Ook Barack Obama zal te allen tijde de Amerikaanse belangen vooropstellen, betoogt gewezen PS-voorman Guy Spitaels in zijn nieuwe boek Obama président, la méprise.
Sinds zijn veroordeling in het Agusta-Dassaultproces schrijft voormalig PS-voorzitter Guy Spitaels boeken over internationale kwesties. Voor zijn uitgever Luc Pire is de productieve Dieu ook letterlijk een godsgeschenk. ‘Il est fort, Spit’ zegt hij bewonderend na afloop van de boekvoorstelling in het statige Brusselse Hotel Métropole.
Oude kameraden van Spitaels vielen er in Hotel Métropole niet te bespeuren. Een van de zeldzame keren dat Spitaels de voorbije jaren zijn binnenlandse stilte doorbrak, was dan ook om PS-voorzitter Elio Di Rupo op zijn nummer te zetten. Met het onderwerp van zijn nieuwe boek zal Spitaels zich in linkse kringen ook niet echt geliefd maken. Kern van zijn betoog is namelijk dat het buitenlandse beleid onder Barack Obama weinig van de verhoopte change zal bevatten en slechts marginaal zal verschillen van dat van zijn Democratische en Republikeinse voorgangers. Met Obama krijgt Amerika een leider die weliswaar niet langer onder de nefaste invloed van de neoconservatieve lobby staat, maar ook de eerste zwarte Amerikaanse president zal op de eerste plaats een door de Amerikanen gedomineerde wereldorde in stand proberen te houden. Le président sera exceptionnaliste et guerrier, aldus Spitaels, want overtuigd van de uitzonderlijke missie die zijn land in de wereld moet volbrengen en verwikkeld in twee oorlogen.
De nieuwe huurder van het Witte Huis, voorspelt Spitaels, zal zich inschrijven in een lange traditie, waarbij over de internationale gemeenschap heen wordt gewalst zodra de Amerikaanse belangen in het gedrag komen. De méprise of de vergissing bestaat er dus in dat ook Obama niet de breuk met het verleden zal bewerkstelligen waar wereldwijd veel mensen op hopen, maar als puntje bij paaltje komt een klassiek beleid zal voeren, met de VS als politieman van de wereld. De verwachte aanstelling van Hillary Clinton op het depar-tement Buitenlandse Zaken belooft in dat opzicht weinig goeds, vindt Spitaels, die een vernietigende balans opmaakt van het buitenlandse palmares van haar echtgenoot Bill Clinton. Spitaels klinkt een beetje als een pretbederver, te midden van de gelukzalige Obamaroes waarin een groot stuk van de publieke opinie verkeert. ‘ Tant pis, ou tant mieux’, zegt hij met een glimlach.
Uw boek gaat over het foute beeld dat velen volgens u van Barack Obama hebben.
GUY SPITAELS: Voor alle duidelijkheid: als ik Amerikaans burger was geweest, had ik ook voor Barack Obama gestemd en ik ben dus de eerste om me over zijn verkiezing te verheugen. Ik heb zijn boeken gelezen en ben onder de indruk geraakt van zijn intellectuele capaciteiten. Gedurende de lange verkiezingscampagne heeft hij bovendien groot meesterschap getoond. Ook de culturele revolutie die de verkiezing van een gekleurde president in Amerika met zich meebrengt, laat me uiteraard niet koud.
De misvatting over Obama geldt dus niet zijn persoonlijke kwaliteiten, die zijn buiten categorie, maar wel de dromen die sommigen ten aanzien van Obama koesteren, namelijk dat hij internationaal een totaal nieuwe koers zal gaan varen. Mijn boek neemt stelling tegen de ronduit naïeve verwachtingen van een bepaald deel van de publieke opinie en de intelligentsia, in het bijzonder in Europa en ter linkerzijde van het politieke spectrum.
