In ‘Het assisenproces tegen Hans Van Themsche’ (Knack nr. 52) getuigt de commentaar van de persrechter tegenover mij van opgekropte frustraties en bewust onjuiste uitlatingen met als enig doel mijn integriteit te beschadigen. Als gewoon burger, die toevallig 52 assisenzaken geleid heeft en dus weet waarover hij spreekt, zie ik niet in op welke wijze ik of welke burger ook, zijn positie als persmagistraat zou kunnen ondermijnen. Tenzij het hem enkel te doen is om in de belangstelling te staan en hij meent dat ik een concurrent zou zijn.

Dat hij onjuiste zaken vertelt, als zou er op de website gewed kunnen worden op de uitslag van het proces met mij als hoofdprijs is een persrechter helemaal onwaardig. Het doet mij denken aan de reactie van magistraten en advocaten in een eerbiedwaardige krant nadat ik de Wablieft-prijs gewonnen had voor een menselijke, verstaanbare en rechtvaardige justitie: ‘Justitie verdient beter dan de Wablieft-prijs’. Alsof de Wablieft-prijs iets is voor het plebs, het gewone volk. Geen pottenkijkers.

Het stoort mij enorm dat de persrechter denkt dat hij objectieve informatie geeft. Alsof de perswoordvoerder van het hof een fout van de koning zou toegeven. Eén voorbeeldje maar: voor enkele maanden betrad een assisenvoorzitter in Antwerpen op eigen initiatief de kamer van de juryleden. De persrechter waarvan sprake in het artikel draaide rond de pot om de voorzitter goed te praten en kreeg niet over zijn lippen dat er een procedurefout gemaakt was.

In Ter Zake verklaarde ik onomwonden dat er hier wel degelijk sprake was van een procedurefout en het Hof van Cassatie niet anders zou kunnen dan het arrest te vernietigen. Onze ‘deskundige’ persrechter mocht nadien horen dat Cassatie het arrest inderdaad vernietigd had.

Ik heb nooit persaandacht gevraagd, integendeel. Maar als ik kan meewerken aan een betere, verstaanbare, betaalbare en menselijke justitie, vind ik dat mijn plicht. En dat ik dan soms op lange tenen trap, moet ik er maar bijnemen.

In de zaak-Van Themsche heb ik op zeker ogenblik verdere medewerking geweigerd omdat een krantenkop mijn mening ongenuanceerd weergegeven had. Ik stelde alleen maar de vraag wat hier de beste maatregel zou zijn geweest: internering, dit is opsluiting in een gesloten instelling (die in principe levenslang kan zijn) met behandeling, of een levenslange hechtenis waarbij men na tien jaar reeds onbehandeld in de maatschappij kan komen. Na de uitspraak kopte een krant dat Van Themsche in de gevangenis niet behandeld zal worden.

Het proces-Van Themsche heeft nog maar eens onomstootbaar bewezen dat de jury zich door niets of niemand ( zelfs geen voorzitter of ex-voorzitter) laat beïnvloeden en zelf tot een oordeel komt dat naar eer en geweten genomen werd en door iedereen aanvaard wordt. Dit systeem moest volgens de meeste juristen opgedoekt worden, maar gelukkig is dat (nog) niet gebeurd.

Edwin Van Fraechem

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content