DOOR FRANS VERLEYEN

De Vlaamse elfdaagse, aanloop naar 11 juli, is begonnen. Daarom besteedt uw weekblad extra ruimte aan het ?dossier Vlaanderen?, zoals dat in goede en kwade dagen blijft evolueren richting 2002. Naar aanleiding daarvan leek het nuttig hier enkele citaten weer te geven. Ze verschenen de afgelopen vijf jaar op deze pagina die al een kwarteeuw in haar huidige opzet bestaat en dus als het ware een archief van zichzelf bevat. In die opslagplaats van gedachten blijkt een mengsel van optimisme en bezorgdheid over ons politieke levensgevoel te zitten.

In februari 1993, nog vóór de jongste staatshervorming, stond hier de overweging dat ?de Vlaamse politiek nu vrijwel geheel in handen is van mensen die elke gehechtheid aan een centraal Belgisch regime hebben opgegeven. Het valt echter op dat het bij ons, weliswaar in verscheidene schakeringen, overheersend geworden Vlaams nationalisme erg vaag omschreven is. We zijn min of meer eendrachtig op weg naar een toestand die we autonomie of zelfstandigheid noemen. Toch beschikken onze politici niet over een algemene theorie op grond waarvan ze hun koers naar die toekomst uitzetten.

Allerlei beelden en begrippen, uit verschillende generaties en denkrichtingen, worden nogal slordig door elkaar gebruikt. Nu er een project ?Vlaanderen 2002? in de maak is, is een discussie over de grondslagen ervan onmisbaar. Er is een uitvoerige terminologie mee gemoeid. Natie en nationalisme, volk en bevolking, staat en vaderland, het ?erfgoed?, de gemeenschap, haar identiteit, onze traditie, de taal die ?gans het volk? heette te zijn, het Vlaamse ?grondgebied… Men mag het vreemd noemen dat we met dit kluwen van onduidelijke begrippen zoveel politiek succes hebben geboekt.?

Nog in hetzelfde jaar, maar dan na de grondwetsherziening : ?In bijna alle Europese landen wordt wel eens gezegd dat de ambitie van regio’s die zich willen verdedigen tegen de nivellerende nationale eenheidsstaat of tegen conglomeraten als de EU, misbruikt kan worden. Het nationalisme heeft inderdaad vele gezichten en is een van de delicaatste thema’s waarmee onze hedendaagse intellectuelen bezig zijn. Naast negatieve gevoelsladingen bevat het nochtans veel plausibele democratische verzuchtingen.

Mensen mogen zich toch ?thuis? voelen in hun politieke en bestuurlijke omgeving. Zij hebben er recht op burger te kunnen zijn in hun eigen taal, culturele tradities, volkskenmerken enzovoort. Bovendien kan enig nationalisme ook motiverend werken bij de ontwikkeling van economie en sociale solidariteit. Het is, met andere woorden, nuttig en het vergemakkelijkt de aanvaarding van collectieve normen.?

Niettemin zegt een tekst in augustus 1994 : ?In eigen land, zo minuscuul tegenover de rest van de wereld, heeft de Vlaamse beweging ernstige oriëntatieproblemen. Haar bekendheid bij de jongere mensen daalt, ze weten niet eens meer wat haar naam eigenlijk inhoudt en wat haar doelstellingen zijn. De verenigingen en fondsen die vanouds de eerbiedwaardige ruggengraat van deze beweging vormen, hebben moeite om tegenover de moderne samenleving hun nut laat staan hun onmisbaarheid te bewijzen. Hun rol lijkt compleet overgenomen door de politici zelf, zoals minister-president Luc Van den Brande blijkbaar wil aantonen.

De Vlaamsgezindheid, als levensgevoel en actieprogramma, kampt met een wazig geworden vijandbeeld. Dat is verdampt in de nevelen van de staatshervorming het wordt moeilijk om het onrecht waartegen nog gestreden zou moeten worden, duidelijk te omschrijven. De restanten van dat onrecht zijn namelijk vrij technisch, pure boekhouding soms.?

Toch blijft een Belgisch moreel vraagstuk principieel onopgelost : de gevolgen van de naoorlogse repressie. ?Daarbij is geen enkele betrokken partij volkomen zuiver in zijn optreden geweest : de monarchie niet en evenmin de patriotten, de Londense regering, het verzet, de justitie en uiteraard de collaboratie zelf. In die hele psychiatrie van oorlog, bezetting en vergelding hebben op alle posities goede en kwade lieden een rol gespeeld. Daarom is het zo cru dat vooral Franstalig België meer dan een halve eeuw na deze poespas, moord en brand blijft schreeuwen wanneer iemand voorstelt weze het de koning om over deze periode de spons te vegen? (februari 1994).

Toch is er meer tussen hemel en aarde dan het belgicaine ritueel. ?Openheid naar buiten, samenwerking, promotie van talent, genoeg economische groei, een zekere publieke moraal, niet te veel sociale spanning, geen dictatuur. Van zulke gunstige toestanden hangt af of een gemeenschap al dan niet succesvol is. Dat heeft minder met kabinetscoalities te maken dan met wat we eenvoudig beschaving noemen : daarin ligt het rekruteringsgebied van de vele naamloze ‘regeerders’ die, zonder ooit rechtstreeks in de politiek werkzaam te zijn geweest, het leven van de hen omringende mensheid meer dan wie ook beïnvloeden : de denkers, ontwerpers, ingenieurs, leraars, verplegers of concertpianisten.?

WIE BEN IK EN WAAR KOM IK VANDAAN ?

Naar aanleiding van 11 juli 1996 woedde het debat over de Vlaamse identiteit (bestaat die en waartoe zou ze kunnen dienen ?) heftiger dan ooit. Dat leidde toen tot de passus : ?De wereld weet al lang dat er inderdaad Vlamingen bestaan, al kennen we de herkomst van hun benaming niet met zekerheid. Hij gaf het etiket ?Vlaams? aan reeds in de middeleeuwen beroemde cultuurprestaties Memling, Van Eyck, wandtapijten. Hij hoorde een min of meer gemeenschappelijke taal, gaandeweg steviger ingebed in het Nederlands.

Vlamingen bezitten een aantal typische maar niet altijd positieve sociale karaktertrekken in hun huizenbouw, stadsinrichting, voedingspatroon, religieuze bindmiddelen of het tegendeel , verenigingsleven en zo verder. (Wie dit lijstje af wil maken moet een volledige sociologie schrijven.) En sedert de vastlegging van de taalgrens beschikken ze sinds een jaar of dertig over een afgebakend territorium waardoor nu ook het maken van een eigen politieke en half-staatkundige geschiedenis mogelijk is geworden.

Men kan dus, soms en zeer gedeeltelijk, van een Vlaamse identiteit spreken. Zuiver is die nooit, want ze deelt veel eigenschappen en hun historische evolutie met tal van andere volken of collectieve verbanden. Daarom is het begrip ?volksaard? te vaag om er een politieke opdracht uit af te leiden.? Die wordt al heel gauw een Blok aan het been.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content