Samen met Alexander Roose, docent Franse literatuur aan de UGent, puurde Koen De Sutter een monoloog uit de 1400 bladzijden tellende Essays van politicus, filosoof en schrijver Michel de Montaigne (1533-1592).
Waarom is het tijd voor Montaigne?
KOEN DE SUTTER: Dit is een idee van Alexander. We kennen elkaar al jaren. Toen hij me begon te begroeten met ‘Montaigne!’ wilde ik weten wat hij in zijn schild voerde. Hij bleek aan een doctoraat over Montaigne te werken, wilde daarover een toneeltekst schrijven én hoopte dat ik die zou spelen. Ik was meteen gewonnen voor dat idee. De afgelopen drie jaar verdiepte ik me in Montaignes leven en werk terwijl Alexander de tekst schreef. Hij maakte een selectie uit Essays en, wees gerust, hij maakte er geen academische lezing van, maar een monoloog in een eenvoudige, fijne streektaal over de evoluties in het leven van Montaigne.
Vertolkt u Montaigne zelf?
DE SUTTER: (glimlacht) Hoe zou ik dat moeten doen? In het midden van schrijfpluimen en boeken? Ik sta op een vrij kale scène, vormgegeven door kunstenaar Sofie Muller, en speel zowel mezelf als Montaigne. Hij was een magistraat die de bibliotheek van zijn boezemvriend Etienne de La Boétie erfde. Hij trok zich daar terug, maar werd er haast gek van eenzaamheid. Dus begon hij te schrijven. Zo ontstond Essays. Hij schreef over uiteenlopende onderwerpen: ledigheid, droefgeestigheid, opvoeding, de kracht van de verbeelding, de gelijkenis tussen kinderen en hun vaders, angst, geuren. Zo leerde hij zichzelf én de wereld kennen. Hij begreep dat zelfkennis het begin van de wijsheid is. ‘Que sais-je?’ was zijn motto. Hij zag in dat mensen en kennis samen evolueren. Daarom voegde hij altijd zaken toe, maar schrapte hij nooit iets.
Zijn wijsheid vergaarde hij deels tijdens zijn reizen, onder meer naar Italië. Reizen vond hij noodzakelijk om andere culturen en denkwijzen te ontdekken. Mijn monoloog begint op het moment dat hij niet langer burgemeester van Bordeaux is – een ambt dat hij twee legislaturen heeft bekleed – en terugblikt op wat het leven hem leerde.
Wat leerde hij u?
DE SUTTER: Het belang van nederigheid, mildheid, empathie en luisterbereidheid. Van het belang van de durf om – dit is een aanbeveling voor onze politici – de stelligheid te laten varen. En van het besef dat waarheid verbonden is met plaats en tijd. Maar de essentiële les zit vervat in de titel van zijn werk: Essays. We moeten altijd opnieuw blijven proberen.
Intussen reist Bruno Van den Broecke als Socrates door de Lage Landen. Compagnie de Koe gaat met Samuel Beckett aan de slag. Waarom pakken zo veel theatermakers uit met filosofen?
DE SUTTER: Ik wil niet voor de theatersector spreken. Ik kan enkel spreken namens mezelf. Ik heb zin om iets bij te leren. Gerrit Komrij noemde de televisie ‘de treurbuis’ en ik ben het daarmee eens. Ik heb last van alle joligheid en ge-entertain. Wat niet wil zeggen dat Montaigne zware kost wordt. Integendeel. Het wordt een poging tot gesprek over de levenslessen van Montaigne, die – net als alle grote theaterauteurs zoals Tsjechov, Shakespeare of Beckett – thema’s aansnijdt die relevant blijven.
Gaat u echt in gesprek met het publiek?
DE SUTTER: Nee. Ik speel ook niet constant pontificaal voor het publiek. Cesar, mijn zoon en componist, staat naast me. Hij creëerde erg verscheiden muziek op zijn elektrische gitaar. Daardoor wordt het stuk een dialoog tussen woord en muziek. En tussen vader en zoon, natuurlijk. Je ziet een vader die aan zijn zoon levenslessen geeft, én omgekeerd.
Montaigne gaat op 19/1 in première tijdens de Antwerpse Kleppers. Info: www.toneelhuis.be en www.koendesuttermontaigne.be
De vrolijke wijsheid. Zoeken, denken en leven met Michel de Montaigne van Alexander Roose
Els Van Steenberghe