De Commissie-Dutroux dreigt te bezwij- ken onder communautaire verdeeldheid.
Op woensdag 12 maart, tijdens het conclaaf van de Commissie- Dutroux in de priorij van Corsendonk, steunde Kamerlid Geert Bourgeois (VU) als een van de eersten het voorstel van professor Brice De Ruyver. Die wil de drie politiediensten in zo’n geïntegreerde structuur versmelten dat het zeker geen éénheidspolitie wordt maar een op lokaal, bovenlokaal en federaal vlak zowel gerechtelijk als democratisch gecontroleerd korps. Vorige week bleek duidelijk dat de Franstalige liberalen, socialisten en christen-democraten zich daartegen blijven verzetten en in koor met het zogeheten ?Gemeenschappelijk Vakbondsfront van de magistratuur en de politiediensten? de commissie torpederen.
GEERT BOURGEOIS : Al in Corsendonk was er aan Franstalige kant meteen een piste om uitsluitend de opsporingsbrigades (BOB) van de rijkswacht met de Gerechtelijke Politie van de Parketten (GPP) tot één federale opsporingspolitie samen te smelten en de rest te laten zoals het is. Zelfs net voor de unanieme goedkeuring van het commissie-verslag, op 18 april, was het duidelijk dat de Franstaligen het oneens zijn met het voorstel van de commissie om tot een geïntegreerde politie te komen. Die stemming was de meest schizofrene die ik ooit meemaakte : een unanimiteit zonder consensus. Zoiets kan alleen in België. En toch blijf ik bij ons voorstel, dat nota bene door de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken naar ik veronderstel namens de regering is overgenomen en op vraag van die regering nu door een commissie van experts onder leiding van raadsheer Luc Huybrechts van het Hof van Cassatie verder uitgewerkt is. Al moeten wij ons afvragen of hun schema van geïntegreerde politiestructuur (zie Knack 25/6/97) wel voldoende democratische controle voorziet. Ik heb trouwens van in het begin aangedrongen op een zo gedecentraliseerd mogelijke structuur. Hoe dit te rijmen valt met die ene federale politiechef, die door de Commissie-Huybrechts wordt voorgesteld, is nog niet duidelijk. Om een verder democratisch deficit te vermijden, moet trouwens ook het parlement nauwer toezien op het politiewezen. En moet op het niveau van de interpolitiezones (IPZ) een structuur voorzien worden om de burgemeester-politiekorpsbeheerder beter te controleren als hij, binnen die IPZ, namens andere gemeenten optreedt. Omdat het provinciaal belang een pure fictie is, stel ik voor de provincies af te schaffen, maar op bovengemeentelijk niveau toch een verkozen orgaan te installeren dat zich inlaat met alles wat ruimtelijke ordening, veiligheid, verkeer en soortgelijke bovenlokale problemen betreft.
Als enkele leden van de onderzoekscommissie echter hun eigen, unaniem goedgekeurd verslag intussen anders gaan lezen en zelfs afzweren, heb ik almaar minder zin om nog mee te werken. Want uiteindelijk was de belangrijkste opdracht van de commissie toch wel structurele oplossingen voor te stellen. Een aantal PRL-, PS- en PSC-burgemeesters wil duidelijk hun partijpolitieke greep op de lokale politie niet afstaan. Want laten wij duidelijk zijn. Vandaag worden de meeste politiekorpsen noch door het gerecht noch door democratisch verkozen autoriteiten gecontroleerd.
Hoe verklaart u de toenemende kloof tussen Franstaligen en Vlamingen inzake politie en Justitie ?
BOURGEOIS : Aan weerskanten van de taalgrens verschilt ook de juridische en politiële cultuur. En de democratie lijdt daaronder. Want, ofwel gebeurt er niks, ofwel is het compromis zo bedenkelijk dat het politiek ongeloofwaardig is. Zie het voorstel van de commissie ter herziening van de strafprocedure, onder het voorzitterschap van de Luikse professor Michel Franchimont. Die man begrijpt zelfs geen Nederlands, heeft geen voeling met de Nederlandse, Engelse en Duitse vakliteratuur, maar drukt hier wel een Frans geïnspireerd ontwerp door, terwijl de wantoestanden binnen het gerecht in Frankrijk iedereen tot nadenken moeten stemmen. Volgens het wetsontwerp-Franchimont zullen nietigheden in de rechtsgang voortaan nog uitsluitend besproken worden in de beslotenheid van de Raadkamer en de Kamer van Inbeschuldigingstelling ; en niet langer in openbare zitting. Dit voorstel komt er op een ogenblik dat de regering de mond vol heeft over de zorg voor het slachtoffer. Wie zich echter burgerlijke partij stelt bij de opening van het proces ten gronde, zal op dat ogenblik evenals de rechtbank, trouwens slechts een uitgezuiverd dossier voorgeschoteld krijgen. En zo worden de rechten van het slachtoffer op nog andere essentiële punten miskend.
Hoe kijkt u aan tegen de veranderingen op Justitie ?
BOURGEOIS : Sinds 1988 doet dezelfde roomsrode coalitie dezelfde beloften. Het college van procureurs-generaal is er nu en dat is hoopgevend. Al stipuleert de wet nergens wat strafrechtelijk beleid juist is en is er evenmin sprake van een ware parlementaire goedkeuring van dat strafrechtelijk beleid. De regeling om de achterstand bij de Hoven van Beroep weg te werken, is zonder meer een draak. De wet beoogt het wegwerken van slechts een klein deel van de achterstand met 148 plaatsvervangende raadsheren : nog eens te benoemen volgens de nochtans te wijzigen partijpolitieke procedure. De al lang bekende middelen om de gerechtelijke achterstand fundamenteel aan te pakken, zijn blijkbaar nog niet tot de minister van justitie doorgedrongen. De procesgang moet sneller en er zijn, zeker in Vlaanderen, meer magistraten nodig.
F.D. M/P.R.