‘Alcohol is een deel van ons cultureel erfgoed, maar de hoge mate waarin we het gebruiken is problematisch’, zegt medisch socioloog Guido Van Hal van de Universiteit Antwerpen.
Is alcoholmisbruik genetisch bepaald? Speelt de individuele vatbaarheid geen grotere rol in het aantal verslavingen dan het maatschappelijk aanvaard zijn van alcohol? (Jozefien Vanhaverbeke, Waardamme)
GUIDO VAN HAL: Er speelt zeker een genetische component bij verslavingen, al is het moeilijk om die los te koppelen van het voorbeeldgedrag van de ouders. Maar die ene factor kan niet alles verklaren. Of iemand verslaafd wordt, hangt af van een combinatie van drie M’en. Hoe verslavend het middel is, de individuele vatbaarheid van de mens, en de aanvaarding of afwijzing door zijn milieu. Dat laatste speelt natuurlijk een belangrijke rol, zeker in ons land. Zowat elke Belg drinkt alcohol, en 85 procent doet dat regelmatig. Geschat wordt dat tussen de 250.000 en de 500.000 landgenoten afhankelijk zijn.
De gevaren van alcohol zijn nu al zo lang gekend. Blokkeert de alcohollobby meer regulering? (Tessa Bogers, Leuven)
VAN HAL: De financiële belangen zijn in elk geval groot, en de alcoholsector laat zich zeker horen. Toen Vlaams minister Sven Gatz (Open VLD) nog directeur was van de Belgische Brouwers vond hij een pintje per dag voor elke Belg toch wat weinig. En toen Laurette Onkelinx (PS) een nationaal alcoholplan voorstelde met een verbod op alcohol in wegrestaurants en een verhoging van de minimumleeftijd tot 18 jaar, bleef daar na fiks lobbywerk weinig van over. De sector heeft zeker van bier een cultureel erfgoedproduct gemaakt, bijvoorbeeld met de campagne ‘Fier op ons Bier’. Dat mag natuurlijk, maar het mag ons niet blind maken voor de negatieve gevolgen van alcohol.
Moet de verkoop van alcohol verboden worden onder de 18 jaar? (Wim Beyers, Wuustwezel)
VAN HAL: In 21 van de 28 lidstaten van de EU is dat het geval, wat van België een uitzondering maakt. Het zou ook logischer zijn. Nu mag je vanaf 16 jaar bier en wijn drinken, en vanaf 18 sterkedrank. Ik weet ook wel dat een verbod niet inhoudt dat jongeren ophouden met drinken, maar legalisering geeft wel een signaal dat iets ok is. Het zou al heel wat zijn als we met zo’n maatregel de leeftijd waarop jongeren voor het eerst drinken kunnen optrekken van 13 naar 15 jaar. Zeker omdat je door het drinkgedrag bij jongeren te beïnvloeden op lange termijn werkt, want zij zullen hun eigen kinderen afraden om vroeg te beginnen.
Softdrugs lijken de nieuwe alcohol. Hoe gevaarlijk is die evolutie? (Evi Bals, Niel)
VAN HAL: Ik hou niet van de term softdrugs. Als je een roesmiddel dagelijks gebruikt, wordt het gebruik hard, ook al gaat het om zogenaamde softdrugs. Zo zijn er voorbeelden van cocaïnegebruikers die hun gebruik onder controle hebben, terwijl heel wat drinkers wel verslaafd worden. Het probleem met cannabis is dat we geen duidelijk zicht hebben op de gevolgen ervan. Het lijkt dat ze psychoses kan veroorzaken, maar zeker weten we dat niet. Als dat klopt, dan moeten we haar verbieden.
Vraag van de week
Is een drugsvrije samenleving wenselijk? Al eeuwenlang gebruiken mensen alcohol om zich goed te voelen en iets te vieren. Waarom moet dat ophouden? (Edwin Coremans, Herentals)
VAN HAL: Of een samenleving zonder roesmiddelen wenselijk is, weet ik niet. Het is in elk geval onmogelijk. De zogenaamde War on Drugs is, net als het verbod op alcohol in de jaren twintig in Amerika, niet volledig te winnen. Behoorlijk gebruik is wel mogelijk. Vrouwen mogen maximaal 14 glazen alcohol per week drinken, mannen 21. Daarnaast drink je beter niet meer dan respectievelijk drie en vijf glazen per dag, en twee dagen helemaal niets. In een tijd waarin mensen bewuster omgaan met roken, en zelfs met vlees eten, zou een matig alcoholgebruik niet raar mogen zijn, maar vandaag is de tijd er niet rijp voor.
Ook het nieuwe jaar begint met angst, onzekerheid en pessimisme. Hoe moeten we daar als samenleving mee omgaan?
Stel uw vragen aan socioloog MARK ELCHARDUS
Mail uw vragen naar mijnvraag@knack.be en maak kans op twee filmtickets.
Jelle Henneman