Over de Noord-Ierse kwestie wordt momenteel onderhandeld. En dus ook over de meer dan vijfhonderd mannen en vrouwen, die in de gevangenis zitten omdat ze via geweld een oplossing zochten.
EEN BERICHT UIT BELFAST
Verrader. Het woord, met alle woede die erin stak, sloeg in het gezicht van Tony Blair, toen de nieuwe Labour-premier zich op straat waagde. Blair had in Belfast de hand geschud van Gerry Adams, de leider van Sinn Fein. Daarmee had hij de zaak verraden de heilige Unie van Ulster met het Verenigd Koninkrijk die al eeuwen bestaat en moet blijven bestaan. En is geweld de prijs : so be it, voegen de Unionisten eraan toe.
Voor de Republikeinen, de voorstanders van een aansluiting bij de Ierse Republiek, is die unie met het Verenigd Koninkrijk en alles wat daarbij hoort, gedoemd te mislukken. Voor die mislukking zullen ze zelf wel zorgen, met àlle middelen.
Uit dezelfde historische feiten hebben de beide harde kernen een eigen groot gelijk gebrouwen. Een volk dat in conflict leeft met zichzelf, misbruikt de geschiedenis. De herinneringen zijn begroeid met echte en vermeende onrechtvaardigheid, met verhalen van martelaren en helden.
Een staat die dat conflict per se wil onderdrukken, wordt meegezogen in het geweld. Grofweg één op drie gevangenen in Noord-Ierland zit om politieke redenen opgesloten. Een vijfhonderd mannen, samengeperst in een enorme gevangenis, Her Majesty’s Prison The Maze, een eindje buiten Belfast. En een twintigtal vrouwen in de gevangenis vlakbij : HMP Maghaberry. Driehonderd ervan zijn Republikeinen, de anderen Unionist.
De Maze of Long Kesh, zoals ze daar zeggen, werd berucht in de eerste regeringsjaren van Margaret Thatcher. Daar begon in 1981 de grote hongerstaking. Thatcher wilde het Iers Republikeins leger (IRA) criminaliseren en doodzwijgen, de Republikeinse partij Sinn Fein wilde het conflict politiseren en internationaliseren. Thatcher keek toe terwijl de hongerstakers stierven. Zo gaf ze het IRA en Sinn Fein een internationaal forum. Dag na dag versloegen kranten, radio en televisie de hongerstaking. Sinn Fein telde tot dan amper mee. Ineens werd het partijtje verheven tot vertegenwoordiger van de grote droom, een verenigd Ierland.
Tot dat doel bereikt is, hebben de Republikeinen hun eigen leger. En misschien daarna ook nog, net zoals dat gebeurde in de Ierse Republiek, waar de guerrilla na de bevrijding de kern van het reguliere leger vormde. Daarom ook ligt de hele kwestie van de ontwapening waarover de onderhandelingen nu onder meer gaan zo gevoelig. Een soldaat geeft zijn wapens niet af. Ook niet de soldaat van een geheim leger. IRA-leden werken in cellen van zo’n vier man. Dat minimaliseert het gevaar op infiltratie en vooral : wie gepakt wordt, weet niet veel.
DE BEZOEKERS WORDEN VERSCHILLENDE KEREN GETELD
Billy Armstrong, bijvoorbeeld. Een kwart eeuw gevangenis heeft hij achter de rug omdat hij met een paar kompanen het oude gerechtsgebouw in Londen wilde opblazen. Hij wacht me op, buiten aan de Maze. Dat geeft even een veilig gevoel : er is iemand die weet van mijn bezoek.
De gevangenis is deprimerend, smerig en vuil. Je komt hier maar binnen op vraag van een gevangene. Dat geldt ook voor advocaten. Vrij bezoekrecht van een advocaat aan zijn cliënt bestaat niet, als de cliënt gearresteerd is of veroordeeld onder de uitzonderingswetten (zie kader). Dan worden alle rechtsregels opgeheven, worden de documenten van de advocaat onderzocht, gelezen, gefotocopieerd.
