Nooit meer honger

SLASH-AND-BURN IN CONGO Welgestelde families vernietigen meer regenwoud dan arme kleine boeren. © Pieter Moonen/GF

Samenwerking met landbouwers leidt niet alleen tot een betere productie, ze is ook cruciaal voor de strijd tegen milieuverloedering.

Grootschalige ontbossing draagt bij tot de opwarming van het aardklimaat. Vooral in tropische regio’s kan ze catastrofale proporties aannemen. Daarom worden in ontwikkelingslanden programma’s opgezet om ontbossing en degradatie van wouden tegen te gaan. Het probleem is dat die vertrekken van veronderstellingen waar geen wetenschappelijk bewijs voor bestaat.

Bosdeskundige Pieter Moonen van de KU Leuven en zijn collega’s analyseren in het vakblad Land Policy de situatie in het enorme Congolese regenwoud. Algemeen wordt aangenomen dat het grootste aandeel in de ontbossing komt van kleine boeren die de praktijk van slash-and-burn hanteren. Daarbij wordt een woud omgekapt om er landbouw op te kunnen doen, en zodra de bodem uitgeput is, schuiven ze op naar een volgend stukje woud. Maar de studie kwam tot een andere conclusie: een klein aantal welgestelde huishoudens in regenwouddorpen zou een verhoudingsgewijs grote oppervlakte woud kappen, dikwijls niet voor eigen gebruik maar om te verhandelen. Omdat er geen limieten staan op de beschikbaarheid van grond kunnen die mensen grote oppervlakken ‘in cultuur brengen’. Het is veeleer díé praktijk die moet worden aangepakt dan het gedrag van arme kleine boeren.

Het zou uiteraard helpen mocht de opbrengst van tropische landbouwgronden verhoogd kunnen worden. Bodemdeskundige Pascal Boeckx van de UGent en zijn collega’s rapporteren in Experimental Agriculture dat ze in staat zijn om de productie van maniok in Ivoorkust te verdriedubbelen. Maniok wordt er vooral op marginale gronden geplant, omdat de beste gronden ingepalmd worden door rendabeler gewassen, onder meer voor de productie van palmolie en rubber.

Het succes van de aanpak zat in een gerichte bemesting van de bodem en in een gemengde cultuur, waarbij groenten zoals bonen en erwten tussen de maniok werden geplant. Ook werd aan boeren uitgelegd dat ze hun maniokplanten wat langer moesten laten staan voor ze geoogst werden. Door de combinatie van gewassen op hun velden werd de rendabiliteit voor boerenfamilies liefst achter keer groter.

In Nature verscheen een soortgelijke analyse voor Chinese boeren: een samenwerking tussen onderzoekers en kleine boeren leidde ook daar tot een substantiële verhoging van de productie. Als zo’n samenwerking op grote schaal zou worden uitgebouwd, zou er geen gevaar bestaan dat de mensheid ooit in voedselnood komt. Zelfs niet als de bevolking nog met enkele miljarden zou toenemen (wat helaas de realiteit zal zijn).

De combinatie van gewassen maakt de opbrengst op de velden liefst acht keer groter.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Expertise