Zeven maanden na het losbarsten van de Fortiscrisis, nadert de saga haar einde: volgende week moet definitief duidelijk zijn of de grootste bank van het land ingelijfd wordt door BNP Paribas, of toch zelfstandig verder gaat. Econoom Koen Schoors volgde alles op de voet en blikt terug: ‘De Fortishistorie illustreert dat onze overheid aan efficiëntie en kwaliteit inboet.’
‘Ik begrijp nog steeds niet waarom’, zegt hoogleraar economie Koen Schoors (Universiteit Gent) hoofdschuddend. ‘Waarom heeft de regering ervoor gekozen om Fortis Bank meteen na de nationalisering aan BNP Paribas door te verkopen? Geen enkel argument houdt steek. En waarom is er nooit over een fatsoenlijke prijs onderhandeld? Waarom heeft de overheid zich door BNP Paribas in aandelen laten betalen in plaats van in cash? Waarom herhaalden minister van Financiën Didier Reynders (MR) en toenmalig premier Yves Leterme (CD&V) de hele tijd dat de totale chaos dreigde als de deal niet zou doorgaan? Daar blijf ik mijn hoofd over breken.’
De Fortiscrisis heeft volgens Schoors op een pijnlijke manier de essentiële zwakheden van de federale overheid blootgelegd. ‘Ondeugdelijk bestuur, dát was het’, zegt hij. ‘Op geen enkel moment is er een doordacht beleid gevoerd. Telkens weer wacht de regering af tot ze met haar neus tegen de muur staat en neemt dan ad-hocbeslissingen. Tijdens de bankencrisis bedacht ze voor Fortis, Dexia en KBC totaal verschillende oplossingen. Een algemeen plan of een overkoepelende aanpak is er in België nooit geweest en is er nog altijd niet. Daarbij komt nog dat die oplossingen meestal op het een of andere ministeriële kabinet worden bedisseld en ook partijpolitieke belangen moeten dienen. De technische en economische aspecten waren steeds van ondergeschikt belang.’
Bij het begin van de bankencrisis viel ook op dat de overheid amper op het bancaire armageddon was voorbereid. Nochtans was de Britse overheid al bijvoorbeeld Northern Rock te hulp moeten snellen en was het al langer duidelijk dat Fortis in moeilijke papieren zat, nadat de bank in 2007 zo onvoorzichtig was geweest om het Nederlandse ABN Amro over te nemen. Die operatie kostte Fortis 24 miljard euro, en die had het niet. Hoe meer Fortis daarna in ademnood kwam, hoe luider de leiding van de bank riep dat er geen vuiltje aan de lucht was. ‘De Nationale Bank, die toezicht houdt op de hele financiële sector en zeker de CBFA (Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen), die de banken controleert, lieten Fortis begaan. Zij hebben hun taak niet naar behoren vervuld’, zegt Schoors.
Toen er uiteindelijk geen ontkennen meer aan was, bleek het te laat: alle vertrouwen was zoek. Eind september 2008 groeide de vrees dat er massaal geld bij de bank zou worden weggehaald. ‘De Belgische, Nederlandse en Luxemburgse overheden hadden geen keus meer’, aldus Schoors. ‘Ze moesten Fortis redden om een totaal debacle van de financiële sector te voorkomen.’
Aanvankelijk kreeg de Belgische regering alle lof voor die reddingsoperatie. Was dat terecht?
KOEN SCHOORS: Het was een goede zaak dat er iets gebeurde. Alleen verliep de nationalisering nogal vreemd. Het is niet zo dat de overheden alle drie evenveel geld in Fortis Bank hebben gestopt. Nederland pompte geld in Fortis Bank Nederland, Luxemburg in Fortis Bank Luxemburg en België in Fortis Bank, de overkoepelende bankholding die aandeelhouder was van Fortis Bank Nederland en Fortis Bank Luxemburg. Elke overheid heeft dus vooral haar eigen nationale stukje willen redden. Toch wel een vreemde strategie, aangezien de drie banken tot op vandaag volledig met elkaar zijn vervlochten. Zo draait Fortis Nederland nog altijd op computers die in Brussel staan. Het zal zeker nog tot eind volgend jaar duren voor de verschillende delen helemaal uit elkaar zijn gehaald.