De bezoektijd is beperkt. Wie te laat komt, mag niet meer naar binnen. Daarom runt de Religious Society of Friends beter bekend als de Quakers een eigen busdienst en een klein restaurantje annex kinderspeelzaaltje vlakbij de gevangenis. Wie niet gelooft dat de politie hardhandig is bij ondervragingen, moet maar eens het foldertje Police & Army Powers lezen dat deze geweldloze organisatie verspreidt. Daarin staan ook de adressen waar je klacht kan indienen tegen de politiebehandeling. Niet dat het veel helpt. De Noord-Ierse politie controleert zichzelf en vindt haar agenten bijna altijd onschuldig. Dat gevangenen van trappen vallen, over stoelen struikelen : daar kan de politie niets aan doen.
Hekkens, deuren, sloten. Wachten in een smerige gang tot gecontroleerd is of je naam op de bezoekerslijst staat. Dan wordt iedereen een wachtkamer ingeduwd. Eén voor één worden de bezoekers dan gefouilleerd. De elektronische poorten worden niet gebruikt. Kleine kinderen mogen met hun moeder mee. Ook baby’s worden gefouilleerd. Zuigflessen kunnen gevaarlijke wapens zijn : misschien zit er wel gif in. Ik mag geen schrijfpapier mee naar binnen nemen. Ook papieren zakdoeken mogen niet.
Volgende wachtzaal. Het duurt eindeloos en de wachttijd gaat van de bezoektijd af. De kinderen gedragen zich ontstellend agressief. De moeders reageren hoogstens met ?stop it?. Maar het slaan, schoppen en rennen stopt geen seconde. Dit zijn kinderen uit een verdeelde stad met geweld als alledaagse werkelijkheid. Vaders zijn hier helden als ze in déze gevangenis zitten. Moeders, tantes en oma’s zorgen voor de opvoeding. De werkloosheid ligt hoog, de scholen zijn overbevolkt. Zelfs de bezoekers in de gevangenis toch lotgenoten bekijken elkaar argwanend, omdat de een Republikein is en de andere Unionist.
We worden in groep in busjes geladen. Geteld. Tot aan de eerste hekkens gereden. Daar stopt het busje. De deur wordt ontgrendeld. We worden weer geteld. De deur gaat weer op slot. De rit vervolgt. Opnieuw tellen. Waarom ? We kunnen niet uit dat busje, de deur zit op slot. De volgende wachtkamer.
Drie kwartier duurt het voor ik de bezoekersruimte binnenga. Boxen met daarin een tafel en aan weerszijden een bank.
VOOR EEN LID VAN DE IRA IS LEVENSLANG LEVENSLANG
Harry Maguire (38) is er niet. Voor het eerst in negen jaar mag hij ?op parool? naar zijn familie. Zijn moeder is ziek en zijn dochter wordt vandaag achttien jaar. ( ?He must have a sympathetic doctor?, gnuift Billy later.)
Niemand twijfelt eraan dat Harry op tijd terug is : IRA-leden houden hun woord. Want ?je laat je kameraden niet in de steek?. Ook niet als je, zoals Maguire in 1988, levenslang kreeg. Voor een ander zou dat willen zeggen dat hij na twintig jaar vrijkomt. Voor hem is levenslang letterlijk levenslang.
Padraic Wilson (38) is er wél. Hij kreeg 24 jaar in 1991. Hij werd verraden en is opgepakt met een bom in zijn bezit. Wilson is COC ( Camp’s Officer in Command), de baas van dit blok cellen.
IRA-gevangenen beschouwen zich als krijgsgevangenen en gedragen zich ook zo. Wie gearresteerd wordt, geeft enkel zijn naam en adres. Wie in de gevangenis zit, weigert gevangeniskleren te dragen. Wordt gewone burgerkleding niet toegelaten, dan breekt de actie los. Blanket-protest : gevangenen slaan hun deken om, verder zijn ze naakt. Filth-protest : gevangenen weigeren zich te wassen, te scheren, hun toiletemmers uit te dragen, cellen schoon te maken. De bewakers ( screws) geven vaak toe om van de stank af te zijn. Het is een geducht wapen, dat telkens weer wordt ingezet. En door iedereen wordt gevolgd. Want iedereen is ingeschakeld in de IRA-structuur die binnen de gevangenis bestaat.
De gevangenen kiezen drie mogelijke kandidaten COC. Het IRA buiten de gevangenis duidt van die drie de leider aan. Die COC geeft de bevelen door van de gevangenisdirectie en meldt de klachten van de gevangenen.
