Hans Waege volgt binnenkort Jan Raes op als directeur van het Rotterdams Philharmonisch orkest. ‘De keuze om deFilharmonie te verlaten was niet gemakkelijk’, zegt de voormalige intendant.

Hans Waege, de uiterst bevlogen intendant van het Antwerpse orkest deFilharmonie, heeft in zijn relatief jonge loopbaan een allesbehalve voor de hand liggend parcours afgelegd. In 1998 werd hij als sociale wetenschapper en statisticus benoemd tot hoofddocent aan de Universiteit van Gent, waar hij onder meer onderzoek over cultuurparticipatie begeleidde. Daarnaast was hij als prille dertiger bestuurder van de Vlaamse Opera en andere culturele instellingen.

Ook vanaf 1998 begonnen intendant Jan Raes en dirigent Philippe Herreweghe de kwijnende Filharmonie weer leven in te blazen, met succes. Maar in 2004 werd Raes directeur van het prestigieuze Rotterdams Philharmonisch Orkest. Hans Waege koos voor een stevige carrièrewending en werd de opvolger van Raes in Antwerpen.

Eind oktober vorig jaar kreeg het verhaal een nieuw vervolg. Jan Raes werd gevraagd om het Amsterdamse Concertgebouw-orkest, dat deel uitmaakt van de wereldtop, te gaan besturen. En weer treedt de nu 40-jarige Waege in zijn sporen: volgende maand verhuist hij naar Rotterdam.

‘De keuze om deFilharmonie te verlaten was allesbehalve gemakkelijk’, zegt Hans Waege. ‘Als ik het toch gedaan heb, dan is dat omdat het dynamische, pittige karakter van het Rotterdamse orkest mij helemaal ligt. Ook de ambitie van de stad en het orkest en de uitdagingen waar het voor staat, trokken mij aan.’

In welk opzicht ligt uw nieuwe opdracht in het verlengde van de vorige?

HANS WAEGE: We hebben in Antwerpen twee dingen bereikt. Enerzijds hebben we het orkest laten groeien en aansluiten bij een brede culturele gemeenschap. We staan nu op het internationale podium. Anderzijds hebben we ook aansluiting gezocht met de lokale gemeenschap. De laatste jaren is het publiek van deFilharmonie gestaag gegroeid én verbreed. Omkadering is daarbij belangrijk: met goede en begrijpelijke inleidingen en aantrekkelijke programmaboekjes wek je interesse op. En er is natuurlijk de website. Weet u dat de voorbeschouwing bij een concert op onze site soms door meer dan duizend mensen wordt bekeken?

Daarnaast zijn er nog de sociale en educatieve projecten die we in Antwerpen ontwikkeld hebben, onder meer om het traditionele publiek voor klassieke muziek te doorbreken. Een community creëren en een goed mediabeleid voeren, daar gaat het om. Die visie is ook heel relevant voor Rotterdam.

Het Rotterdamse orkest zit artistiek in een overgangsperiode.

WAEGE: Inderdaad. Valery Gergiev, een dirigent van wereldklasse, is er net weg en zijn opvolger is een jonge Canadees, Yannick Nézet-Séguin. Hij is pas drieëndertig, maar zijn faam groeit bliksemsnel. Hij is gastdirigent bij het London Philharmonic, heeft op het Salzburg Festival gedirigeerd en, nog belangrijker, mag er terugkomen. Ik heb hem ontmoet en denk wel dat het tussen ons zal klikken. Het wordt een boeiend verhaal, en ik ben blij dat ik het mee mag schrijven.

Even terugkijken naar deFilharmonie. Vindt u dat u het orkest in goede gezondheid achterlaat?

WAEGE: Zeker. We hebben belangrijke stappen gezet. Jan Raes is ermee begonnen: hij heeft samen met Philippe Herreweghe een knik in de curve kunnen leggen. Toen ik bij deFilharmonie aankwam was de aanzet er al, maar wel nog pril. Vandaag staan we op een heel ander niveau. Sinds 2006 speelt het orkest op belangrijke internationale podia. En er zijn op dat vlak nog afspraken tot in 2011. We hebben opnamen gemaakt bij degelijke labels die internationaal erkenning hebben gekregen. Het publiek en de inkomsten zijn stevig gegroeid. We sleutelen permanent aan de kwaliteit van het orkest en de muzikanten. Evaluatie is daar een belangrijk element in: als het niet goed is, moeten mensen weten wat er fout gaat en kansen krijgen om het recht te zetten. Onlangs heeft het orkest ingestemd met een nieuw evaluatiesysteem én een combinatie van lineaire loonsverhoging met variabele premies. Er is ook geld gekomen voor die loonsverhoging, zodat we van het slechtst betaalde orkest nu een van de beter betaalde in Vlaanderen zijn geworden. En er is onze stevige lokale verankering met allerlei sociale en educatieve projecten, waaronder de KID-concerten.

En er is de zaal.

WAEGE: Inderdaad, de Elisabethzaal wordt volledig gerestaureerd en deFilharmonie komt er in residentie. Dat was van groot belang: ieder groot repertoireorkest in Europa heeft zijn eigen zaal. Dat was trouwens nog een van de redenen waarom het nog even geduurd heeft voor ik ja zei tegen Rotterdam: die beslissing moest nog vallen en daar hing voor het orkest enorm veel van af. Dat is inmiddels gebeurd. Er wordt niet alleen geld uitgetrokken om het gebouw te restaureren, er wordt ook stevig geïnvesteerd in een betere akoestiek.

U bent de zoveelste Vlaming in de culturele sector die de stap naar het buitenland zet. Zit er een systeem in?

WAEGE: Het is in elk geval zo dat je voor dit soort job een internationale ingesteldheid moet hebben. In Vlaanderen zit je op cultureel vlak nu eenmaal gauw buiten de grenzen. Maar ik denk niet dat het Concertgebouw of Rotterdam per se op zoek waren naar een Vlaming.

DOOR PETER VANDEWEERDT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content