Verwachten ook Amerikaanse intellec-tuelen niet dat Amerika onder president Obama op een andere manier in de wereld zal staan?
SPITAELS: Ja en nee. Iemand als Fareed Zakaria, een eminent Amerikaans politicoloog, zegt eigenlijk niets anders dan wat ik zeg, namelijk dat de marge om daadwerkelijk iets te veranderen beperkt is. De aan Harvard verbonden historicus Paul Kennedy, een intellectuele reus, schreef kort na de verkiezing van Obama in The Herald Tribune iets soortgelijks. Ondanks de alomtegenwoordige Obamanie, toe te schrijven aan de uitzonderlijke persoonlijkheid van de verkozen president, beseffen de meest lucide geesten in de Amerikaanse samenleving – ik denk ook aan mensen als Thomas Friedman – dat de unipolaire wereldorde, met Amerika als enige supermacht, verleden tijd is. Maar dat inzicht is jammer genoeg niet richtinggevend voor degene die de functie van Amerikaans president bekleedt en die bovendien met handen en voeten gebonden is aan zwaarwegende private en publieke belangen. Het Pentagon bijvoorbeeld, een echte staat binnen de staat. De militaire uitgaven van de VS vertegenwoordigen 40 procent van alle militaire uitgaven wereldwijd. De Amerikanen domineren de oceanen met hun vliegdekschepen – zelfs China heeft er nog geen. De Amerikanen hebben ook ontelbare militaire basissen in heel de wereld. Wie laat vrijwillig zo’n machtspositie los?
U laat in uw boek zien hoe weinig het buitenlandse beleid van naoorlogse Democratische Amerikaanse presidenten uiteindelijk verschilt van dat van Republi- keinse presidenten, ondanks mooie woorden en bevlogen idealen.
SPITAELS: (knikt) Ik neem het buitenlandse beleid van de zes Amerikaanse Democratische presidenten vanaf de Tweede Wereldoorlog onder de loep. Natuurlijk, voor de eigen samenleving hebben zij grootse dingen verwezenlijkt – de New Deal van Franklin Roosevelt, de Civil Rights Act van Lyndon Johnson. Maar die laatste heeft zijn land wel meegesleurd in die afschuwelijke oorlog in Vietnam. Zijn voorganger, John Kennedy, heeft het militaire budget aanzienlijk verhoogd en heeft onder andere de mislukte invasie van Cuba en het begin van het oorlogsproces in Vietnam op zijn conto.
Of neem Bill Clinton, de saxofoonspelende mister nice guy. Zijn beleid in de Balkan was ronduit funest. Ook over wat hij gedaan heeft in Camp David hoeven we ons geen illusies te maken. Ik citeer in mijn boek de gewezen Israëlische minister van Buitenlandse Zaken Shlomo Ben Ami, die in 2006 verklaarde dat hij als Palestijn de akkoorden van Camp David ook niet ondertekend zou hebben. Clintons schoktherapie voor Rusland was dan weer weinig therapie en veel schok. Gedurende de acht Clintonjaren is Rusland vooral vernederd, en het is nooit goed om een potentiële partner te vernederen. Denk ook aan Clintons oorverdovende stilte tijdens de genocide in Rwanda. Vader Bush, de Republikeinse voorganger van Clinton, heeft achteraf bezien een veel gematigder beleid gevoerd. Terwijl Clinton, de sympathieke Democratische knul, een aanhanger is gebleken van de klassieke Amerikaanse realpolitik. Maar ook de nieuwe Amerikaanse president zal de Amerikaanse belangen te allen tijde vooropstellen. Het verbaast me dat sommigen zo naïef zijn te denken dat hij de internationale gemeenschap opnieuw een vooraanstaande rol zal laten spelen.
Wat zijn de contouren van die klassieke Amerikaanse realpolitik die u, met kleine variaties, ziet terugkeren bij zowel Democraten als Republikeinen?