De politieke gevangenen Unionisten én Republikeinen runnen zelf hun gevangenis. Ze dragen hun eigen kleren, hebben sportfaciliteiten geëist en gekregen, studeren aan de Open Universiteit en geven politieke scholing aan de medegevangenen.
Ze zien er allemaal opvallend verzorgd uit. Jeans en t-shirt in de plooi gestreken. De officieren die het bevel voeren, bepalen wie welke taken uitvoert. Zij nemen de disciplinaire maatregelen als iemand over de schreef gaat. Wilson verontschuldigt zich voor de kleverige tafels. De bezoekersruimte wordt schoongemaakt door een privé-maatschappij, niet door de gevangenen.
PADRAIC WILSON : Als twaalfjarige heb ik me aangesloten. Er is zoveel dat een kind kan doen : op wacht staan, boodschappen overbrengen. Of stenen gooien en een brandje stichten. Dat lokt een aantal soldaten en politiemannen naar een wijk. Daardoor wordt in een ander deel van de stad de bewaking minder scherp.
Toen ik zeventien was, trad ik toe tot de jongerenvleugel. Je weet dat er maar drie mogelijkheden zijn : je sterft, je komt in de gevangenis of je blijft ongedeerd. Dat weet je en dat pompen ze je ook in. Op elk moment ook als je actief bent geweest kan je zeggen : ik stop ermee. Alleen de plicht tot geheimhouding blijft. Die geldt levenslang, want je bent lid van een geheim leger.
We zijn guerrillastrijders. We zijn verenigd door hetzelfde doel en dàt houdt ons recht. Dat houdt ook onze gezinnen recht, want die hebben het zwaarder dan wij. Zij lijden omdat wij een bepaalde weg kozen. Maar ze staan achter ons.
En dat is wat de Britse regering maar niet begrijpt. Dat we bereid zijn de prijs te betalen, hoe hoog die ook is. We weten dat telkens als de vredesgesprekken herbeginnen, het gevangenisregime strenger wordt. De Britten willen bewijzen dat we aan hen zijn overgeleverd. Maar dat zijn we niet. Onze vrijheid is niet te koop, is geen pasmunt in de politieke onderhandelingen. Het conflict zal pas eindigen met een politieke oplossing die voor iedereen acceptabel is. Dan pas kan gepraat worden over onze vrijlating. Wij zijn een deel van het probleem, maar onze vrijlating is niet de oplossing voor het conflict.?
De Republikeinse leiding in de gevangenis heeft voorlopig de onderhandeling met de Unionistische gevangenen opgeschort. Als er ?buiten? gepraat wordt, wordt ?binnen? gewacht.
PADRAIC WILSON : Natuurlijk praten we. We zullen later samen moeten leven en dat bereiden we voor. Dat gaat hier beter dan daar buiten. Hier spelen we geen komedie. Iedereen die hier zit, heeft geweld gebruikt, heeft pijn veroorzaakt. We zijn allemaal soldaten. Wij zijn geen misdadigers. We zijn normale mensen in een abnormale situatie. Verander de situatie en het geweld houdt op.
Natuurlijk brengt geweld geen oplossing. Maar wie geen andere middelen heeft, mag zijn vrijheid bevechten. We kunnen samenleven, waarom niet ? Maar een samenleving die gebouwd is op onrecht, is gedoemd om ten onder te gaan.?
Wilson vergist zich niet één keer. Hij praat over àlle gevangenen, ook die van de andere kant. Die trouwens op dezelfde manier georganiseerd zijn. ?Ons gevecht is hun gevecht.?
GEARRESTEERD NA DE BOMAANSLAG IN BRIGHTON
Dat zegt ook Martina Anderson (35). Zij zit opgesloten in de vrouwenvleugel van HMP Maghaberry. Hier verloopt de ontvangst vlot, vriendelijk. In de gangen die naar de bezoekersruimte leiden, zijn de tralies voor de ramen verborgen achter mooie gordijnen, gemaakt door de gevangenen.
Hier mag ik wel pen en notitieboekje mee naar binnen nemen. Wat mag en niet mag, hangt af van de gevangenisdirecteur. Of van de slechte luim van de bewakers. Protesteren betekent immers tijdverlies en je hebt maar twee uur bezoektijd.