Een paar dagen na de gezamenlijke reddingsoperatie van België, Nederland en Luxemburg, heeft Nederland de Nederlandse activiteiten uit de Fortisgroep gerukt. Waarom?
SCHOORS: Om te beginnen is Nederland nooit met het beloofde geld voor Fortis Bank Nederland over de brug gekomen. Ze hebben zich toen dus gewoon niet aan de gemaakte afspraken gehouden. Daarna dreigde de Nederlandse regering Fortis Nederland onder curatele te plaatsen. Op die manier heeft ze gedaan gekregen dat alle Nederlandse bank- en verzekeringsactiviteiten, inclusief ABN Amro, uit Fortis werden gelicht. Daarmee was wel het liquiditeitsprobleem in België meteen van de baan: Nederland betaalde 16,8 miljard voor alle Nederlandse activiteiten en de 66 miljard euro bancaire kredieten werden in verschillende fasen aan Fortis Bank België teruggestort. Toch heeft de Belgische overheid er toen voor gekozen de bank zo snel mogelijk aan BNP Paribas te verkopen.
Vanwaar die haast?
SCHOORS: Wellicht speelde mee dat ook Dexia binnen de kortste keren hulp nodig had. Bovendien had de Belgische regering geen enkele ervaring met de nationalisering van een bank. Maar het blijft vreemd dat Fortis Bank al binnen een week na de nationalisering werd doorverkocht. Waarom nam de regering niet rustig de tijd om met een potentiële overnemer te onderhandelen? Dan zou ze meteen in een sterkere onderhandelingspositie hebben gezeten. Nu wist BNP Paribas maar al te goed dat de regering zo snel mogelijk van Fortis afwilde, en daar heeft het handig gebruik van gemaakt om de prijs te drukken.
Uiteindelijk is Fortis Bank aan BNP Paribas verkocht in ruil voor aandelen van de Franse bank.
SCHOORS: Wat heeft de regering toen toch bezield? Blijkbaar is ze liever de grootste aandeelhouder van een Franse bank dan de enige aandeelhouder van een Belgische bank. En aangezien de Franse staat eerder deze maand zijn belang in BNP Paribas optrok, is de Belgische overheid zelfs niet langer de grootste aandeelhouder van BNP Paribas. Kijk, als je als overheid absoluut geen bank wilt bezitten, wat ik kan begrijpen, verkoop die dan voor cash! En ziet BNP Paribas dat niet zitten, ga dan op zoek naar een andere koper. Logisch toch?
Waarom moest de koper zonodig BNP Paribas zijn?
SCHOORS: Het klopt dat de Belgische beleidvoerders mogelijke alternatieven nooit ernstig hebben overwogen. Het moest coûte que coûte BNP Paribas zijn. Ik zie daarvoor maar één mogelijke verklaring: er moeten op topniveau politieke afspraken zijn gemaakt tussen de Belgische en de Franse regering. Onze overheid heeft in die periode verschillende overeenkomsten met de Fransen gesloten, onder meer over Dexia. Wellicht werd in die context ook afgesproken dat Fortis naar BNP Paribas zou gaan. Een andere uitleg kan ik niet bedenken.
Heeft het u verbaasd dat er nooit meer echt is gesleuteld aan de uitgangspunten van het eerste overnameakkoord?
SCHOORS: Bevreemdend is dat, want daar was tot twee keer toe ruimte voor. Maar wat gebeurde er? Bij elke nieuwe onderhandeling kreeg de Belgische staat minder en BNP Paribas meer. Bizar. Nooit werd geprobeerd om een redelijke prijs van BNP Paribas te krijgen. Integendeel. Elke keer weer liet de regering zien dat ze Fortis hoe dan ook aan de Franse bank wou verkopen, en dat verzwakte haar onderhandelingspositie natuurlijk enorm. Het resultaat is dat de Belgische overheid nu veel geld aan die hele operatie verliest.
