De bijbelversie van Flavius Josephus is minder bekend, maar daarom niet minder leerrijk.
Het was enigszins na de tijd van Caesar. Het Romeinse Rijk omvatte grotendeels wat wij het Midden-Oosten noemen en Flavius Josephus, zijn naam zegt het zelf, was een jood in Palestina die Latijn sprak en schreef. Hij maakte de oorlog mee waarin de Tempel werd verwoest en hij was in Massada hoe hij dat kon navertellen, is een verhaal op zichzelf. Als hij bij ons in het Westen (buiten de joodse gemeenschap) bekend is, dan is dat vooral door zijn boek over ?De joodse oorlog?. Zijn reportage.
Dat boek verscheen jaren geleden al in Nederlandse vertaling van de heren Meijer en Wes. Het is een basisboek voor al wie met de bijbel, met de oorsprong van het christendom en zelfs met de verre achtergronden van het Midden-Oosten bezig is. Decennialang was het de geheime sleutel bij uitstek van theologen en filosofen die op zoek waren naar de oorspronkelijke ideeën van de man die men Christus noemde. Sinds de Dode Zee-rollen in de mode zijn, is Flavius ook in de mode. Maar met zijn boek over de oorlog en zijn eigen levensbeschrijving houdt het meestal op.
Daarom is het best gedurfd van uitgeverij Ambo, die ook bovenvermeld boek uitgaf, die zich aan de publicatie van Flavius’ resterende oeuvre heeft gezet. Dat moeten drie delen worden met zijn ?Oude geschiedenis van de joden?.
STEEN VAN ROSETTA
Wat dat zou kunnen zijn, is niet zo vreemd katholieke Vlamingen zouden het ?gewijde geschiedenis? noemen , tot we erover beginnen na te denken. Wat Flavius doet, is de Tora, onze bijbel, navertellen in het Latijn, met commentaren en verklaringen voor Romeinen die met de plaatselijke zeden en gewoonten niet vertrouwd zijn. Voor ons, die daar evenmin mee vertrouwd zijn, impliceert dit dat de versie die Flavius Josephus van ons Oude Testament geeft, als een soort tussentrap kan dienen op tweeduizend jaar afstand, een bemiddeling tussen ons en wat de oorspronkelijke tekst dan zou zijn. Die staat immers niet onherroepelijk vast, aangezien wij niet zoals strenge moslims geloven dat God zelf de tekst heeft gedicteerd.
Flavius legt dus de Tora uit aan de Romeinen. Die moeten het Boek maar als geschiedenis opnemen. Maar op die manier haalt hij het, nog geen honderd jaar na Christus, uit zijn oosterse context weg en trekt het naar Italië, naar Rome, het centrum van de Middellandse Zee. Hoe zou iemand een betere ?steen van Rosetta? voor de bijbel kunnen bedenken, een betere ?interpretatie? op het moment dat het christendom begint ? Het is dan ook niet vreemd dat de boeken van Flavius Josephus aan christelijke kant een geheim wapen voor de theoretici werden.
Wat iedereen denkt te kennen, is het scheppingsverhaal. God, dat weten we, schiep het licht. Flavius : ?Toen dat er was en hij de gehele materie overzag, scheidde hij het licht en de duisternis, en aan de laatste gaf hij de naam ‘nacht’, het eerste noemde hij ‘dag’, en het begin van het licht en het ophouden ervan noemde hij ‘ochtend’ en ‘avond’. Dat nu zou ‘de eerste dag’ kunnen zijn, maar Mozes noemde het ‘één dag’. Waaróm hij het zo noemde zou ik nu al wel kunnen uitleggen, maar aangezien ik heb beloofd de verklaring van alle dingen in een apart boek te geven, stel ik de behandeling van die vraag maar tot dat moment uit.?
We moeten hier geen poëzie zoeken. Flavius was een droge, pragmatische man met een militair verleden, die probeerde aan droge, pragmatische mensen met een militair verleden het Boek van zijn volk te verkopen als een soort militaire geschiedenis met God in het hoofdkwartier. Wat we bij zo’n interpretatie niet uit het oog mogen verliezen, is dat veel van de bijbelse verhalen zo gecondenseerd zijn en vol gestouwd met symboliek en betekenis, dat ze hun eigen poëtische kracht structureel in zich meedragen. De taal waarin ze worden gebracht, kan een vleug of een parfum toevoegen, maar die is al lang niet meer doorslaggevend. De afstand naar het oude Hebreeuws is zo groot dat het eigenlijk geen echte rol meer speelt of de geschiedenis wordt verteld in het Nederlands van de Statenbijbel, het Engels van de Readers’ Digest of het Latijn van Flavius : na zoveel tijd zitten we op het bot van de historie.
GODS ADEM
En die historie is niet afkomstig uit Italië of de vallei van de Arno, zij draagt de aard in zich van de grond waarin ze ontstond, dat is de woestijn van Judea, een woest landschap waarin de wind zo kan tekeergaan dat men inderdaad zou kunnen denken dat Gods adem er over de rotsen strijkt. Het geweld van dit land was Flavius Josephus bekend stond hij niet aan het hoofd van de joodse operaties in Galilea tot hij door de Romeinen werd gevangen genomen, en had hij zich niet laten gevangen nemen in plaats van de hand aan zichzelf te slaan of als een dappere te sneuvelen ? en hij moet er het zijne van gedacht hebben. Niet alleen werd hij schrijver en geen generaal, ook in zijn geschriften en in deze versie van het Boek heeft hij de neiging overmaat aan geweld als misdadig te beschrijven en daar meer uitleg bij te geven dan in de oorspronkelijke tekst terug te vinden is.
Het is natuurlijk voer voor liefhebbers, die er hun tijd in willen steken om ?De oude geschiedenis van de joden? te gaan vergelijken met de bijbelversie die wij normaal gebruiken. Maar die liefhebbers zullen er dan ook eten aan hebben. ?De oude geschiedenis van de joden? verschijnt in drie delen, het eerste deel bevat de geschiedenis sinds het begin tot aan de dood van koning David, dat komt neer op de eerste zeven boeken van de ?Antiquitates Judaicae?. Wie het vervolg wil weten, zal dan een tijdje op delen twee en drie moeten wachten.
Sus van Elzen
Flavius Josephus, ?De oude geschiedenis van de joden?, deel 1, Ambo/Kritak, Baarn/Antwerpen, 476 blz.
De woestijn van Judea sloeg haar stempel op dit boek.