Martina Anderson is een beeldschone vrouw en ziet er ongelooflijk jong uit. Tot in de puntjes verzorgd, gekleed naar de nieuwste mode. Toch zit ze twaalf jaar opgesloten, voorarrest meegeteld. In 1986 kreeg ze levenslang wegens samenzwering. Dat is meer dan Wilson, die vijf jaar later met een bom werd gepakt. Anderson had pech : ze werd veroordeeld nadat het IRA op 12 oktober 1984 een bom plaatste in het Grand Hotel in Brighton. Daar logeerden de leiders van de toen regerende Conservatieve Partij. Er vielen vijf doden en tientallen gewonden.
MARTINA ANDERSON : Mijn proces werd gelinkt aan dat van de Brighton-bomber. Mijn advocaat protesteerde want de ?samenzwering? had, noch in de beschuldiging noch in de feiten, iets met Brighton te maken. Maar als ze vijf weken mee zit te luisteren naar de verhalen over de ravage van die bom, weet zo’n jury het wel. Ik kreeg, samen met vier anderen, levenslang met de melding dat ik twintig jaar moest uitzitten.
Daarna ging het door. We waren voor alle ?screws? gevaarlijke bommensmijters. We werden tot zes keer per dag gefouilleerd. We zaten dag en nacht opgesloten, een half uur per dag werden we gelucht. Maar dat namen we niet. Vier jaar hebben we erover gedaan, maar we hebben de vrouwen in de gevangenis georganiseerd, ook de niet politieke. We hebben een commissie naar de gevangenis gekregen die een rapport maakte over de verschrikkelijke hygiënische omstandigheden waarin we moesten leven. Daar profiteerden de andere gevangenen mee van.
Maar dan nog bleef het zwaar : ik zat in Engeland en mijn familie is niet rijk. Ze moeten sparen voor elk bezoek. Hoewel elke Britse gevangene het recht heeft te vragen zo dicht mogelijk bij zijn familie te worden opgesloten, moesten wij vechten om overgeplaatst te worden naar Belfast. Ik was zó gevaarlijk dat een speelgoedpistooltje van een neefje al een reden was om de hele familie twee dagen in de bak te draaien wegens ?hulp bij een ontsnappingspoging?.
Dat is de officiële reden waarom overplaatsing naar Noord-Ierland vaak wordt geweigerd. Unionisten en Republikeinen zijn categorie-A-gevangenen. Het risico dat ze ontsnappen, is uiterst groot. En in Noord-Ierland zouden ze theoretisch meer hulp kunnen krijgen.
Maar er zijn andere redenen, zeker voor Republikeinen. De slechte behandeling in Engelse gevangenissen al meer dan een keer door rechtbanken veroordeeld verhoogt de druk op de rest van het IRA, maar ook op de familie. De reis is duur. Dus krijgt een IRA-gevangene minder bezoek. Dat vergroot het isolement, schrijft Edel Kelly in haar brief. Haar man wacht in een Engelse gevangenis op zijn proces.
Hij zit nog steeds opgesloten in een zogenaamde SS-Unit ( Special Security Unit), hoewel die officieel allemaal opgedoekt zijn. Terecht : het is een gevangenis in de gevangenis. Kooien waar geen daglicht binnenkan. Dag en nacht bewaking. Geregeld onderzoek van de cellen, waarbij vaak veel wordt vernield. Herhaald fouilleren van de gevangene, ook als hij niet uit de cel is geweest.
Bezoek is strikt gelimiteerd. De tafels in de bezoekruimte zijn dubbel zo breed als normaal zodat de gevangene zijn bezoek niet kan aanraken. De bewakers blijven aanwezig.
De Britse regering stelt dat ook déze SS-Unit dicht gaat, als er wat meer plaats is in andere gevangenissen. Dat klinkt goed. Maar misschien moet Londen eerst eens de rapporten van haar eigen gevangenisinspectie lezen : die heeft die SS-Units en het gepest daar al vaak veroordeeld.
Maar Londen pest zelf flink mee. In grote dingen. Veel IRA-gevangenen blijven ?tijdelijk overgeplaatst?. Dat wil zeggen dat ze niet op parool vrij kunnen en zelfs niet op familiebezoek kunnen.
Het ergste lijkt de voortdurende onzekerheid. Elk moment kan de directeur meedelen dat je terug naar Engeland moet. Een gevangenisdirecteur is erg machtig in het Britse systeem.
