Onvruchtbaarheid is even ingrijpend als kanker en dus zou er best wat meer geld mogen worden geïnvesteerd in de behandeling ervan. Vruchtbaarheidsspecialist Paul Devroey over gedoemde relaties, geriatrische verloskunde en machtige vrouwen.

Wereldwijd zijn er dankzij een door hem ontwikkelde techniek al meer dan vier miljoen kinderen geboren. Dan mag je al van een levenswerk spreken. Maar dokter Paul Devroey is niet trots. Dat ligt naar eigen zeggen niet in zijn aard. ‘Blij ben ik wel’, zegt hij. ‘Dat we zo veel onvruchtbare koppels hebben kunnen normaliseren. Want wat willen onvruchtbare vrouwen? Een kind kunnen krijgen zoals iedereen.’

Eind vorig jaar ging Devroey met emeritaat aan de VUB, maar dat betekent niet dat hij zich nu alleen nog met zijn tuin zou bezighouden. Integendeel. De professor reist de wereld af, om lezingen en advies te geven. En ondertussen ligt ook Baby Blue in de winkel, een boek waarin hij op een nogal eigenzinnige manier terugblikt op zijn werk als vruchtbaarheidsspecialist in het Centrum voor Reproductieve Geneeskunde van het UZ Brussel. Het is een hoopgevend werkstuk geworden: zo’n dertig jaar nadat de eerste proefbuisbaby in België werd geboren, is onvruchtbaarheid in de meeste gevallen te verhelpen. Zowel bij vrouwen als bij mannen.

Is het krijgen van kinderen dan ook een recht geworden?

Paul Devroey: Dat nu ook weer niet. Mensen hebben tegenwoordig de neiging om alles te claimen: het recht op een kind, het kind zelf ook. Nochtans is een kind niet iets wat je bezit. Het is geen auto, hè. Een kind dat in je huis komt wonen is niet van jou; je mag er alleen voor zorgen. Wie dat inziet, hecht ook minder belang aan de genen die het heeft en maakt dus ook minder problemen van eicel- of spermadonatie.

In uw boek schrijft u dat onvruchtbare koppels evenveel lijden als kankerpatiënten. Is dat niet een beetje overdreven?

Devroey: Helemaal niet. De 85 procent van de bevolking die geen vruchtbaarheidsproblemen heeft, moet zwijgen, want die heeft geen idee hoe zwaar dat kan zijn. Jaren geleden is uit onderzoek gebleken dat het angstpatroon van vrouwen met een kwaadaardige aandoening zoals borstkanker exact hetzelfde is als dat van onvruchtbare vrouwen. Zelf heb ik ook veel vrouwen ontmoet die ontzettend afzagen omdat ze geen kinderen konden krijgen. Ook mannen natuurlijk, maar die lijden daar toch wat minder onder.

Toen ik als gynaecoloog begon te werken, werden onvruchtbare echtparen nog met een kluitje in het riet gestuurd. In die tijd was er amper interesse voor hun problemen. Ik kon dat niet begrijpen en wou er dan ook iets aan doen. Al snel besloot ik om me niet alleen met vrouwen bezig te houden, maar ook met hun mannen. Ik heb daar zelfs nog een blaam van de Orde van Geneesheren voor gekregen. In de loop der jaren heb ik ook ongelooflijk veel mannen onderzocht en geopereerd, en gelukkig is die praktijk tegenwoordig algemeen aanvaard.

U hebt tijdens uw carrière duizenden koppels in uw kabinet ontvangen. Wat hebt u daarbij opgestoken over de relatie tussen mannen en vrouwen?

Devroey: Dat mensen niet genoeg praten over de wezenlijke dingen in het leven. Zo was er bijvoorbeeld een koppel waarvan de man slecht sperma had, maar de vrouw om religieuze redenen geen technologie wou om zwanger te worden. Dan moet een van die twee dus toegeven en dat is in zulke gevallen zeer moeilijk. Veel problemen kunnen worden voorkomen als mensen bijtijds over zulke dingen zouden praten. Als je je door iemand aangetrokken voelt en met hem gaat dineren, is het dus wijs om ook over iets substantieels te praten. Is geld bijvoorbeeld belangrijk voor je? Wil je kinderen? Wat als de foetus gehandicapt blijkt te zijn? Die vragen zouden mensen elkaar moeten stellen nog voor ze zich in een relatie engageren. Blijkt dat er te veel verschillen zijn, dan beginnen ze er beter niet aan. Maar zo doen we het in de praktijk dus niet en dat is een grove vergissing.

