Absolute multicultuur? ‘Vind ik even grote onzin als “eigen volk eerst” ‘. Fundamentalisme? ‘Ach, ik word niet goed van alle hysterie. Er zijn alleen problemen met politiek fundamen-talisme.’ Antropoloog en Arkprijs-winnaar Rik Pinxten over hoe het met de wereld gaat.

Voor we overgaan tot de wanorde van de dag, eerst iets over die Arkprijs van het Vrije woord die hij woensdag krijgt. ‘Het is best geheimzinnig’, grijnst hij. ‘Ik weet zelfs niet wie er in de jury zit – dat is heel moeilijk te achterhalen. De prijs is in 1950 ontstaan uit protest tegen de weigering om Marnix Gijsen de Prijs voor Letterkunde van de provincie Antwerpen toe te kennen wegens ‘onzedelijke taal’. Sindsdien wordt hij uitgereikt aan mensen die zich hebben ingezet voor de vrijheid van denken. Het is een symbolische prijs, er is geen geldsom aan verbonden of zo. De naam van de laureaat wordt in een schrijn gegrift en dat is het. Natuurlijk ben ik er heel blij mee. Van alle mensen die ‘m ooit gewonnen hebben, zijn er maar twee of drie die in de vergetelheid zijn beland. Van de twee één: ofwel maakt het comité altijd een zeer goede keuze. Ofwel heeft de prijs effect, natuurlijk. In elk geval wil ik ook mijn medewerkers erkentelijk zijn.’ (grinnikt)

Er wordt dezer dagen nogal wat gepalaverd over het vrije woord. Nu werpt, godbetert, zelfs het Vlaams Blok zich op tot behoeder van de vrije meningsuiting. Alleen academici hoor je zelden in het maatschappelijk debat.

RIK PINXTEN: Einstein waarschuwde daar indertijd al voor. ‘We zijn flink op weg om allemaal vakidioten te worden.’ Het is er sindsdien niet op verbeterd, integendeel. Ik merk dat in mijn eigen omgeving: de laatste jaren word je als wetenschapper aangemoedigd om zo bureaucratisch mogelijk te werken. Het is makkelijk en veilig, natuurlijk: alleen maar artikels publiceren in wetenschappelijke tijdschriften zonder je te mengen in het maatschappelijke debat. Of zonder over het muurtje te kijken. Ik vind die tendens niet alleen ergerlijk, het is ook kortzichtig.

We leven meer dan ooit in een kennismaatschappij, waarin creativiteit en openheid belangrijke vaardigheden zijn geworden. Dan begrijp ik die Bologna-verklaring niet, die het hoger onderwijs wil uniformiseren en zo een technocratische visie doordrukken. Voor welk heilig doel zou je dat doen? Landen als Ierland hebben eeuwenlang de ene fantastische dichter na de andere voortgebracht. Of Vlaanderen: de ene schitterende schilder na de andere… Dan zeg je toch niet: ‘Stop! Vanaf nu hebben we alleen nog maar uniforme denkers en artiesten nodig.’ Door creativiteit te wurgen, doen we onszelf de das om. Of willen we een mierenmaatschappij?

U doceert vergelijkende religiestudies, maar toch noemt u zichzelf een ‘religieuze atheïst’. Leg dat eens uit.

PINXTEN: Als atheïst verzet ik mij tegen elke vorm van kerkelijke instelling. Ik geloof ook niet in een god als verklaringsgrond voor de wereld. Maar ik vind religie wel heel fascinerend. De mens wordt als gebrekkig, hulpeloos wezen geboren. Hij moet alles nog leren. Maar tegelijkertijd is hij het enige wezen op aarde dat kan fantaseren. Daardoor is hij in staat kunst, wetenschap of religie te creëren. Wij kunnen een god verzinnen en daar nog in geloven ook. Daar is niets mis mee. Religie kan belangrijk zijn in de opbouw van je identiteit. Ze kan een leegte opvullen, troost bieden op moeilijke momenten… Als atheïst ben ik ook bezig met de vragen die religieuzen bezighouden. Het voordeel is dat ik als atheïst vrij ben in verschillende religies te verkennen wat de mens allemaal heeft voortgebracht.

U bent logebroeder. Is de loge ook geen vorm van religie?

PINXTEN: Ik vind van wel. In de loge worden bijeenkomsten gehouden, rituelen…, allemaal kenmerken van een religie. Probleem is dat de meeste mensen de begrippen ‘religie’ en ‘godsdienst’ verwarren. In een godsdienst staat een god centraal. Die leeft in een andere wereld, en daaraan zweer je gehoorzaamheid. Deze specifieke invulling van religie is een heel lokaal fenomeen. In de wereld bestaan zo’n 4000 religieuze tradities. Een groot deel daarvan kent geen god of geloofsopvattingen. Religie is dus veel ruimer: het is een manier om in contact te komen met datgene wat je overstijgt. Daarbij hoef je niet te geloven: je kunt ook mediteren bijvoorbeeld.