MARTINA ANDERSON : Ik trouwde in de gevangenis met mijn vriend Paul Kavanagh. Hij zit in Long Kesh en ik kan hem enkel bezoeken als we getrouwd zijn. De eerste datum moesten we laten voorbij gaan. Er was in Noord-Ierland een bommencampagne aan de gang en de directie trok de trouwvergunning in. Al dat geld dat mijn familie had uitgegeven kleren, de reis, de taart ; alles weg. We trouwden in 1989, maar we hebben nooit samen geslapen.?
ZE LEGDE EEN MEDAILLE IN HET GRAF VAN HAAR VADER
Als ze hier buitenkomt in 2006 is ze 44 jaar. Te laat voor kinderen, te laat voor een gezin. Is het dat waard ?
MARTINA ANDERSON : Ik studeer nu, net als alle andere IRA-vrouwen hier. Is dat niet geweldig ? De regering betaalt onze studies. Elke penny die ik uit de regering kan wringen, pak ik.?
Ironisch : op kosten van Londen halen ?gevaarlijke misdadigers? diploma’s waar ze thuis te arm voor waren. Die zullen van pas komen, morgen, volgend jaar, na de ?bevrijding?.
Wat bezielt die mensen om zoveel op te geven voor het ideaal van een verenigd Ierland ? Want dààr gaat het om. Officieel is het doel van de onderhandelingen : een betere vertegenwoordiging van de bevolking en een vorm van zelfbestuur. In de praktijk negocieert Sinn Fein over de eerste stap naar de hereniging.
Maar zit de Ierse Republiek nu echt te wachten op een paar honderd politiek onderlegde, bijzonder goed georganiseerde bevrijders ? Willen de gewone mensen in de Ierse Republiek dat ? Aan de grens te zien : zeker niet. Overal wachttorens, prikkeldraad. In rumoeriger tijden lijkt het hier wel Checkpoint Charlie, de bekende doorgang aan de vroegere Berlijnse Muur. Nu heerst er vrede, aan de grens staan alleen maar enkele legertrucks.
Angela Kelly is een goedlachse Ierse vrouw. Roodharig zoals dat betaamt. Haar man, Paddy, is enkele maanden geleden gestorven omdat de huidkanker, die hij had voor zijn arrestatie, niet behandeld werd. Ze leeft, met haar zeven kinderen, van 7.500 frank per week.
ANGELA KELLY : De buren trokken zich terug toen ze hoorden dat Paddy gevangen zat. Ik had daar niet zo veel last van, maar de kinderen hadden het moeilijk op school. Je weet hoe kinderen tegenover elkaar zijn. Maar toen Paddy begraven werd, gaf mijn dochter hem de twee sportmedailles mee die ze gewonnen had. Ze zijn trots op hun vader.?
Ik ontmoet haar aan de gevangenis van Portloaise, een rommelig marktstadje ten zuiden van Dublin. In de krantenwinkel hangt een bordje ?Wij aanvaarden geen Britse ponden?. Wie wil hier, zo diep in het zuiden van de Ierse Republiek, met Brits geld betalen ? Of is het gewoon argwaan ten opzichte van dat koninkrijk aan de andere kant van de Ierse Zee ? Of hebben de bezoekers aan de gevangenis er iets mee te maken ?
Die gevangenis ziet er bijzonder goed bewaakt uit. Rollen prikkeldraad op de muren. Gewapende soldaten in wachttorens. Maar de bewakers die me moeten binnenlaten, lijken zo uit een boek van Lucky Luke weggelopen. Ze sturen me eerst naar de ene wachtzaal. Dan naar de andere. Ik moet mijn identiteitskaart afgeven. Sigaretten en aanstekers zijn niet toegelaten.
Eindelijk zit ik in de juiste container die als spreekkamer is ingericht. Een lange tafel in het midden, met daarop watuiterst vies en volledig vernield kinderspeelgoed ligt. Een paar stoelen. En in één wand een dik glazen scherm, waardoor twee bewakers alles in het oog houden.
Van de toegestane twéé uur is al een half uur verstreken. Pesterij ? Intimitadie ? Misschien gewoon stompzinnige slordigheid ?