De reproductieve geneeskunde nam pas een echte start in 1978 met de eerste proefbuisbaby in de Verenigde Staten. Is in-vitrofertilisatie (ivf) ondertussen routine geworden?

Devroey: Er is sindsdien in elk geval een kolossale vooruitgang geboekt. De slaagkansen bij jonge vrouwen zijn tegenwoordig spectaculair: 50 procent. Bovendien kunnen we nu vooraf een kansberekening maken, is de behandeling veiliger geworden en is de kans op meerlingen beperkt. Wat niet wegneemt dat ivf voor de vrouw zelf nog altijd even ingrijpend is. Vaak heeft ze het gevoel dat er wordt binnengedrongen in een van de intiemste momenten van haar leven. Een goede begeleiding en ondersteuning is dan ook van kapitaal belang.

In België kun je zes ivf-pogingen terugbetaald krijgen. Een goede zaak?

Devroey: Zeker. België is een van de enige landen ter wereld die een goede omkadering voor ivf hebben gemaakt: aan de terugbetaling zijn correcte voorwaarden gekoppeld, zoals een beperking van het aantal embryo’s dat mag worden teruggeplaatst. Alleen zou de maximumleeftijd om een vruchtbaarheidsbehandeling terugbetaald te krijgen wel wat verlaagd mogen worden. Vandaag is dat 43 jaar, maar voor mij mag die grens onder de 40 jaar liggen. Want in-vitrofertilisatie zou in de eerste plaats moeten worden gebruikt waarvoor ze is bedoeld: jonge vrouwen en hun mannen aan kinderen helpen. Oudere vrouwen die ivf willen gebruiken om nog zwanger te kunnen worden, zouden uitzonderingen moeten zijn.

Waarom?

Devroey: Omdat de potentiële procreatiekracht van een vrouw afloopt tegen de tijd dat ze 35 jaar oud is. Daarna gaat het razendsnel bergaf: ze wordt dan minder snel zwanger en de kans is veel groter dat haar embryo’s abnormaal zijn.

Vrouwen zouden dus beter kinderen krijgen in de periode dat ze al hun tijd en energie nodig hebben om een diploma te behalen en carrière te maken?

Devroey: Inderdaad. Dat patroon zouden we echt moeten veranderen. Maar dat kan alleen als ook de politici van die noodzaak overtuigd raken en eindelijk inzien dat er grote problemen zullen ontstaan als Europese vrouwen zo weinig kinderen blijven krijgen. In Griekenland en Spanje, bijvoorbeeld, hebben vrouwen gemiddeld nog 1 kind terwijl dat 2,2 moet zijn om de maatschappij in evenwicht te houden. Het treurige is dat heel wat vrouwen wel degelijk kinderen willen, maar er veel te laat aan beginnen.

Strooit een verhaal zoals dat van journaliste Els De Temmerman, die op haar 49e nog van een tweeling beviel, vrouwen geen zand in de ogen?

Devroey: Er zijn tegenwoordig al veel voorbeelden van geria-trische verloskunde, hè. Denk maar aan de zangeres Céline Dion. Maar in de meeste gevallen hebben die vrouwen zelf geen gezonde eicellen meer en kunnen ze alleen maar zwanger raken dankzij eiceldonatie. We moeten dus blijven herhalen dat het geen goed idee is om zo lang te wachten.

Als je pas op je veertigste met ivf begint, is de kans op een kind maar 10 procent meer. Maar ondertussen kosten die behandelingen wel handenvol geld aan de samenleving. Daar moeten we toch eens over nadenken in tijden van besparingen. Daarnaast vind ik het zelfs onethisch om na je veertigste nog kinderen te krijgen. Uit een grootschalig Tsjechisch onderzoek is gebleken dat het welbevinden van een kind lager is naarmate het een oudere moeder heeft.

Ondertussen laten meer en meer vrouwen op jonge leeftijd eicellen invriezen om die dan te gebruiken als ze aan kinderen toe zijn.

