De Navo en het Kremlin zijn het eens over een uitbreiding van de Navo met het kleinst mogelijke gezichtsverlies voor Moskou.
Vorige week, woensdag 14 mei, zijn in Moskou Rusland en de Navo het in principe eens geworden over een plan dat de uitbreiding van de Navo naar het oosten moet mogelijk maken, zonder meteen voor Moskou al te veel gezichtsverlies mee te brengen. Secretaris-generaal Javier Solana van de Navo en de Russische minister van Buitenlandse Zaken Jevgeni Primakov raakten, na ultieme onderhandelingen van bijna 24 uur, akkoord over een ontwerp dat nu door de zestien regeringhoofden van de Navolanden plus de Russische president Boris Jeltsin moet ondertekend worden op de Navotop in Parijs op 27 mei : dat is de ?Stichtingsakte aangaande wederzijdse betrekkingen, samenwerking en veiligheid?. Dat zou dus zonder haperingen moeten kunnen plaatsvinden, ook de ondertekening door Jeltsin (die had ten slotte de weigerachtige Primakov bevolen er maar mee in te stemmen). Om te illustreren hoeveel haast erbij was : dezelfde regeringsleiders komen op 8 juli opnieuw bijeen in Madrid, om uitbreidingsbesprekingen aan te vatten met drie of misschien wel vijf Oost-Europese landen. Als Jeltsin had moeten akkoord gaan nadat de uitbreidingsbesprekingen begonnen waren, was zijn gezichtsverlies natuurlijk nog veel groter geweest.
In grote lijnen zou het akkoord hierop neerkomen :
De ?Stichtingsakte?, een document van een vijftiental bladzijden, stelt een Navo-Ruslandraad in, een organisme met twee voorzitters, en legt uit hoe beide partijen, Navo en Rusland, sinds het einde van de Koude Oorlog geëvolueerd zijn : Rusland naar markteconomie en democratie, de Navo van het militaire naar het politieke.
Die Raad moet tweemaal per jaar bijeenkomen op het niveau van ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie. De Raad behandelt zaken die beide partijen aanbelangen, zoals terrorisme, nucleaire veiligheid, nucleaire en conventionele militaire doctrine en de planning voor vredeshandhaving. Moskou wou een vetorecht in die raad, maar heeft dat niet gekregen. Primakov liet zich door Solana uitleggen dat de Raad toch bij consensus moet werken, wat een de facto-vetorecht impliceert. Dat lijkt half waar te zijn : als beide partijen het eens zijn, kan de raad beslissingen nemen maar zijn ze het niet eens, dan kan hij de vrijheid van handelen van de partijen niet beperken.
Om de bezorgdheid van Moskou over de militaire dreiging van de oprukkende Navo te verminderen, verklaart de Navo dat ze ?geen intentie, geen plannen en geen reden? heeft om kernwapens op te stellen op het grondgebied van de nieuwe leden, of om er ?substantiële gevechtstroepen? te legeren. Moskou had zoiets natuurlijk veel liever op papier gehad, of toch garanties ontvangen dat de Navo nooit kernwapens, vreemde troepen, militaire infrastructuur, hoofdkwartieren, vliegvelden bij z’n nieuwe leden zou installeren, maar daar wou de Navo niet op ingaan. Dit soort verbintenissen, luidt de redenering, zou van de nieuwe Navoleden tweederangsleden maken, omdat ze die staten moeilijker verdedigbaar zouden maken. Het enige wat Solana wou beloven was, dat de Navo geen silo’s voor kernwapens bij de nieuwe leden zou installeren.
Primakov had dan geprobeerd de Navo te doen beloven dat de plafonds voor conventionele bewapening voor de nieuwe leden verlaagd zouden worden (die vastgesteld werden in het Verdrag over de Conventionele Strijdkrachten in Europa). De Navo gaf ook daar niet toe, met de redenering dat discussies over de militaire uitrusting moeten overgelaten worden aan de dertig landen die zich in Wenen bezighouden met de besprekingen over de herziening van dat verdrag. Al wat de Navo wou doen, was beloven op die besprekingen voor lagere strijdkrachtenniveaus te ijveren.
NIEUWE EUROPESE ORDE ?
Boris Jeltsin had gewild dat dit akkoord tussen Rusland en de Navo door de respectieve parlementen goedgekeurd zou moeten worden, waardoor het op een technische manier een verdrag zou geworden zijn, en dus bindend. Ook dat heeft hij niet gekregen. De echte details van het akkoord zullen waarschijnlijk eerst bekendgemaakt worden bij de ondertekening in Parijs. Maar in grote lijnen kan men er dus wel van uitgaan dat Moskou geplooid is voor de aanhoudende druk vanuit het Westen en dan met name vanuit de Verenigde Staten, die hun Secretary of StateMadeleine Albright eerder deze maand nog naar Moskou gestuurd hadden om het aan Boris Jeltsin allemaal nog eens goed uit te leggen. Die had toen gezegd dat hij het ?voor 98 procent eens was? met de voorstellen van Albright.