ONZE MANNEN ZIJN NIET VERANDERD, MAAR WIJ WEL
Slordigheid, beweert Michael O’Brien. Hij werd in maart 1993 veroordeeld tot achttien jaar wegens ?voorkennis van moordaanslag?. Als alles goed gaat, komt hij rond het jaar 2007 vrij. Dan zijn de kinderen 22 en 17 jaar oud.
O’Brien is een jonge man. Bleek met heldere lichtblauwe ogen. Hij is een van de 34 Republikeinse gevangenen in de Ierse Republiek. Straks zijn het er maar 29 meer : vijf gevangenen worden voortijdig vrijgelaten om de ?vredesgesprekken te steunen?. Wie twijfelt of gevangenen politieke pasmunt zijn, weet al snel beter. O’Brien zegt dat hij misschien, ?over twee, drie jaar voor de kerst naar huis mag. Als het IRA dat met de regering negocieert. Het IRA staat garant voor gevangenen op penitentiair verlof.?
Hij heeft nog minstens tien jaar voor de boeg. Hoe zou zijn vrouw daarover denken ?
?Zolang onze mannen vastzitten, blijft het huwelijk overeind?, zegt een ex-vrouw van een gevangene me in Dublin. ?Hij wordt opgepakt. Vaak weet je verdomd niet eens dat hij erbij betrokken is. Je valt in een zwart gat, maar je moet vooruit. Je moet werken, een huishouden overeind houden, je man bezoeken en hem geld toestoppen want het gevangeniseten is niet zo best. En ze werken niet voor loon in de gevangenis. Ze zijn immers ?politicals?.
En dan na tien, vijftien jaar komt hij terug. Hij is niet veranderd, maar jij wel. Je bent sterker geworden. De kinderen zijn ouder geworden, kennen hem niet. Zo’n man probeert dan weer de baas te spelen. Dat loopt fout.?
De Ieren die ons hier opvangen, zijn lid van ?de beweging?. Uiteraard. Maar zij hebben zeventig jaar vrijheid achter de rug. Ze praten eerlijk twijfelend soms over de toekomst.
?Je kan geen toekomst bouwen op een gemeenschappelijk vijandbeeld. Dan zet je jezelf vast in een eng nationalisme van ‘wat we zelf doen, doen we beter. ‘ Je kan ook geen toekomst bouwen op mythes en verhalen. We moeten onze geschiedenis kennen, de interne ruzies van het IRA bestuderen en dat alles aan de jongeren vertellen.?
Die jongeren zijn niet meer geïnteresseerd in de politiek, ook niet die van over de grens.
?Dat is een probleem, ja. Net zoals de dubbelzinnige houding van Dublin een probleem is. Lippendienst bewijzen aan de eenheid, niets doen om die te bevorderen. Natuurlijk wil Dublin een oplossing voor het conflict. Maar er zijn nog zoveel vragen zonder antwoord.?
Zoals. Wat zal er gebeuren met de indrukwekkende ondergrondse organisatie die in zeventig jaar is opgebouwd ? Met de geldstromen die ze genereert en beheerst ? Met de wapens die overal verspreid zitten ? Is het zo eenvoudig : een oplossing die iedereen accepteert en het geweld is voorbij ?
Bekeken vanuit de gevangenis zeker. Maar weten die veilig opgesloten gevangenen wat er aan haat knettert uit de woorden van een harde Republikein die ons de namen opdreunt van de doden, ?gevallen onder politiekogels? ? Zien ze de van blinde woede vertrokken gezichten van de mannen en vrouwen die Blair in de straat bespuwden omdat hij, godbetert achter gesloten deuren, een hand gaf aan een democratisch verkozen parlementslid ? Kunnen ze die haat in bedwang houden, een keer als de wapenstilstand getekend is en de krijtlijnen van de vrede uitgezet ?
Of zullen de gevangenen een beetje de baas willen spelen, terwijl de mensen voor wie ze zoveel opgaven, verbaasd en verbitterd de scheiding aanvragen ?
Misjoe Verleyen
De grote hongerstaking maakte van Sinn Fein een politieke factor.
Angela Kelly : Neen, ik vraag geen schadevergoeding. Ik gun ze niet het recht mijn man af te kopen.
Broederlijk naast elkaar in de gevangenis : biljartende Unionisten vlak bij het adviescentrum van Sinn Fein.