Natuur voor de mensen

WILLY IBENS 'In mijn jonge jaren waren veel natuurgebieden niet toegankelijk voor buitenstaanders.'

De Kalmthoutse Heide groeit uit tot een grensoverschrijdend natuurgebied met zeldzame dieren en planten waarin recreatie gestimuleerd wordt.

Als de Antwerpse oliemagnaat Hector Carlier van de maatschappij Petrofina in de Tweede Wereldoorlog niet verdacht veel olie aan de Duitsers had verpatst, zou de vereniging Natuurpunt vorig jaar waarschijnlijk nooit een van de laatste stukken Kalmthoutse Heide in privéhanden hebben kunnen aankopen.

Het leven maakt soms rare sprongen – dat is bekend.

Carlier, die er waarschijnlijk ook maar het beste van probeerde te maken, pleegde in 1946 zelfmoord, nadat hij begrepen had dat de naoorlogse sfeer zich tegen hem keerde. In Kalmthout en omgeving was men er rotsvast van overtuigd dat zijn overlijden in scène was gezet en dat hij naar familie in Brazilië was gevlucht. Zijn twee dochters bleven achter, bleven vrijgezel, en sloten zich op in de kelders van het familiekasteel op het landgoed De Boterbergen.

De enige met wie de zonderlinge dames regelmatig contact hadden, was een melkveehouder uit de buurt. Toen de laatste van het duo in 2007 stierf, bleek de waarde van de erfenis ongeveer 200 miljoen euro te bedragen. De voornaamste begunstigde was de boer in kwestie, die met gezond boerenverstand zijn zoon Stanny als ontvanger van de schat aanwees.

Om de enorme erfenisrechten te omzeilen, was er gekozen voor de optie van het duolegaat: een constructie waarbij een vorm van liefdadigheid ingeschakeld wordt. Een externe organisatie wordt als begunstigde aangeduid, met de specifieke opdracht een deel van het legaat uit te keren aan verre familie of vrienden, die op die manier de hoge successielasten kunnen omzeilen. In het geval van de nalatenschap-Carlier was de Koning Boudewijnstichting de externe partner.

Er kwamen echter wat kinken in de lucratieve kabel toen nazaten van de naar Brazilië uitgeweken familie zich roerden, maar het gigantische bedrag liet toe dat er een minnelijke schikking getroffen werd. Hiermee werd een jarenlange procedureslag voorkomen. In de context van de getroffen regelingen kon Natuurpunt 362 hectaren Kalmthoutse Heide aankopen, voor een bedrag van 6 miljoen euro. Boer Stanny werd daar niet onvoorwaardelijk gelukkig van, want zijn zuster werd ziek toen ze besefte dat ze geen euro zou krijgen, en kwam gewelddadig om het leven.

‘Voor de natuur was het legaat-Carlier een gouden zaak,’ vertelt directeur Willy Ibens van Natuurpunt, ‘want met deze aankoop konden we het laatste stuk heide dat nog niet in functie van de natuur beheerd werd in ons bezit krijgen. Samen met het deel van de heide dat eigendom is van het Agentschap voor Bos en Natuur, en van onze Nederlandse collega’s aan de andere kant van de grens, kunnen we nu een van de grootste grensoverschrijdende natuurgebieden in Vlaanderen en Nederland beheren: 3750 hectare die we via aangepaste beheerswerken zoveel mogelijk als een aaneengesloten geheel zullen aanpakken.’

Speurtochten voor kinderen

Ondanks het feit dat hij geen bioloog is, is Ibens gebeten door de natuurmicrobe. Hij is econoom van vorming, vertoefde lang in het bankwezen, maar maakte negentien jaar geleden de overstap naar een voorloper van Natuurpunt, om er de financiële consequenties van de groei van de vereniging in goede banen te leiden. Nu is Natuurpunt een middelgrote onderneming met 350 vaste medewerkers, waarvan een belangrijk deel ‘moeilijke’ tewerkstelling in het kader van een sociale economie, een legertje van 5000 vrijwilligers en 87.000 Vlaamse gezinnen als lid. Die sterke basis maakt het mogelijk dat de vereniging grote aankopen doet. Van het totale aankoopbedrag voor de heide moest 830.000 euro rechtstreeks van de leden komen. Dat bleek geen probleem.

