Passieve fondsen scoren beter dan actieve.

De Belgische markt van beleggingsfondsen zette haar groei in 2006 voort. Vorig jaar namen de middelen onder beheer toe met 4 % of 6,6 miljard euro tot 173,51 miljard euro in totaal. Een matige stijging in vergelijking met de vorige jaren toen het groeipercentage met twee cijfers werd opgetekend. De concurrentie is toegenomen door de hogere aantrekkingskracht van beleggingen in individuele aandelen, de toegenomen rente op spaarboekjes, een gestegen belasting op gemengde of obligatiefondsen en de opkomst van trackers (een tracker volgt nauwkeurig de koersontwikkeling van een index). We geven een overzicht van hoe de kaarten in 2006 zijn geschud.

MARKTAANDEEL SLINKT

De aanschaf van beleggingsfondsen blijft voor veel Belgische beleggers een eenvoudige manier om de portefeuille te diversifiëren en toegang te verkrijgen tot zowat alle segmenten van de financiële markten. Vandaar dat de middelen in alle marktomstandigheden naar de fondsenmarkt blijven toestromen. Obligatie- en monetaire fondsen hebben met 28,4 % het grootste marktaandeel in België. Fondsen met kapitaalbescherming volgen op de voet met 24,6 %. Beide hebben hun marktaandeel enkele procentpunten zien terugvallen. Voor eerstgenoemde heeft dit alles te maken met de door de industrie verfoeide ingreep van de overheid om bij de verkoop van deelbewijzen van fondsen die meer dan 40 % beleggen in vastrentende waarden een roerende voorheffing aan te rekenen. De banksector samen met de Belgische Vereniging van Asset Managers (BEAMA) roepen al geruime tijd op deze heffing af te schaffen. De beperkte terugval van fondsen met kapitaalbescherming heeft dan weer te maken met het feit dat de gemiddelde belegger minder risicoschuw is geworden. Deze twee types van beleggingsfondsen hebben daarnaast te kampen met een hogere rente op spaarboekjes die vooral bij nichespelers zoals Deutsche Bank en Rabobank.be de kop opstaken. Ongeveer drie vierde van de nieuw gelanceerde fondsen in 2006 valt onder de noemer kapitaalbescherming, de meeste ter vervanging van gelijkaardige compartimenten die vervallen zijn. Ter herinnering, dit type van beleggingsfonds heeft een vooraf bepaalde levensduur die kan variëren van twee tot ongeveer twaalf jaar.

CONCURRENTIE GROEIT

Aandelenfondsen namen 24,4 % van de beheerde middelen voor hun rekening, een lichte toename tegenover eind 2005. Opvallend is wel dat de stijging van de middelen onder beheer lager ligt dan de gemiddelde aandelenreturn. Er stroomde minder vers geld toe dan dat er uitstroomde door verkopen, de stijgende aandelenkoersen redden de meubelen. Voor dit fondsentype was de belangrijkste concurrent de aandelenbeurs zelf. Doordat de Bel20-index en internationale beursindices de records aan elkaar rijgen, is de interesse van de particuliere belegger om in individuele aandelen te beleggen fors toegenomen.

Daarenboven knaagt de doorbraak van trackers aan de populariteit van aandelenfondsen. Deze trackers zijn passieve fondsen omdat ze slaafs een bepaalde index volgen. Dit kan gaan van de Bel20-index tot de barometer van de Braziliaanse beurs. Deze compartimenten hoeven in tegenstelling tot actieve fondsen niet gerund te worden door een beheersteam van de uitgever, waardoor de gemiddelde aankoop- en beheerskosten veel lager liggen. Veel actieve fondsen zijn er de voorbije jaren niet in geslaagd om beter te doen dan hun referentie-index. Een groter wordende groep beleggers vraagt zich dan ook steeds meer af waarom ze hogere kosten moeten neertellen voor een actief fonds dat geen meerwaarde kan creëren. De concurrentie en de druk op de beheerder zullen alleen maar toenemen. Opvallend is ook de opkomst van de categorie ‘overige fondsen’ die haar marktaandeel kon verdubbelen tot 4,7 % en eigenlijk ook een concurrent is van open aandelenfondsen. Steeds meer compartimenten zijn niet te vatten onder de traditionele definities. Het zijn absoluut returnfondsen, die de vrijheid hebben om in zowat alle mogelijke financiële producten te kunnen beleggen, en fondsen die in andere fondsen beleggen (fund of funds). Gemengde fondsen met een aandelen-, obligatie- en cashcomponent en pensioenspaarfondsen breidden hun marktaandeel een fractie uit tot respectievelijk 11,2 % en 6,6 %.

DOOR FRANCIS MUYSHONDT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content