Het festival Barokke Lente van de Zavel pakt uit met het eerste optreden in ons land van een opmerkelijk, jong ensemble: Le Poème Harmonique van Vincent Dumestre.
INFO: Concert op 22/4 in het Conservatorium in Brussel.
Vincent Dumestre stelde zijn brede kunsthistorische belangstelling pas vrij laat scherp op de muziek. Hij speelde eerst gitaar, maar schakelde na enkele jaren over op de luit en teorbe. Na masterclasses bij twee grootmeesters van zijn instrument – Hopkinson Smith en Rolf Lislevand – speelde hij algauw mee in gerenommeerde oudemuziekensembles zoals het Ricercar Consort van Philippe Pierlot en Le Concert des Nations van Jordi Savall. In 1997 richtte hij zijn eigen ensemble Le Poème Harmonique op, met de bedoeling ‘vernieuwende, maar vergeten pagina’s van de oude muziek door expressieve, authentieke en poëtische interpretaties nieuw leven in te blazen’.
Het tiental cd’s dat Le Poème Harmonique sindsdien heeft opgenomen, vormt een fascinerende ontdekkingsreis door haast onontgonnen muzikaal terrein. Het ensemble sleepte de ene prijs na de andere in de wacht. In ’99 al riep het Franse muziektijdschrift Diapason Dumestre uit tot ‘muzikaal talent van het jaar’, en werd hun eerste plaat Il Nuovo Stile met werk van Domenico Belli bedacht met een ‘Choque de l’année’. Hun jongste cd Nova Metamorfosi werd een maand geleden bij ons nog bekroond met een Caecilia-prijs. ‘Er is een ongemeen rijke canon in de muziekgeschiedenis waar we al heel wat facetten van kennen’, zegt Dumestre. ‘Maar er is ook nog immens veel dat we moeten herontdekken. En dat kan maar door het zo creatief mogelijk te herscheppen.’
Dumestres platen verschenen totnogtoe bij het jonge Franse label Alpha. Het zijn juweeltjes van cd’s: bijzonder mooi en liefdevol uitgegeven, veelal met reproducties van schilderijen die eenzelfde kunsthistorische ontwikkeling weergeven als de opgenomen muziek. In Brussel brengen ze nu een kleurrijk programma met werk van ‘Il Fasolo’ (‘de boon’): een pseudoniem van een 17e-eeuwse Italiaanse componist, van wie we niet weten of het er drie verschillende waren, of misschien wel een en dezelfde, die zich in verschillende fasen van zijn leven muzikaal op zeer gevarieerde manieren heeft uitgedrukt: volks, uitbundig en burlesk in zijn bundel La Barchetta passagiera (Rome, 1627), verfijnd in zijn vroege Venetiaanse opera’s, ingetogen in zijn sacrale werken als franciscaan in Palermo. Op het cd’tje prijkt een bord bonen van de 17e-eeuwse Giovanna Garzoni uit Ascoli Piceno. Op het eerste gezicht een wat gratuite link. Maar het stilleven met overrijpe, verlepte bonen op de voorgrond en twee bloeiende scheutjes aan de achterkant geeft hetzelfde vanitas-thema weer als de Venetiaanse carnavalmuziek van Il Fasolo: tempus fugit, het leven in zijn bij uitstek fragiele en vergankelijke staat.
De ontdekkingen die Dumestre en zijn Poème Harmonique serveren, zijn echter nog veel gevarieerder dan de stijlen van Il Fasolo. Op Aux marches du Palais gaan ze terug naar ‘Le Roi Renard’ en de orale traditie van de Franse chansons uit de 15e eeuw. Twee van de mooiste producties – de Lamentaties van Emilio de Cavalieri en de Nova Metamorfosi – omkadert Dumestre met psalmzettingen uit de Contrareformatie: braaf genoteerde faux-bourdons, die door de zangers indertijd en ook bij Dumestre met een steeds toenemende complexiteit en vrijheid werden versierd.
Telkens weer zijn het originele aanvullingen voor muzikale fijnproevers.
Jo Paumen
Jo Paumen