Waar komt godsdienst voor?

PINXTEN: Vooral in het gebied rond de Middellandse Zee: daar ontstonden het christendom, de islam en het jodendom als typische godsdiensten. Niet toevallig dragen die godsdiensten het fundamentalisme in zich, omdat ze zich baseren op goddelijke teksten. Nu goed, op zich heb ik geen probleem met fundamentalisme.

Pardon?

PINXTEN: Het fundamentalisme is in het verleden een enorm motiverende kracht geweest voor kunstenaars, wetenschappers…. Mensen die zich hebben laten inspireren door godsdienstige bronnen, hebben fantastische dingen gemaakt. Neem nu de Taj Mahal: een wereldwonder. Dat kan alleen gemaakt zijn door mensen die hun boodschap ernstig namen. Het zou nogal gek zijn dat te ontkennen.

De aberraties beginnen in een tweede fase, wanneer mensen dat ook politiek willen vertalen. Wanneer ze die bronnen gebruiken om voor iedereen de maatschappij en de moraal te dicteren. Zo’n politiek fundamentalisme leidt automatisch tot een zuiverheidsdenken, tot het elimineren van diversiteit. Het begint altijd met de vrouw weer naar huis te sturen, homo’s uit te stoten… De motivatiekracht is zo groot dat ze desnoods tot de laatste snik, tot de laatste man doorgaan. Kijk naar de godsdienstoorlogen uit de 17e eeuw: één tot twee derde van de Duitse bevolking werd uitgemoord. En waarom? Omdat ze één boek verschillend interpreteerden. Dat gevaar is er nog altijd, alleen is het speelgoed gevaarlijker.

Daarom vind ik het belangrijk dat de scheiding tussen kerk en staat gerespecteerd wordt. Dat lijkt misschien vanzelfsprekend, maar dat is het niet. Kijk naar de groeiende invloed van Opus Dei in Rome. En na jaren lobbyen heeft de Christian Identity Movement , een groep protestantse fundamentalisten, een minister in de Bush-regering. Dat wil toch allemaal iets zeggen? Bush praat ook vanuit dat soort religieuze categorieën: ‘de goeden’ en ‘de slechten’ .

Dezelfde retoriek vind je terug bij extreem-rechts.

PINXTEN: Ja, en dan in termen van ‘cultuur’. Lange tijd heeft extreem-rechts mensen gediscrimineerd op biologische gronden. De nazi’s bijvoorbeeld zagen blauwe ogen en blond haar als een teken van superioriteit. Die superieure kenmerken mochten niet in het gedrang komen door rassen te mengen. Tot de wetenschap midden jaren zestig aantoonde dat het biologische rasbegrip volstrekt onzinnig is. De genetische variatie van een volk dat in afzondering leeft, is even groot als de genetische variatie binnen een groep afkomstig uit verschillende werelddelen.

Onder invloed van de Franse filosoof Alain de Benoist en zijn denktank GRECE heeft extreem-rechts het begrip ‘ras’ vervangen door ‘cultuur’. In geen enkel blaadje van het Vlaams Blok zul je iets lezen over een ‘minderwaardig ras’. Maar het discours is hetzelfde gebleven. Ze spreken nu over een superieure cultuur, die niet besmet mag worden door vreemde cultuur. De democratische partijen hebben veel te laat ‘cultuur’ als een belangrijke identiteitsvormer erkend. Ze waren gebiologeerd door economie en dachten: als de economie goed draait, zal extreem-rechts wel verdwijnen. Niet dus.

Komt daarbij dat het politieke gezag de laatste jaren is uitgehold. Het meest symbolische voorbeeld was Jean-Luc Dehaene, die als premier lijdzaam moest toekijken hoe in zijn eigen stad Vilvoorde de Renaultfabriek werd opgedoekt. Een meer symbolische opheffing van politieke macht kun je je niet voorstellen. Het gevolg is dat mensen meer en meer hun identiteit bedreigd zien in de nieuwe wereldorde. En extreem-rechts pretendeert natuurlijk dé oplossing te hebben. Zij zeggen: ‘Onze cultuur heeft alles voortgebracht en de migranten profiteren van onze welvaart.’ Wat natuurlijk klinkklare onzin is, want de hele zogenaamde Vlaamse cultuur berust op een voortdurend geherinterpreteerd verleden. Stel dat je met een teletijdmachine Jan Breydel of Pieter De Coninck naar de 21e eeuw zou flitsen: dat zijn stinkende, tandeloze, onbeschofte barbaren, die niks van onze wereld en onze cultuur begrijpen. Wij zijn kosmopoliet, geamerikaniseerd… Je kúnt niet spreken over dé Vlaamse cultuur die eeuwig of onveranderlijk zou zijn. En mensen uitsluiten op grond van die fictieve essentie is helemaal gek.

