Voetballer Cristiano Ronaldo brengt een autobiografie in de bioscoop. Héél bescheiden is de titel van de film niet: Ronaldo – Astonishing. Intimate. Definitive. Net dat eeuwige gebluf zorgt ervoor dat de Portugese megaster niet de waardering krijgt die hij verdient. ‘Om onduidelijke redenen loopt Ronaldo de halve film naakt rond.’

Je kunt een sport domineren zoals (bijna) niemand het je heeft voorgedaan, match na match fenomenale goals scoren, meer trofeeën winnen dan er in je privémuseum passen, en voor dat alles de liefde krijgen die een wereldster toekomt. Of je kunt Cristiano Ronaldo heten. Voor veel voetbalsupporters symboliseert de Portugees hoe het topvoetbal de weg is kwijtgeraakt. Ronaldo is hen te perfect, te arrogant, te veel haargel, te veel onderbroekenreclame en te veel jetset. Rivaal Lionel Messi komt over als een ster tegen wil en dank, en dat lusten de mensen liever. Met goals koop je geen affectie. Het magazine World Soccer vroeg een panel van experts om het beste elftal aller tijden samen te stellen. Cristiano Ronaldo kreeg 7 stemmen en viel naast de ploeg. Diego Maradona werd 64 keer gekozen, Pelé 56, Johan Cruijff 58 en Messi 46 keer. Klopten de Portugees: Roberto Carlos, Cafu, Garrincha, George Best en de ándere Ronaldo. Eigenlijk is dat niet ernstig. Eén avondje kijken naar Real Madrid volstaat om te zien dat hij een van de strafste voetballers aller tijden is.

Vorig jaar zei Cristiano Ronaldo nog op CNN dat hij zich ‘een slachtoffer van zijn imago’ voelde. ‘De mensen kennen me niet, dat verklaart waarom ze me minder sympathiek vinden dan Messi.’ Niemand is graag de boeman, en de ogenschijnlijk aan alles lak hebbende Ronaldo blijkt geen uitzondering. Het verklaart de documentaire Ronaldo – Astonishing. Intimate. Definitive, een anderhalf uur durende film over ’s mans leven en werk, die maandag in de zalen komt. Wie intekent op de première krijgt ‘de aankomst van Ronaldo en andere internationale sterren in live streaming vanaf de rode loper’ erbovenop. Na de vertoning volgt een rechtstreeks interview met de voetbalheld. Bescheidener willen overkomen met een film over je eigen leven is iets wat alleen in de logica van Ronaldo kan werken. De makers eten slim van twee walletjes: Ronaldo’s fans krijgen een unieke inkijk in zijn (privé)leven en worden verwend met beelden van zijn fraaiste afstandsschoten. Maar wie met Ronaldo de draak wil steken, komt evengoed ruimschoots aan zijn trekken.

Laten we beginnen met de ergernissen. Om onduidelijke redenen loopt Cristiano Ronaldo de halve film naakt rond, en maakt hij van zijn gebeeldhouwde lichaam het voornaamste decorstuk. Daarbij wordt niet getoond welke moeite het ongetwijfeld kost om zo’n indrukwekkende fysiek te onderhouden. Al het vertoon wordt al snel grotesk. Hij praat over zichzelf in de derde persoon. Hij monstert zijn bespottelijk dure wagenpark, ondervraagt zijn zoontje over welke supercar er vandaag niet in de garage staat en begrijpt kennelijk niet dat hij overkomt als een parvenu. Hij poseert naast een levensgroot bronzen standbeeld van zichzelf, vlak voor het Ronaldo-museum dat hij zelf financierde. De ramen in zijn Madrileense villa hebben de vorm van het CR7-logo, naar het patserige kledingmerk dat Ronaldo lanceerde en natuurlijk draagt de Portugese kapitein de hele film lang CR7. Een kappersbezoek moest uiteraard ook de final cut halen.

Beetje zielig

Veel poeha maar geen stijl, dat is wat de critici Cristiano Ronaldo verwijten. Maar een leeghoofd is hij niet. Interessant is hoe de topspeler de weerzin tegen zijn persoon wegrationaliseert. Wanneer Ronaldo scoort, pompt hij zijn borstkas op zoals De Verschrikkelijke Hulk. Wordt hij getackeld, of gaat zijn schot tegen de paal, dan pruilt hij als een misnoegd kind. De buitenwereld interpreteert die theatrale mimiek verkeerd, beweert Ronaldo. Het is zijn manier om zijn verbetenheid te tonen, niet zijn arrogantie. ‘Ik wil gewoon zó graag winnen’, klinkt het bijna (maar niet echt) verontschuldigend. ‘Natuurlijk voel ik me niet superieur.’ Het eerste deel zal waar zijn, aan het tweede durven we te twijfelen. Want uiteindelijk blijkt zijn zelfingenomenheid haast het enige wat deze wondervoetballer vooruitbrandt.