SPITAELS: De lezers van Knack zouden echt het tien jaar geleden verschenen The Grand Chessboard van Zbigniew Brzezinski eens moeten lezen of herlezen. Brzezinski was nationaal veiligheidsadviseur onder president Jimmy Carter en duikt vandaag op in de omgeving van Obama. Zijn boek bevat de kern van heel het Amerikaanse buitenlandse beleid. Tegenover het te wantrouwen Rusland moet je een politiek van de harde lijn aanhouden om de Russische geopolitieke ambities in toom te houden. In Azië moet je Japan tegen China uitspelen. In Europa moet je werken aan het tot stand brengen van een as van Frankrijk over Duitsland naar Polen en Oekraïne. Daar heb je de ellende! Je moet er tevens op toezien dat een verenigd Europa niet uitgroeit tot een rivaal van de VS. In het Midden-Oosten moet alle aandacht gaan naar controle over de olierijkdommen. Héél de realpolitik met betrekking tot Rusland, Europa, China, het Midden-Oosten – het zit allemaal in dat boek. Niet van de hand van een weerzinwekkende neoconservatief, maar van een vooraanstaande Democraat die zich nog altijd in de buurt van de Democratische machthebbers ophoudt. Wat moet ik daar nog aan toevoegen?
Na acht jaar Bush is Amerika de meest gehate natie in de wereld. Zal Obama niet alleen daarom andere beleidsaccenten willen leggen?
SPITAELS: Obama zal als pas verkozen president wittebroodsweken beleven en daarvan allicht gebruikmaken om een internationaal charmeoffensief te voeren. Maar ik zou daar toch niet te veel van verwachten. Het antiyankee sentiment in Latijns-Amerika is zo sterk dat zelfs Obama daar niet tegen opgewassen is. En zodra de echte problemen opnieuw aan de oppervlakte komen, zal Obama zich gedragen zoals elke andere Amerikaanse president. Neem Iran. De centrifuges draaien, de politieke onderhandelingen zijn mislukt. Geostrategische experts verschillen van mening over de precieze datum waarop Iran over een kernbom kan beschikken, maar dát Iran eraan werkt, wordt door niemand betwist. Wat gaat Obama doen op het moment van de waarheid? Wat betreft Afghanistan heeft Obama een harder standpunt ingenomen dan John McCain. Hij wil niet alleen zoals McCain Amerikaanse troepen uit Irak naar Afghanistan overvliegen, hij is ook voorstander van rechtstreekse militaire interventie in de tribale zones van Pakistan. Wat zal de houding van Obama tegenover Rusland zijn? Zal hij de door Rusland met afgrijzen gadegeslagen politiek van uitbreiding van de NAVO voortzetten, of zal hij die uitbreiding, systematisch nagejaagd door Clinton en vervolgens Bush, desavoueren? Ik denk het eerste.
U schrijft dat Obama nauwelijks een eigen stempel op het Amerikaanse buitenlandse beleid zal kunnen of willen drukken. Maar met twee uitzichtloze oorlogsfronten krijgt hij ook wel een loodzware erfenis – de zwaarste sinds de naoorlogse president Truman, schreef The Economist – in de schoot geworpen.
SPITAELS: Ik betwist niet dat George W. Bush de slechtste Amerikaanse president ooit is geweest. Maar Obama erft niet alleen zijn nalatenschap. De Democraten hebben de invasie in Afghanistan als één man goedgekeurd. Bill Clinton is destijds met de uitbreiding van de NAVO begonnen. Een aantal Democraten, zoals Hillary Clinton die straks waarschijnlijk minister van Buitenlandse Zaken wordt, heeft vóór de oorlog in Irak gestemd. Wat Israël betreft, heeft Obama tijdens de campagne verklaard dat Jeruzalem de ondeelbare hoofdstad van Is-raël moet blijven. Hillary Clinton staat bekend om haar nauwe banden met de invloedrijke pro-Israëlische lobby. Zo radicaal verschillen de Democraten dus ook weer niet van de Republikeinen in hun internationale opvattingen.