De aankoop betekent wel dat er dit jaar wat voorzichtiger met budgetten voor nieuwe gebieden moet worden omgesprongen, maar vanaf volgend jaar zou de marge weer wat vergroten. ‘We moeten extra voorzichtig zijn, want de natuurverenigingen ontsnappen niet aan de besparingsnoodzaak van de regeringen in ons land, waardoor ons budget dit jaar 10 procent lager ligt dan vorig jaar’, rekent Ibens voor. ‘Daarenboven wordt het beheer van natuurgebieden almaar duurder, omdat het soms zware ingrepen vergt. Maar we blijven als een goede huisvader over onze centen waken, en we boren zo veel mogelijk nieuwe bronnen van financiering aan.’

Natuurpunt kan op nogal wat steun in diverse politieke milieus rekenen. Verschillende Vlaamse ministers waren al voor ze hun mandaat opnamen, lid van de vereniging. Ze is dus niet de fundamentalistische groene beweging die sommigen er nog altijd in zien, een instelling die zo veel mogelijk natuur zo hermetisch mogelijk voor eigen gebruik wil afsluiten, maar wel een van de grootste gezinsverenigingen van het land, met aandacht voor alle leeftijdsgroepen. Elk weekend organiseert ze een uitgebreid gamma activiteiten voor het grote publiek.

‘Het Stappersven en de Nolse Duinen die we konden aankopen, waren in mijn jonge jaren ontoegankelijk voor buitenstaanders’, herinnert Ibens zich. ‘Je kon als kwajongen geen honderd meter achter het prikkeldraad afleggen zonder door een boswachter in je nekvel te worden gegrepen. Wij maken nu werk van een bewegwijzerde wandeling door een groot stuk van het gebied, die mensen in hun vrije tijd op eigen initiatief kunnen volgen. Voor de kwetsbare stukken, vooral de moerasgebieden, zullen we regelmatig geleide wandelingen organiseren die we in onze bladen aankondigen. Mensen zullen nog meer dan vroeger van de Kalmthoutse Heide kunnen genieten.’

Ibens zelf bouwt al enkele jaren aan de traditie dat hij naar aanleiding van zijn verjaardag een natuurspeurtocht voor zijn kinderen en kleinkinderen organiseert, waarvoor de kleinkinderen duidelijk enthousiaster zijn dan de kinderen. Die laatsten kijken meer uit naar het etentje achteraf. Een gps en kompassen en vang- en schepnetjes moeten het grote avontuur in goede banen leiden en af en toe opvrolijken met de vondst van een interessant diertje of plantje. De gevangen beestjes worden uiteraard na inspectie weer losgelaten.

We struinden letterlijk door bos en hei, zagen de plaatsen waar de zeldzame gladde slang zich graag in de zon legt (maar tijdens ons bezoek hadden ze elders bezigheden), zagen grote hoeveelheden zeldzame heikikkers in een vennetje kwaken, zagen typische vogels van de heide, inbegrepen zeldzaamheden als boompieper en boomvalk, zagen een nest van de spectaculaire bosmieren, en zagen dat het goed was. Of toch bijna goed was, want de vele decennia van ‘wanbeheer’, met weinig aandacht voor oorspronkelijke natuur (het gebied werd bijna uitsluitend voor de jacht beheerd) leidde tot een overwoekering van mooie zones met monotone naaldbossen en door een invasie van oninteressante vogelkers. Rond het kasteel is de natuur sterk ‘vertuind’, met een overdaad aan rododendrons en andere niet-natuurlijke aanplanten.

De eerste tekenen van het nieuwe beheer zijn de klassieke nestkastjes die blijkbaar meteen moeten worden opgehangen, hoewel het aantrekken van meer mezen niet noodzakelijk gunstig is voor, bijvoorbeeld, zeldzame heidevlinders. ‘We zijn al beheersplannen aan het uittekenen,’ vertelt Ibens, ‘maar we moeten daarbij rekening houden met een aantal gevoeligheden. Zo is het in de nieuwe beheerscontext niet zomaar mogelijk bomen te kappen, zelfs niet in het kader van natuurbeheer, omdat de wetgever veronderstelt dat je dan elders bomen bijplant, als compensatie. Het is altijd wikken en wegen. Maar we komen er wel uit. We willen het hout dat we eventueel zouden verkopen, trouwens ook een duurzaamheidslabel geven, zodat kopers weten dat het uit bossen komt die goed worden beheerd.’