Het alternatief heet de multiculturele samenleving.

PINXTEN: Nee, want die vind ik even problematisch. Als je het multiculturalisme radicaal doordenkt, is het net zo goed een racistisch discours. Multiculturalisten zeggen: ‘De samenleving bestaat uit culturele eilandjes, die allemaal eilandje mogen blijven.’ Maar zo vorm je toch geen samenleving? Zo creëer je een kastenmaatschappij. Dat multiculturalisme kan heel ver gaan. Tijdens de laatste regering-Kok in Nederland stelde minister van Volksgezondheid Borst voor om vrouwenbesnijdenis toe te laten. Weliswaar op een technologisch correcte manier uitgevoerd: door dokters en terugbetaald door de sociale zekerheid. Haar argument was: ‘Zo brengen we vrouwenbesnijdenis binnen ons systeem.’ Ik zeg nee, want het is en blijft wel vrouwenverminking en dus totaal onaanvaardbaar. De keuze tussen extreem-rechts en multiculturalisme vind ik vals: geen van beide biedt een oplossing voor de hele bevolking. Het zijn allebei verkeerde uitgangspunten om maatschappelijke afspraken te maken, want die moeten gelden voor alle bewoners van een bepaalde ruimte.

Wat is dan wel de oplossing?

PINXTEN: Culturen mengen zich in onze tijd steeds sneller. De eerste McDonald’s in Peking was wereldnieuws. Culturen verdwijnen, las je toen overal. Onzin. Alsof de Chinezen plots allemaal verwesterst waren. Hier zijn toch ook Chinese restaurants en zijn wij dan Chinees geworden? Nee, culturen overleven juist door voortdurend dingen van elkaar over te nemen. Daarom moet je mensen vaardig maken om met die culturele en religieuze verschillen om te gaan. Een essentiële voorwaarde is echter dat iedereen die in Europa wil wonen een aantal basiswaarden onderschrijft: vrijheid, gelijkheid en solidariteit. De waarden van de Verlichtingsfilosofen, dus. Niemand vecht bijvoorbeeld ons systeem van sociale zekerheid aan, terwijl de Amerikanen dat een totaal communistisch idee vinden. Iedereen vindt het hier vanzelfsprekend dat je homo’s niet uitsluit, terwijl je daar in Saudi-Arabië groot applaus voor krijgt. Wel, ik vind dat wij tegen migranten gerust mogen zeggen: ‘Zo leven wij, dat is nu ons project.’ Op basis daarvan kun je zeggen: vrouwenverminking kan niet in Europa. Een Marokkaanse vader die zijn dochter niet wil laten verder studeren omdat dat niet mag van zijn godsdienst, evenmin. Maar ook een Blokker moet diezelfde waarden delen, wat evenmin het geval is. Als je dat tegen multiculturalisten zegt, vallen ze bijna omver. Maar ik vind het essentieel. Daarnaast mogen vrouwen gerust een hoofddoek dragen… dat zijn secundaire zaken, daarover gaat het niet.

Daarover gaat het wel, vinden politici.

PINXTEN: (zucht) De mentaliteit van politici is jarenlang geweest: ‘We hebben een beetje sympathie voor de multiculturalisten en we zijn tégen het Vlaams Blok, maar misschien stelt het wel de juiste vragen.’ Wel, dat is mossel noch vis, dat is niks. Nu merk je dat de democratische partijen het ook niet meer weten. Het begrip ‘integratie’ is uit alle politieke speeches verdwenen en niemand weet nog wat het woord juist betekent.

Discussies zoals die over de hoofddoek zijn schijnvertoningen. Politiek moet over fundamentele keuzes gaan. Van de vorige verkiezingscampagne is mij een uitspraak bijgebleven van Wilfried Martens. Binnen nu en tien jaar, zei hij, gaan 30 miljoen mensen in Europa met pensioen. Er zijn vijf miljoen gekwalificeerden om hun job over te nemen. Een massale aanslag op onze welvaart. Dáárover, zei hij, zouden deze verkiezingen moeten gaan. Nu heb ik Martens daar ook nooit meer over horen praten. Maar goed, in se had hij wel gelijk: dat zijn echte problemen. (zwijgt even) Mensen hebben meer dan ooit politieke scholing nodig: ze moeten beseffen wat politici kunnen doen en niet meer kunnen doen. Met die scholing moet je nu beginnen. Niet over tien jaar, als de bom ontploft is.

Om een mentaliteit te wijzigen, is meer nodig dan alleen maar informatie, neem ik aan.