Obama wil Guantanamo sluiten en de Amerikaanse troepen zo snel mogelijk weg uit Irak. Mag dat dan geen stijlbreuk heten?
SPITAELS: John McCain wilde Guantanamo natuurlijk ook dicht, maar die sluiting zal inderdaad een sterk symbool zijn. Maar kijk toch uit met Irak. Volgens het akkoord tussen de huidige Amerikaanse regering en die van Irak zullen de Amerikaanse troepen uiterlijk in 2011 het land verlaten. Obama zal dat niet vervroegen. Maar dat betekent dus nog drie jaar. En wie kan garanderen dat het akkoord zal worden nageleefd? De toestand is nog erg labiel, het land is ontwricht. Ik ben er lang niet zeker van dat de Amerikaanse troepen over drie jaar Irak verlaten zullen hebben.
Uit uw boek blijkt wederom dat Europa nauwelijks meespeelt op het wereldtoneel, maar verwacht u onder president Obama toch een verbetering van de trans-Atlantische betrekkingen?
SPITAELS: De Europeanen zijn soms aandoenlijk naïef. De Europese ministers van Buitenlandse Zaken, niet zo lang geleden bijeen in Marseille, verklaarden na afloop van die vergadering voortaan op voet van gelijkheid met de Amerikanen te willen samenwerken. Nu is Europa weliswaar ’s werelds sterkste economische machtsblok, politiek blijft het een dwerg. De Amerikanen weten maar al te goed dat wij het eigenlijk over niets eens zijn. Ik geloof dus niet in een trans-Atlantische dialoog op voet van gelijkheid. Het zal een gesprek blijven tussen een grote en machtige natie aan de ene kant en een hopeloos verdeelde Europese Unie aan de andere kant.
Amerika is een grootmacht op zijn retour, schrijft u. Maar u citeert ook progressieve Amerikaanse denkers die in weerwil daarvan volhouden dat de wereld een internationale politieman als Amerika nodig heeft.
SPITAELS: Ook Obama schrijft in een uitvoerig artikel in Foreign Affairs over zijn buitenlandse agenda dat de wereld niet zonder een sheriff kan en dat hij zich unilateraal zal opstellen zodra de Amerikaanse belangen in het gedrang komen. Tot zover de stijlbreuk.
Hoewel ook Jimmy Carter een paar goede punten scoort, lijkt voormalig presidentskandidaat Al Gore de Amerikaanse Democraat te zijn die uw voorkeur geniet?
SPITAELS: Van alle naoorlogse Democratische presidenten is Carter inderdaad degene die het meest conform zijn ideeën heeft gehandeld, hoewel ook hij op een aantal vlakken ernstig heeft gefaald. In de huidige generatie Democraten spreekt de figuur van Al Gore me sterk aan, zeker sinds zijn indrukwekkende boek The Assault on Reason, een genadeloze en radicale kritiek van het Amerikaanse politieke systeem en de allesoverheersende rol van het geld daarin. Voeg daarbij alles wat Gore voor het milieu heeft gedaan. Ik vind het dan ook heel jammer dat hij blijkbaar niet langer op de voorgrond wil treden, want de man heeft kaliber.
Tot slot: de 21e eeuw, daarvan bent u overtuigd, zal niet Amerikaans zijn.
SPITAELS: De wereld is vandaag al multipolair. De Amerikaanse hegemonie brokkelt af, China komt sterk opzetten. China domineert Azië, zit in Afrika, in Latijns-Amerika, en is dus een global player. China is een gigant geworden, daar kan Amerika niets meer tegen beginnen.
GUY SPITAELS , OBAMA PRéSIDENT, LA MéPRISE, EDITIONS LUC PIRE, 253 BLZ.
DOOR HAN RENARD