Storende quads

Zoals op vele plaatsen is de strijd voor het behoud van zeldzame dieren en planten ook in de Kalmthoutse Heide vooral een gevecht tegen natuurlijke ontwikkelingen, tegen uitdroging, verschraling en bosvorming. De Jeugdbond voor Natuur en Milieu (JNM) zal zich in september al op het vrijmaken van een mooi stuk hei storten. Het gebied kreeg zijn specifieke status vooral door de turfwinning die er vanaf de dertiende eeuw domineerde, bij gratie van de abdij van Tongerlo, de aanvankelijke eige- naar. Pogingen vanaf de negentiende eeuw om het voor grootschalige landbouw in te schakelen, moesten – gelukkig – worden opgegeven bij gebrek aan succes. De inspanningen nodig om er iets van te maken, waren te groot.

Later werd het gebied vooral beheerd in functie van houtopbrengst en jacht, twee activiteiten die niet garant staan voor het bewaren van veelzijdige natuur. En die niet te verzoenen zijn met gezinsactiviteiten. Maar als mensen zich aan de wandelpaden houden, en aan de (weinige) regels voor een natuurvriendelijke houding, kunnen de uiterst zeldzaam geworden boomleeuwerik en nachtzwaluw in het gebied een belangrijke pleisterplaats blijven vinden. Het voornaamste conflict dat wij tijdens onze wandeling door bos en hei ervoeren, was dat tussen wandelaars en opdringerige fietsers.

Hopelijk kunnen de kwalijke quads met hun storende lawaai uit het gebied gehouden worden. Tijdens onze wandeling viel namelijk vooral de stilte op, hoewel het een mooie en dus potentieel drukke zondag was. Soms hoorde je alleen het gezang van een fitis of het voorzichtige geroep van een wintertaling. Zelfs Ibens’ kleinkinderen waren stil als ze intens in hun netjes naar een waterjufferlarve of een kikkervisje zochten.

‘De Kalmthoutse Heide is trouwens aantrekkelijk in alle seizoenen’, benadrukt Ibens. ‘In de zomer bloeit uiteraard de heide, in de herfst komen er trekvogels voorbij, en in de winter is het landschap extra rustig. Vorige winter kon er op het Stappersven zelfs geschaatst worden, hoewel het ijs niet van echt goede kwaliteit was. Maar het maakt natuurlijk een verschil als je in een natuurcontext op het ijs kunt gaan, omgeven door witte bossen in plaats van groene.’

Ibens stelt ook dat het bijna uitgesloten is dat er in Vlaanderen nog natuur wordt beheerd zonder rekening te houden met mensen: ‘De landbouwsector blijft vragende partij voor intensief landgebruik. We proberen in overleg zo veel mogelijk landbouwgrond zo natuurlijk mogelijk te laten beheren, zodat er ruimte blijft voor een gevarieerd en kleurrijk landschap. In onze verstedelijkte context willen we zo veel mogelijk mensen op een relatief gemakkelijke manier de kans geven zich te ontspannen in wat ze als echte natuur kunnen beschouwen. Ik denk niet dat daar een conflict in zit, zolang de ontspanning gebeurt met respect voor wat er leeft. En door de aandacht van de mensen kunnen wij onze inspanningen opdrijven om wat er in Vlaanderen nog aan natuur rest, optimaal te beheren. Een situatie waar iedereen beter van wordt, inbegrepen de zeldzame dieren en planten.’

DOOR DIRK DRAULANS / FOTO’S WIM VAN CAPPELLEN / REPORTERS

De zelfmoord van een oliemagnaat na de Tweede Wereldoorlog leidde onrechtstreeks tot een forse uitbreiding van de Kalmthoutse Heide.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content