PINXTEN: Natuurlijk. Wij zijn allemaal rationele wezens geworden, die zoveel mogelijk informatie moeten verwerken, zonder zelf nog te ervaren. Dat rationalisme is dienstig voor wetenschap en technologie, maar is maatschappelijk een te enge uitgangspositie. Als relaties puur rationeel worden, beginnen mensen van elkaar te vervreemden. Sting zong tijdens de Koude Oorlog ‘The Russians love their children too’. Dat is waar, maar ons hebben ze toen iets ander aangeleerd. Ik denk dat kunst en cultuur hier een belangrijke rol kunnen spelen. Als je met de Marokkaanse buur van twee straten verder een concert organiseert, dan leer je hem kennen en beter begrijpen. Ik volg Mark Elchardus volledig als hij zegt dat een volk met een rijk verenigingsleven een verdraagzaam volk wordt.

Kunst en cultuur als middel tegen verzuring, dus.

PINXTEN: Ik beweer natuurlijk niet dat kunst en cultuur de wereld redden. Maar het kan wel een hulpmiddel zijn. Ook de overheid kan hier een rol spelen. Politici kunnen andere accenten leggen in de cultuursubsidies. Heeft opera vandaag nog bestaansrecht? Natuurlijk. Maar vraag is of de hele maatschappij mee moet betalen voor altijd dezelfde voorstellingen. Iets anders wordt het als een opera zich wil openstellen voor nieuwe invloeden. En zo ook nieuwe publieken gaat lokken. Neem nu het werk van Alain Platel: is dat klassieke muziek? Opera? Ballet? Ik zou eerder zulke initiatieven steunen. Zo pleit ik ook voor subsidies voor experimenten. Bij wetenschappelijk onderzoek is het zo dat vijf procent niet ‘nuttig’ hoeft te zijn. Maar uit die vijf procent komen vaak onverwachte dingen, die de andere 95 procent inspireren. In de culturele sector moet dat ook mogelijk zijn.

Een tijdje geleden lanceerde Gerard Mortier het idee voor een groot muziekforum ‘De Krook’ in Gent. Hij baseerde zich daarvoor ook op uw ideeën…

PINXTEN: Er is op alle gebieden nood aan een ontmoetingsruimte waar grenzen doorbroken kunnen worden. Om nog eens het voorbeeld van Platel aan te halen: die vindt vandaag geen plaats om zijn werken deftig op te voeren. Er bestaat doodeenvoudig geen infrastructuur voor dat soort podiumkunsten.

De cultuurwereld reageerde niet echt enthousiast op De Krook.

PINXTEN: De vrees van artiesten is altijd: dat zal toch niet ten koste gaan van mijn subsidies?

Is het hele project niet te megalomaan? Kijk naar Brugge: daar hebben ze net een peperduur Concertgebouw neergepoot, terwijl de hele cultuursector zit te krabben voor subsidies.

PINXTEN: Dat is inderdaad een voorbeeld van hoe het niet moet. Niemand heeft zich vooraf afgevraagd wat ze met dat gebouw zouden aanvangen. En nu zeggen ze: ‘Wat kunnen we met die doos doen? Te huur zetten?’ Waanzinnig vind ik dat. Kijk, de kostprijs voor De Krook bedraagt ruw geschat 60 miljoen euro. De nieuwe gerechtsgebouwen in Gent of Antwerpen kostten een veelvoud daarvan. Was dat nodig? Ik weet het niet, maar ik heb in elk geval niemand horen klagen over die gebouwen.

Ik erger mij wel eens aan de manier waarop dat soort discussies wordt gevoerd. Het is altijd: mijn stad, mijn dorp, mijn cultureel centrum… In het geval van De Krook spanden Antwerpen en Brugge samen tegen Gent. Dat is toch absurd? We leven in de meest verstedelijkte regio in de wereld. In tegenstelling tot in Zuid-Afrika of Nebraska ligt elke stad hier op een uur afstand rijden. Moet elk Vlaams dorp dan zijn eigen cultureel centrum hebben? Ik vind van niet. Creëer een volledig aanbod voor heel Vlaanderen, waarmee je toeristen kunt lokken. Dat kan alleen interstedelijk, maar dat vergt een andere mentaliteit.

U wordt er zowaar moedeloos van.

PINXTEN: Ach, ik vind het gewoon een gemiste kans. Nu goed, De Krook zal er komen, daar twijfel ik geen moment aan. Alleen zal het waarschijnlijk niet in Gent zijn, maar in Rijsel of Eindhoven. Maar kom, ik heb eindelijk weer eens mensen horen discussiëren over een idee. Misschien was het daarvoor al de moeite waard.

Door Stijn Tormans

‘Wie weet nog wat het woord ‘integratie’ betekent?’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content