Kun je medelijden krijgen met een knappe, dertigjarige miljonair-playboy? Zeker. Er zijn weinig mensen die Ronaldo vertrouwt, er zijn er nog minder die hij vrienden noemt. Zijn ploegmaats kunnen niet verstoppen hoe vervelend het is dat alle aandacht naar koning Cristiano gaat. Hij lacht met fans die om een handtekening smeken, hoewel het zichtbaar zijn ego streelt. Wie blijft er dan nog over? ‘Ik doe de dingen graag in m’n eentje, dan hoef ik met niemand rekening te houden’, vertelt Ronaldo, alleen in zijn privéjet, en je gelooft hem geen moment. De man zit opgesloten in zijn eigen tragiek, in zijn gouden kooi. Het was vast niet zijn bedoeling toen hij aan dit filmproject begon, maar je denkt onvermijdelijk: wat een zielenpoot, met al zijn Lamborghini’s.

De haaien uit de sector hadden hem destijds al snel te pakken. De film reserveert een belangrijke rol voor Ronaldo’s manager, de gladde Jorge Mendes. De gewezen videobandenverkoper kwam al meermaals in opspraak, maar daarover hoor je in de documentaire geen woord. Mendes benut elke ademtocht om bij zijn protegé te slijmen. Met succes, want Ronaldo heeft voor hem het ultieme compliment veil: ‘Jorge is de Cristiano Ronaldo onder de voetbalmakelaars.’ Dat Jorge net zo graag zijn eigen moeder per opbod zou verkopen als daar meer poen in zat, weigert Ronaldo te zien.

Wasmachine op het dak

Maar de olifant in de kamer blijft natuurlijk Lionel Messi, die ongewild de belangrijkste bijrol speelt. Het duel tussen ‘de twee voetbal-aliens’, zoals Eden Hazard ze noemde, domineert de film. Doorgaans wordt Ronaldo neergezet als een onstopbare mensmachine, een Terminator, terwijl Messi de aaibare hobbit is die tot zijn eigen verbazing de wedstrijd wint. Deze documentaire keert het allemaal om, met een indrukwekkende reeks slowmotionbeelden van Messi die gemeen in de camera kijkt. Of Messi met een jaloerse trek om de mond wanneer Ronaldo de Gouden Bal wint. In werkelijkheid toonde ook Ronaldo zich een paar keer van zijn meest afgunstige kant toen Messi die trofee won, maar dat paste wellicht niet in de plot van de film.

Zó groot zijn de verschillen tussen de twee nochtans niet. Beiden zijn van eenvoudige afkomst, zonder dat er sprake was van bittere armoe. Beiden bleken als peuter wild van voetbal, hadden de ijzeren wilskracht om het meeste uit hun talent te halen, én werden op piepjonge leeftijd opgepikt door de beste voetbalacademies ter wereld, respectievelijk die van FC Barcelona en Sporting Lissabon. Zowel voor Messi als voor Ronaldo betekende dat: huis en haard verlaten voor een genadeloze survival of the fittest, nog voor hun puberteit was begonnen.

Ronaldo’s bescheiden afkomst krijgt veel aandacht in de film – dat biedt een mooi contrast met de overdadige weelde waarin hij zich nu graag wentelt. Zijn jeugd op het bloemeneiland Madeira was geen pretje. Vader dronk en stierf aan een levercirrose. Moeder krasselde om rond te komen, en was van plan om de ongeboren Cristiano te aborteren – aan die bekentenis, hét grote emo-moment uit de docu, hebben toogpsychologen vast een hele kluif. De voetballer werd trouwens vernoemd naar Ronald Reagan, die president van de VS was toen Cristiano werd geboren. Pa was fan van de acteur Reagan, niet van de politicus.

De Ronaldo’s woonden in een bungalow die zo klein was dat ze de wasmachine op het dak moesten zetten. Dat krot zit niet in de film. Tien jaar geleden beslisten politici om Ronaldo’s geboortehuis af te breken. De vele journalisten die naar Madeira afreisden voor verhalen over de wortels van het Portugese wonderkind schrokken van de ellende en schreven klaagzangen die negatief afstraalden op het eiland. Wie naar Madeira wil om Ronaldo te eren, kan naar het CR7-museum: een egostatement van de voetballer, maar tegelijk ook een werkgelegenheidsproject voor zijn oudere broer, die met alcohol- en drugsverslavingen kampte.

De sportheld met de looks van een filmster heeft het dus niet altijd makkelijk gehad. Op zijn elfde trok hij naar Sporting Lissabon, waar hij vooral opviel door zijn doorzettingsvermogen. Zulke verhalen hoor je op elke voetbalschool: er zijn er veel die goed kunnen ballen, maar alleen de spelertjes met een ijzeren wil komen er. In Lissabon kneedde Ronaldo zijn lijf tot de brok spieren die hij zo graag in de onderbroekenadvertenties toont. Maar wist u dat hij ooit de as van een voetbalveld, 96 meter, overstak in 10 seconden? Afgeklokt in de topper tegen Atlético Madrid in 2012. We betwijfelen of sprinter Usain Bolt dat kan met voetbalschoenen aan, en in het midden van een fysieke inspanning van 90 minuten. Als je à la Frankenstein de ideale voetbalspeler zou samenstellen, kom je uit bij Cristiano Ronaldo. ‘Kracht, snelheid, souplesse, timing, plaatsing, techniek: het complete pakket’, zei de Schotse voetballegende Alex Ferguson. ‘De perfecte atleet.’

