De houdbaarheid van politieke idealen is beperkt. 175 jaar geleden stond er geen maat op het patriottisme van de Belgen. L’orange de la liberté was dan toch van de Hollandse boom gevallen.
‘Eendracht heersch’ aan Maas en Scheldeboorden,’ zong de dichter Julius de Geyter. ‘ En zij België ’t Griekenland van ’t Noorden / Waar de kunst haar lauwerboomen plant.’
‘ Geen woord, in dietsche tael, klinkt zoeter in myne oren,/ En roert my feller ’t hart dan de erenaem van Belg,’ getuigde Lodewijk Billiet, de dichtende schoolopziener van Sint-Niklaas in zijn Vaderlandsche Gezangen. En toen historicus Godefroid Kurth en politicus Edmond Picard gingen beweren dat er zoiets als ‘ l’âme belge’ bestond, dan werden ze op hun woord geloofd.
Tot de Waalse socialist Jules Destrée de bom gooide met zijn Lettre au roi, die begon met de vernietigende vaststelling: ‘ In België zijn er Walen en Vlamingen. Er zijn geen Belgen.’ En eigenlijk is het sinds die 15 augustus 1912, dag waarop Destrée zijn open brief in het licht gaf, nooit meer goed gekomen.
Van dan af ebt de twijfel en de argwaan tussen Noord en Zuid af en aan. We stappen sindsdien van het ene Compromis des Belges – het eerste compromis werd gesloten in 1929 tussen, jawel, Jules Destrée en de Vlaamse kraaiende haan Camille Huysmans – naar het andere. Want dat is wat onze opeenvolgende staatshervormingen zijn geweest: Belgische compromissen, het ene al geslaagder dan het andere.
Maar van compromis tot compromis dreven het noorden en het zuiden des lands van elkaar weg. Vlamingen die vandaag de Franstalige kranten lezen, hebben de indruk dat hen over het buitenland wordt bericht. Zoals de Waalse kijker die naar de journaals van VRT of VTM zapt in de overtuiging geraakt dat hij in een ander land is verdwaald.
Zelfs federale verkiezingen zijn in ons land veelal een oefening in regionale navelstaarderij. Pas de dag na de stembusslag begint het te dagen dat er geregeerd moet worden met partijen aan de andere kant van de taalgrens. En dan ontstaan ineens de politieke clichés. Tot voor enkele decennia werd tot in Luik geklaagd over l’état CVP. Vandaag verkeren nogal wat Vlamingen in de overtuiging dat ze onder het juk van de PS en van Elio Di Rupo in het bijzonder moeten doorstappen.
Maar hoewel een aantal Vlaamse ondernemers en bankiers recent nog tot de bevinding kwamen dat België geen enkele economische meerwaarde meer biedt voor Vlaanderen, toch lijkt geen van de Vlaamse en Franstalige vertegenwoordigers van de democratische partijen die het land besturen, bereid het s-woord – scheiding – uit te spreken. Blijkbaar houden ondanks alles nogal wat draden, niet alleen van de staatsmechanismen die de onderlinge solidariteit regelen, maar ook culturele en zelfs sentimentele, de twee landsdelen aaneen.
Dat van die culturele en sentimentele banden valt te merken bij tal van gelegenheden. Zo tonen nogal wat lezers van Le Vif/L’Express belangstelling voor de zomerwandelingen van Knack, terwijl in de vakantieperiode Knack-lezers moeiteloos de taalgrens over trekken voor de uitstappen georganiseerd door het Franstalige zusterblad.
Tal van Vlaamse jongeren vestigen zich in Brussel – althans tijdelijk – en worden er, vreemd genoeg, prompt aangestoken door neobelgicain sentiment. Jacques Brel, een Franstalige Brusselaar van West-Vlaamse origine, die Vlamingen en flaminganten geregeld de oren waste, haalde voor kort de top-10 van het VRT-spel De Grootste Belg. Dat is niet zo verwonderlijk, want volgens wijlen Johan Anthierens was Bruxelles het Brelgisch volkslied.
De Oostendenaar Arno is intussen tot de Franstalige muziekscène gaan behoren. Terwijl de films van de Waalse broers Dardenne in Vlaanderen meteen worden gedecodeerd en bijgevolg gewaardeerd.
Is het omdat ze intussen aan het opgaan zijn in het veel grotere Europese geheel dat de aandrift om zich van de andere te onderscheiden, zowel bij Vlamingen als Franstaligen is afgenomen en dat de belangstelling voor elkaar weer toeneemt? Best mogelijk.
Bij Le Vif/L’Express en Knack leek dit in elk geval een moment om die toenemende wederzijdse belangstelling aan te moedigen. Vandaar deze keerdruk van de belangrijkste twee nieuwsmagazines in het koninkrijk, waarin de nieuwe Vlamingen en Franstaligen zich aan elkaar voorstellen. 175 jaar na de Belgische onafhankelijkheid, na de schier eindeloze stroom van politieke en andere idées recues, komt zo’n hernieuwde kennismaking niks te laat.
Rik Van Cauwelaert