Devroey: Vroeger werd die techniek vooral gebruikt voor vrouwen die bijvoorbeeld chemotherapie moesten ondergaan, maar nu komt het geregeld voor dat perfect gezonde mensen eicellen laten invriezen. Social freezing wordt dat genoemd. Heel bizar. Op het eerste gezicht zou je natuurlijk kunnen zeggen dat ze hun kinderen maar vroeger moeten krijgen. Maar eigenlijk heb ik er wel begrip voor. Om te beginnen is het voor mannen al veel langer mogelijk om sperma te laten invriezen. Niet alleen om medische redenen, maar ook als ze bijvoorbeeld een vasectomie ondergaan en voor de veiligheid toch wat sperma willen bewaren. Dat kan dan worden gebruikt in het geval er bijvoorbeeld iets met een van hun kinderen gebeurt of als ze later een nieuwe partner krijgen en toch nog een gezin willen stichten. Waarom zouden vrouwen dat dan niet mogen? Daarnaast is het gewoon een pak efficiënter om op je 25e eicellen in te vriezen dan om op je 40e ivf toe te passen.

Heeft in-vitrofertilisatie vrouwelijke onvruchtbaarheid de wereld uit geholpen?

Devroey: Grotendeels. Maar de helft van de onvruchtbaarheidsproblemen, die van de mannen meer bepaald, bleven na de uitvinding van ivf natuurlijk wel bestaan. Daar hebben wij aan de VUB verandering in gebracht door de techniek om een zaadcel in een eicel te injecteren te optimaliseren. Een fantastische doorbraak. Door die zogenaamde ICSI-techniek kan elke man die ook maar één bewegende zaadcel heeft nu vader worden. Op die manier zijn er over de hele wereld al miljoenen kinderen geboren. Nochtans kregen we in het begin veel weerstand. Men had het er blijkbaar moeilijk mee dat mensen nu kunnen bepalen welke zaadcel een eicel mag binnendringen. ‘ Le viol de l’ovule’, kopte Le Monde zelfs.

Dat was meteen het einde van mannelijke onvruchtbaarheid?

Devroey: Niet helemaal. Mannen die geen zaadcellen ejaculeerden, konden we daarmee niet helpen. Ondertussen kan dat wel door de TESE-techniek (Testiculaire Sperma-Extractie), waarbij we in de teelbal zelf op zoek gaan naar zaadcellen. De enigen die we vandaag echt niet kunnen helpen, zijn mannen die totaal geen zaadcellen aanmaken. Maar dat is een heel erg kleine minderheid.

Verwacht u in de toekomst nog grote doorbraken of hebben we het nu wel zo’n beetje gehad?

Devroey: De verschillende technieken zullen zeker nog evolueren. Meerlingenzwangerschappen zullen bijvoorbeeld nog meer worden beperkt en de genetica zal er nog op vooruitgaan. In de toekomst zullen we nog beter kunnen bepalen welk embryo moet worden geïmplanteerd en daardoor zullen er meer miskramen en zwangerschapsafbrekingen vermeden kunnen worden.

De publieke opinie heeft het nog altijd moeilijk met de screening van embryo’s. Mensen denken dan meteen dat er in proefbuizen blonde jongetjes met blauwe ogen zullen worden gefabriceerd.

Devroey: Onzin natuurlijk. Echtparen die hulp nodig hebben om zwanger te raken, hebben meestal al zo veel miserie doorstaan dat ze maar één ding willen: een kind. Hoe dat er zal uitzien, doet er voor hen echt niet toe. Maar als je drager bent van een genetische ziekte, is dat natuurlijk een ander verhaal. Want wat doe je dan? Je kunt zwanger worden en gewoon afwachten tot je kind is geboren. Je kunt ook zwanger worden, een vruchtwaterpunctie ondergaan en op basis daarvan beslissen om de zwangerschap al dan niet af te breken. Mij lijkt het dan beter om het embryo te onderzoeken voor het wordt teruggeplaatst.

Elke vraag van een onvruchtbaar koppel hield voor u weer een medische en ethische afweging in. Vond u het niet moeilijk om beslissingen te moeten nemen die de buitenwereld vaak niet begreep?