Hoeveel armslag Boris Jeltsin de afgelopen maanden in deze kwestie nog had, is niet duidelijk. Al enkele jaren is duidelijk dat de Navo de uitbreiding naar het oosten wil, en vast van plan is ze te realiseren, wat Moskou daar verder ook van denkt. De Russen zouden behoorlijk moeten beginnen dreigen en onredelijk doen (kortom, het beeld van de Russische Beer weer oproepen), om op dat punt nog twijfel te zaaien bij de grote Navoleden. En daartoe hebben de Russen nu eenmaal de middelen, het leger of het geld niet meer. Boris Jeltsin als president van de Federatie heeft bij al zijn nadelen dit voordeel, dat hij zich daarvan bewust is.
De discussie binnen de Navo ging er dus al een tijd niet over of de organisatie naar Hongarije, Polen en Tsjechië moet uitbreiden, maar wel of ze dat moest doen met of zonder de instemming van Rusland. Als we naar de huidige resultaten kijken, moeten we wel besluiten dat de fractie die ook zonder de instemming van Moskou door wou gaan, het pleit gewonnen heeft : het wordt nu al als een overwinning voor Moskou afgeschilderd, dat het oude Imperium in Navozaken (maar niet in alle Navo-zaken) een woordje te zeggen zal hebben. Terwijl VS-president Bill Clinton er nog eens de nadruk op legde dat Moskou wel een inbreng heeft, ?maar géén veto-recht?, terwijl het Witte Huis verklaarde dat de Navo ?geen enkele fundamentele toegeving? gedaan had. Het vermijden van gezichtsverlies dus, van een toch al verslagen tegenstander.
TERUGROLLEN EN FIXEREN
De avonturen van de Navo-uitbreiding zijn natuurlijk een rechtstreeks gevolg van de ineenstorting van het grote Sovjetimperium. En er is geen enkele reden om te doen alsof Moskou erg ingenomen zou moeten zijn met de drastische afbraak van zijn macht en zijn invloedssfeer, terwijl de militaire structuur van het vijandelijke kamp met honderden kilometers tegelijk oprukt. Er is wellicht ook geen reden om daarover te treuren : de eerste drie kandidaten voor Navolidmaatschap Hongarije, Polen en Tsjechië hebben al jaren geleden heel zelfstandig hun kandidatuur voor de organisatie gesteld. Van zo gauw ze zich uit het Warschaupact hadden losgemaakt eigenlijk. Zij blijven zich door een veel te groot Rusland bedreigd voelen, zolang ze niet in een groter veiligheidskader opgenomen zijn. Vanuit de geschiedenis van die landen nu eens overrompeld, dan gekoloniseerd of gehalveerd, geannexeerd of, zoals Polen dan, van de ene kant van de landkaart naar de andere geschopt kan men daar begrip voor opbrengen. Rusland hoeft ook helemaal zo groot niet te zijn (de pas officieel beëindigde oorlog in Tsjetsjenië is daar een illustratie van).
Maar eigenlijk hoeven de Verenigde Staten óók zo groot niet te zijn. Het opschuiven van de Navo, die nu een politiek etiket krijgt gekleefd over haar door en door militaire ziel, naar het voormalige Sovjetoosten, is uiteindelijk niets anders dan de militaire fixeerlaag die achter de politieke roll-back komt, het terugrollen van de Sovjetunie en het communisme dat het einde van de Koude Oorlog betekende. De implosie van de Sovjetunie bracht de nieuwe situatie op wereldvlak aan, dat er nog maar één supermacht overbleef, die voortaan de touwtjes in handen ging nemen.
VS-president George Bush noemde dat ?de nieuwe wereldorde?. Hij bedoelde daarmee dat er voorheen twee bazen waren in de wereld, en voortaan nog maar één, de VS. De uitbreiding van de Navo naar het oosten (een organisatie waarin de Europese landen blij zijn onder Amerikaanse leiding mee te mogen werken aan de organisatie van hun ?veiligheid?), is niets anders dan een stuk praktische uitwerking van het door Bush theoretisch geformuleerde principe : voortaan gaat de Amerikaanse invloedssfeer drie landen verder. Of vijf landen : Roemenië en Slovakije zijn ook kandidaat, maar Slovakije wordt voorlopig als te onbeduidend beschouwd, en Roemenië als te rommelig. Dat de Navo daarbij een stabiliserende rol kan spelen in de regio, en een tijdlang het toch nog nauwelijks bestaande Russische leger intimideren, is dan meegenomen. Maar het is een illusie te denken dat Rusland op deze manier definitief onder de duim kan gehouden worden. Daar is het, nog steeds, te groot voor.
Sus van Elzen
Militaire kadetten paraderen op het Rode Plein op 9 mei : al wat nog overblijft ?