal van secundaire functies overgenomen. Het brugpensioen is daar een duidelijk voorbeeld van. Om te beginnen druist het regelrecht in tegen de strenge ontslagbescherming – werkgevers ontslaan in onderling overleg met hun werknemers. Bovendien kost het bakken geld – een deel is een werkloosheidsuitkering – en dat was als zodanig niet voorzien.

‘Als Duitsland mee bovenaan staat op de lijst van landen met het hoogste aantal langdurig werklozen, dankt het dat aan zijn oudere werklozen. Finan-cieel is dat niet vol te houden. Toch hebben de verschillende geledingen in de maatschappij het misbruik lange tijd oogluikend geduld. De vakbonden hebben de brugpensioenen aanvaard: zonder de oudere werknemers hadden ze meer ruimte bij de loonsonderhandelingen. De politiek stond er niet afkerig tegenover: hoe meer ouderen er met brugpensioen gingen, hoe meer jobs er waren voor de jongeren. Bij de bevolking kwam het allemaal goed over.’

Hartz IV wil de werkloosheid nu zo onaantrekkelijk mogelijk maken. Werknemers die ontslagen worden, krijgen wel nog steeds een werkloosheidsuitkering van ongeveer 60 procent van hun loon gedurende 12 of maximaal 18 maanden. Maar daarna vallen ze meteen terug op een sociale uitkering van 345 euro per maand voor alleenstaanden (331 in de nieuwe deelstaten). De tussenstap, een werkloosheidssteun, die wel twee keer zo hoog is als de sociale uitkering, valt vanaf 1 januari genadeloos weg.

Maar zal dat de mensen aan het werk helpen? Er ís hier geen werk, zeggen ze in de oostelijke deelstaten. Bovendien treft Hartz IV het oosten het zwaarst omdat er, vergeleken met de westelijke deelstaten, veel meer langdurig werklozen zijn dan sociale steuntrekkers, en er dus veel meer mensen door de maatregel getroffen worden. Hoe dat komt? Schneider: ‘De verklaring vinden we in de DDR-tijden. 90 procent van de beroepsbevolking was toen officieel arbeidsactief – in het westen was en is dat slechts 65 procent. Na de Wende, toen velen onder hen daadwerkelijk ook werkloos werden, kregen ze een werkloosheidsuitkering. Ze werden behandeld alsof ze altijd bijdragen hadden betaald – wat uiteraard nooit was gebeurd. Voor hen wordt het hard: vanaf 1 januari zullen ze op een sociale uitkering terugvallen.’ Voor de regering rinkelt de kassa. Maar volgens sommigen wordt de winst al meteen opgesoupeerd door nieuwe Hartz IV-maatregelen.

Zet het dan allemaal wel veel zoden aan de dijk? De econoom uit Bonn heeft zo zijn bedenkingen: ‘Zolang de sociale zekerheid eenzijdig gefinancierd wordt door de bijdragen van de werkenden, zal Duitsland altijd heel gevoelig blijven voor verschuivingen. Een klein deel van de bevolking betaalt nu voor de sociale zekerheid van de grote massa en dat wordt een probleem. Nu al zijn de sociale bijdragen van de werknemers in Duitsland tot een herverdelingspot uitgegroeid: de werkloosheidsuitkeringen in het oosten worden gefinancierd met bijdragen uit het westen. In die zin heeft de hereniging de arbeidskosten in Duitsland meer dan elders doen toenemen. Als daarbij ook nog de demografische problemen op ons afkomen, redden we het met dit systeem niet meer.’

Geen uitnodiging

Hartz IV: voor de economische bollebozen zou de hervorming nog wat verder mogen gaan. Voor wie zijn inkomen gehalveerd ziet tot 331 euro, kan ze niet snel genoeg uit de wet geschrapt worden. En voor de politiek? De politici uit Saksen en Brandenburg die voor nieuwe deelstaatverkiezingen staan, weten niet altijd goed welke kant uit te kijken. Minister-president Georg Milbradt (CDU) van Saksen had het best wel aardig gevonden om deel te nemen aan de betogingen in Leipzig, verklaarde hij, ‘als de organisatoren hem maar hadden uitgenodigd’. Diezelfde Milbradt heeft Hartz IV evenwel persoonlijk mee goedgekeurd in de Bondsraad. De man wilde dus tegen zichzelf betogen.

De betogers hebben het in elk geval niet zo begrepen op politici: zowel in Leipzig als in Maagdenburg leken die niet welkom. Léken. Want Andreas Ehrholdt, de aanstichter van de betogingen in Maagdenburg, bleek plots een andere mening toegedaan. ‘Natuurlijk zal ik erbij zijn als Gregor Gysi maandag komt. Ik heb hem zelf uitgenodigd. Ook Oskar Lafontaine had ik gevraagd. Maar hij heeft zich ziek gemeld.’

De vakbonden zijn niet altijd opgezet met de wispelturige houding van Ehrholdt. ‘Hij behoort tot de dikbuikige ex-Oost-Duitsers die het niet altijd al te nauw nemen’, klinkt het. Maar Ehrholdt laat zich niet muilkorven. ‘Ik overleg momenteel met de Allgemeine Deutsche Bürgerbund om alternatieven voor Hartz IV uit te werken. En zondag zit ik samen met andere organisatoren in Leipzig, om de nationale betoging van 3 oktober voor te bereiden. Op die dag wordt de hereniging van Duitsland herdacht. Dan móéten we wel op straat komen. We rekenen op één tot twee miljoen betogers. Het ongenoegen bij de bevolking is nog altijd bijzonder groot. Als er niets verandert – stel dat Hartz IV op 1 januari 2005 ondanks alle protest toch zonder meer wordt ingevoerd – dan zal het er heet toegaan in Maagdenburg. Ik kan niet uitsluiten dat er dan geweld wordt gebruikt.’

Ingrid Van Daele

De Duitse regering wil weten hoeveel geld langdurig werklozen op het spaarboekje van hun kinderen hebben staan.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content