Devroey: Het belangrijkste was dat we er zelf achter konden staan. Zo zijn we in ons centrum begin jaren tachtig al begonnen met de kunstmatige inseminatie van alleenstaande vrouwen. Dertig jaar lang zagen we gemiddeld één alleenstaande vrouw per dag. In 1981 was ik ook de eerste Belgische arts die lesbische vrouwen wilde helpen. Nochtans was daar aanvankelijk weerstand tegen. Tot uit een onderzoek bleek dat het welbevinden van kinderen van lesbische vrouwen goed was.

Wat ook moeilijk lag en ligt, zijn zogenaamde saviour babies: kinderen die worden gemaakt opdat hun stervende broer of zus met stamcellen uit het navelstrengbloed kan worden gered. In het begin zag ik dat niet zitten en heb ik zelfs zo’n vraag geweigerd. Tot een moeder me ervan wist te overtuigen dat ik totaal verkeerd zat. ‘Als ik voor een doodziek kind kan zorgen, kan ik uiteraard ook zorgen voor een gezond kind’, zei ze. En ik denk dat ze gelijk had.

Waar ligt voor u de grens?

Devroey: Ik heb nooit met leen- of draagmoeders willen werken. In België mag dat wel, maar er kan geen contract worden opgesteld en dat vind ik te riskant. Wat als zo’n leenmoeder bijvoorbeeld een buitenbaarmoederlijke zwangerschap heeft? Wat als ze overlijdt door haar zwangerschap? Of als het kind het downsyndroom blijkt te hebben en niemand het wil? Voor mij is dat een brug te ver.

Zo goed als elk land heeft andere regels voor de toepassing van vruchtbaarheidstechnieken. Is er behoefte aan Europese wetgeving?

Devroey: Vandaag verschilt de situatie inderdaad van land tot land. In Frankrijk mogen lesbische koppels en alleenstaande vrouwen niet geholpen worden, in Costa Rica mag ivf niet en Nederland is dan weer het enige land ter wereld waar de TESE-techniek verboden is. Daardoor zijn sommige technieken vandaag een privilege voor rijke mensen die naar een ander land kunnen reizen en zo’n behandeling zelf kunnen betalen. In ons centrum kwam ongeveer dertig procent van de patiënten uit het buitenland. België is dan ook een paradijs als het op vruchtbaarheidsbehandelingen aankomt, want hier mag erg veel.

Door de technieken die u mee hebt ontwikkeld, zijn er wereldwijd miljoenen kinderen geboren. En dat terwijl mensen als de Gentse filosoof Etienne Vermeersch net pleiten voor vrijwillige sterilisatie in ontwikkelingslanden.

Devroey: Weet u wat er in Afrika met onvruchtbare vrouwen gebeurt? Die worden door de hele gemeenschap verstoten. En daar zijn haast geen centra waar mensen met vruchtbaarheidsproblemen terechtkunnen. Wie het kan betalen, komt naar Europa, maar de meesten kunnen niet worden geholpen. De wereldbevolking explodeert, dat is waar. Maar het lijden van één onvruchtbare vrouw moet toch voorrang krijgen op het algemeen belang? Ik vind het dan ook zeer jammer dat onvruchtbaarheid nog altijd als een luxeprobleem wordt beschouwd.

Ook bij ons?

Devroey: Zeker. Veel mensen die geld schenken voor wetenschappelijk onderzoek, willen bijvoorbeeld niet dat het voor fertiliteitsonderzoek wordt gebruikt. Omdat ze dat een luxeprobleem vinden, maar vaak ook uit ethische overwegingen. Ik snap echt niet dat vrouwen daar niet tegen op straat komen. Stel je voor dat alle vrouwen ter wereld zouden afspreken om een jaar lang geen embryo’s meer te maken. Dat zou enorme gevolgen hebben! Om te beginnen zou er in het onderwijs jarenlang één leerjaar niet moeten worden georganiseerd. Echt: vrouwen hebben een ongelooflijke macht, maar vreemd genoeg gebruiken ze die niet.

PAUL DEVROEY, BABY BLUE, UITGEVERIJ BORGERHOFF EN LAMBERIGTS, 224 BLZ., 22,50 EURO.

DOOR ANN PEUTEMAN / FOTO’S LIES WILLAERT

‘Het is onethisch om na je veertigste nog kinderen te krijgen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content