Begin 2009 werd met BNP Paribas een tweede overeenkomst afgesloten. Was dat een stap in de goede richting?
SCHOORS: Na het eerste akkoord, begin oktober, bleek al snel dat de overheid een sterfhuisconstructie had opgezet voor de beursgenoteerde Fortis Holding: zonder de bank en de verzekeringen had die holding amper nog bestaansrecht. Bovendien moest alle cash die binnenkwam, gebruikt worden voor het zogenaamde Special Purpose Vehicle (SPV), het vehikel waarin een deel van de rommelkredieten werd ondergebracht. Veel aandeelhouders vonden dat zo’n operatie niet mocht worden doorgevoerd zonder dat hun stem was gehoord en stapten naar de rechtbank. Uiteindelijk heeft het hof van beroep de verkoop opgeschort en werden er experts aangesteld die de deal moesten beoordelen. Die kwamen tot de conclusie dat een deel van de bank en een deel van de verzekeringen het best in de holding zouden blijven. Op basis daarvan werd de overeenkomst opnieuw onderhandeld, nog steeds zonder dat de aandeelhouders erbij werden betrokken. Hoewel de nieuwe overeenkomst beter was voor de aandeelhouders, werd die op de algemene aandeelhoudersvergadering van 11 februari toch door een kleine meerderheid verworpen.
Ondertussen is er wéér een nieuwe deal met BNP Paribas, waarover de aandeelhouders zich op 28 en 29 april mogen uitspreken.
SCHOORS: En ook die kost de Belgische overheid, en dus de belastingbetaler, meer dan de vorige. Om te beginnen heeft BNP Paribas dit keer de garantie gekregen dat de overheid een kapitaalverhoging van meer dan 2 miljard euro zal doorvoeren als er iets misgaat. Maar ook los daarvan stijgt het risico van de overheid en daalt dat van BNP Paribas. Onbegrijpelijk. Blijkbaar gaat onze regering ervan uit dat ze niet zonder de Franse bank kan.
Volgens de regering is België te klein om de risico’s van zo’n grote bank als Fortis te dragen.
SCHOORS: Dat argument snijdt geen hout. Om te beginnen hebben veel kleinere landen dan België grote banken al tijdelijk genationaliseerd. Denk maar aan Denemarken, Ierland en destijds ook Zweden. Daarnaast verkleint het risico voor België niet als Fortis Bank aan BNP Paribas is verkocht, want België blijft dan garant staan voor alle deposito’s en Fortis Bank blijft een Belgische rechtspersoon. Als er iets fout gaat, is het de Belgische overheid en niet de Franse die voor de spaartegoeden opdraait. Maar als Fortis Bank ooit weer winst maakt, komt die de Fransen toe.
Door de ingrepen bij noodlijdende banken is de overheidsschuld volgens de regering te snel gestegen. Brengt dat de kredietwaardigheid van ons land niet in gevaar?
SCHOORS: Als België geld leent, betaalt het inderdaad meer rente dan bijvoorbeeld Duitsland. Maar wat is beter voor onze kredietwaardigheid? Dat België Fortis Bank bezit en de bank later tegen een redelijke prijs kan doorverkopen of dat ons land 12 procent van het Franse BNP Paribas bezit in aandelen, die ondertussen al twee derde of zo’n 5 miljard euro minder waard zijn? Ik ben er niet van overtuigd dat het tweede scenario een positiever effect heeft op onze kredietwaardigheid. Dat België meer rente moet betalen dan Duitsland staat trouwens los van de ban- kencrisis. Dat komt vooral doordat de Belgische overheidsschuld zo hoog is, dat wij ons eigenlijk geen begrotingstekorten kunnen veroorloven. Dát is het fundamentele probleem.
De regering heeft nog een argument om de verkoop van Fortis te verdedigen: zelf is ze niet in staat om zo’n grote bank te leiden.
