Met zijn protectionistische koers wil president Trump niet alleen Amerika weer groot maken, maar ook China onder de duim houden.
DE PRESIDENT van een van de meest protectionistische landen ter wereld roept de wereld op om niet protectionistisch te zijn: wat een scherts-vertoning op het Wereld Economisch Forum dit jaar. Xi’s redevoering in Davos was natuurlijk uitstekend gepland en legde de vinger op de wonde: de Verenigde Staten zijn met de verkiezing van Donald Trump hun rol als hoeder van de open wereld kwijtgeraakt. Maar dat betekent allerminst dat de Amerikaanse dominantie ten einde komt.
OM TE BEGINNEN is de scepsis ten aanzien van de nieuwe president niet overal even groot. Trump zou men zelfs kunnen beschouwen als een nieuwe wereldwijde leider, niet van waarden zoals vrijheid en openheid, maar van nationalisme. Dat nationalisme wordt overal sterker: in Azië, Latijns-Amerika, Afrika en Europa. Volwaardige peilingen over de populariteit van Trump zijn er niet, maar een survey in meer dan veertig landen tijdens de verkiezingscampagne, liet uitschijnen dat hij bij meer dan twintig procent van de bevolking populair is in China, Rusland, India, Bulgarije, Slovenië, Letland, enzovoort.
EN DAN NOG: populariteit is niet hetzelfde als macht. Populariteit en legitimiteit kunnen helpen om macht te bestendigen. ‘Smart power’ werd dat genoemd door het State Department, de kunst om belangen te promoten door ze bijvoorbeeld te koppelen aan waarden, populaire cultuur, en sterke merken. Maar macht blijft uiteindelijk toch vooral een kwestie van economische en militaire slagkracht die dan in politieke invloed worden vertaald. In dat opzicht zijn de VS allerminst uitgerangeerd en kan Trump het zijn rivalen knap lastig maken.
NEEM HET HANDELSBELEID. Trump zegt dat hij met zijn protectionisme Amerikaanse jobs wil terughalen. Voor een deel is dat misschien zo, maar de meeste jobs, en dat weet hij zeer goed, zijn verdwenen door automatisering. Waar het adviseurs als Peter Navarro vooral om te doen is, is het terugdringen van het tekort op de handelsbalans. Door dat jarenlange tekort heeft Amerika zich bij landen als China in de schulden gewerkt en heeft het zijn grote rivaal enorme reserves dollars laten opbouwen waarmee het de Amerikaanse invloed elders in de wereld ondermijnt. Amerika zou daar best wel eens in kunnen slagen. In de geavanceerde maakindustrie heeft het nog steeds een erg sterke positie, en andere activiteiten zoals textiel en huishoudapparaten zouden door automatisering opnieuw tegen betaalbare prijzen binnen de grenzen gemaakt kunnen worden.
ALS TRUMP het hard gaat spelen en werkelijk restricties oplegt, wat ik echt niet uitsluit met de economische haviken in zijn team, dan kan dat de Chinese groei in gevaar brengen. Goed twintig procent van de Chinese export is bestemd voor de Verenigde Staten. Voor zover ik bekend ben met de denkwijze van de leden van het nieuwe team van Trump, zou dat wel eens het doel kunnen zijn. De nieuwe minister van Defensie, James Mattis, en het hoofd van de nieuwe nationale raad voor handel, Peter Navarro, hebben keer op keer benadrukt dat China eerst economisch moet worden aangepakt als de VS willen vermijden dat het land een militaire bedreiging wordt. Zij bekijken dat vanuit een zeer rigide perspectief van zogenoemde hegemonische cycli: als China nog eens vijf jaar de kans krijgt zich te verrijken op kap van de Verenigde Staten, dan is het afgelopen met de Amerikaanse suprematie.
FIGUREN als Mattis, Navarro, veiligheidsadviseur Mike Flynn en handelsminister Robert Lighthizer zijn echt niet van plan om Amerika een tweede Verenigd Koninkrijk te laten worden. Naast het economische beleid, zal het team van Trump zwaar blijven investeren in defensie en zal er een begin worden gemaakt met een heuse pushback ten aanzien van China in de Stille Oceaan. Het ideaal zou zijn om dat te koppelen aan een diplomatieke revolutie, die erin zou bestaan de Russen uit het kamp van China te halen. Dat is niet onmogelijk: de verkiezing van Trump is een gedroomde kans voor Poetin om toenadering te zoeken, want ook velen in het Kremlin beschouwen China op lange termijn als de grootste uitdaging. Als Europa dan tezelfdertijd ook nog eens politiek en economisch versplintert, staat niets Amerika in de weg om via bilaterale relaties meer invloed uit te oefenen. Kortom: het is lang niet zeker of de Amerikaanse eeuw met Trump definitief ten einde is gekomen.
JONATHAN HOLSLAG is professor internationale betrekkingen aan de VUB.
Als Trump het hard gaat spelen en restricties oplegt, kan dat de Chinese groei in gevaar brengen. Dat zou wel eens het doel kunnen zijn.