SCHOORS: Helaas klopt dat. Vroeger kon de overheid dat nochtans wél. Denk maar aan de ASLK of de NMKN.
Waarom kan ze dat vandaag dan niet meer?
SCHOORS: Omdat de spoeling bij de overheid dunner is geworden. Uit de hele Fortiszaak blijkt dat de Belgische overheid vandaag te weinig capaciteiten in huis heeft om dergelijke moeilijke dossiers aan te pakken. Bovendien moeten alle partijpolitieke en communautaire belangen ook nog eens nauwkeurig worden afgewogen. Resultaat: de regering slaagt er niet in om de juiste man of vrouw aan het roer van een uiterst belangrijk bedrijf als Fortis Bank te zetten. Zo rijden we ons constant vast en dat is een gevaarlijke situatie als het land in een storm zoals de Fortiscrisis terechtkomt. De voorbeelden zijn legio. Eind vorig jaar kondigden Yves Leterme en Didier Reynders bijvoorbeeld met veel bombarie aan dat er een coupon zou worden uitgegeven om het leed van de kleine aandeelhouders te verzachten. Maar wie had recht op zo’n coupon? Mensen die vóór een bepaalde datum maximaal 5000 aandelen in portefeuille hadden. Iedereen kan toch zien dat zoiets een ernstige discriminatie inhoudt? Een maand later blijkt de Raad van State daar ook zo over te denken en het voorstel sterft een stille dood. Onvoorstelbaar dat twee topministers zoiets lanceren, en dat is maar één voorbeeld.
Er is een gebrek aan professionalisme bij de overheid?
SCHOORS: De overheid boet in elk geval in aan efficiëntie en kwaliteit. Hoe komt het bijvoorbeeld dat de kwaliteit van de Belgische wetten er zo op achteruit is gegaan? Dat komt toch vooral omdat de Belgische instellingen verschralen. De overheid zou een batterij onafhankelijke, knappe juristen in dienst moeten hebben die nagaan of een wetsontwerp niet in strijd is met de grondwet of met de Europese regels. Maar nee, in België vallen we altijd terug op de ministeriële kabinetten, en iedereen weet dat politiek daar belangrijker is dan knowhow. Dat wreekt zich op den duur. Een voorbeeld: toen KBC begin dit jaar in de problemen kwam en bij de regering ging aankloppen, werd dat binnen het halfuur door de politieke partijen naar de media doorgebeld. Het gevolg was dat de overheidshulp onder grote tijdsdruk tot stand moest komen. Het kan nochtans anders. In dezelfde pe- riode kwam ook het Nederlandse ING in de problemen. En wat gebeurde daar? In alle stilte werd twee weken lang onderhandeld over overheidssteun. Bij ons is dat niet mogelijk, want hier vindt men politieke overwegingen belangrijker dan een technisch correcte oplossing. Daarom moeten er in België dringend goede beleidsondersteunende instellingen worden opgericht die volledig onafhankelijk zijn van de politiek.
Zit dat er volgens u in?
SCHOORS: De financieel-economische toestand is zo ernstig dat een ommekeer noodzakelijk is. Aanvankelijk was er sprake van een begrotingstekort van 3 procent, nu heeft men het al over 4 procent en wellicht zal het uiteindelijk 5 procent worden. Dat is zeer veel, hè. Volgens het scenario dat de Hoge Raad voor Financiën onlangs uittekende, zal België nog overheidstekorten opstapelen tot 2013. Hoe zullen we ondertussen de pensioenen blijven betalen? Hoe moeten we de gezondheidszorg blijven bekostigen? We kunnen de feiten niet blijven negeren, want vroeg of laat komen we er toch op een onzachte manier mee in aanraking. België is een muisje dat in een hoekje is gedrongen. Vluchten is geen optie meer.
ALLE BESCHOUWINGEN DIE PROF. KOEN SCHOORS SCHREEF OVER FORTIS VINDT U OP: http://tinyurl.com/fortisplan
DOOR ANN PEUTEMAN EN EWALD PIRONET/foto’s lieven van assche