De gewone man

Het geeft Ronaldo een graad van zelfvertrouwen die de meesten van ons niet voor mogelijk houden. Tussen haakjes: natuurlijk gelooft Lionel Messi evengoed dat hij een fantastische speler is die alles aankan, alleen toont hij dat niet zoals Ronaldo. Wat weinigen merkten, is dat de Portugees de concurrentiestrijd aan het winnen is. De statistici achter www. messivsronaldo.net brengen dat haarfijn in beeld: sinds de zomer van 2013 klopt Ronaldo zijn Argentijnse rivaal. Hij maakt meer doelpunten, doet het op belangrijker momenten, en gaat met de individuele prijzen lopen: de laatste twee Gouden Ballen waren voor Ronaldo. Daar staat tegenover dat Messi’s FC Barcelona beter draait dan Ronaldo’s Real Madrid, en dat Argentinië sterker is dan Portugal. Ronaldo draagt zijn teams, Messi overziet een gesmeerd geheel.

Maar de ene krijgt liefde en respect, de andere vooral hoon. Ronaldo lijdt daaronder, en heeft ondertussen geleerd dat hij dat het best verstopt. Toen Zweden een kwalificatiematch voor de Wereldbeker speelde tegen Portugal haalden de Zweedse fans een beproefde truc boven om Ronaldo uit zijn concentratie te brengen. De hele match lang scandeerden ze Messi’s naam (het gebruik achtervolgt Ronaldo in de Spaanse competitie, en is blijkbaar ook tot in Stockholm doorgedrongen). Mentaal moet zoiets erg zwaar zijn, maar de Portugese superster liet zich niet kennen. Hij scoorde een hattrick, en Zweden miste het wereldkampioenschap. Op dat WK werd het voor Portugal niks, want Ronaldo was geblesseerd en kreeg van de dokters met aandrang het advies om niet te gaan. Het ontlokte hem de opmerking: ‘Als we nu een beter team hadden, dan zou ik niet spelen. Maar zo is het jammer genoeg niet.’ Die volgende trip met de nationale ploeg wordt vast gezellig. De halffitte Ronaldo flopte op het WK, wat voor de documentairemakers een behoorlijke tegenvaller was want ze kregen in de kleedkamer van de Portugezen een ongekende vrijheid.

Nog een voorbeeld van ’s mans egomanie: Cristiano Ronaldo noemde zijn zoontje Cristiano Ronaldo. Het kereltje is de echte ster van de film. Niemand weet wie de moeder van Ronaldo Junior is. ‘No further information will be provided on this subject‘, postte de Real-aanvoerder op Facebook toen hij in 2010 aankondigde dat hij vader was geworden. Dat een man die zo door de pers belaagd wordt dít geheim kon houden, is een mirakel. Ook Irina Shayk, het Russische supermodel met wie Ronaldo destijds omging, viel uit de lucht. De boulevardpers begon te graven. Twee verklaringen worden allebei voor waar verteld: óf kleine Cristiano is het resultaat van een onenightstand met een Amerikaanse dienster, óf grote Cristiano regelde via een vruchtbaarheidskliniek een draagmoeder – een Mexicaanse, wordt gezegd. De moeder zou 10 miljoen euro hebben gekregen om haar zoon definitief af te staan. Hoe het ook zij: het kind wordt opgevoed door Ronaldo’s moeder, want zelf is hij te weinig thuis.

Bij het spelen met zijn zoon breekt het pantser van Ronaldo, en wordt de zonnegod zowaar een gewone man. De blik in zijn ogen wanneer zoonlief hem uitlegt hoe je een goeie strafschop neemt, is een bioscoopkaartje waard. Nog aandoenlijker is het wanneer Junior, uiteraard met hart en ziel anti-Messi, wegsmelt wanneer hij de ster van Barcelona ontmoet in de coulissen van een prijsuitreiking. Wanneer de emotie hem te veel wordt, snelt kleine Cristiano naar het tafeltje van papa, die zijn rivaal beloont met een dankbare glimlach. Hoezo, aartsvijanden?

Ronaldo wou zich met deze film rebranden tot ‘Cristiano Uilenspiegel’: een beetje een schelm maar met een gouden hart, en dan vergeef je hem veel. Dat lukt niet. Wie de Portugees al niet mocht, zal hem na deze film geen gram sympathieker vinden. Ronaldo – Astonishing. Intimate. Definitive biedt vooral een ontluisterend beeld van de top van de voetbalpiramide. Cristiano Ronaldo heeft alles bereikt waar miljoenen aspirant-voetballertjes van dromen. Maar als dat zo’n leeg, eenzaam leven oplevert, dan moet de conclusie zijn: droom vooral snel ergens anders van.

DOOR JEF VAN BAELEN

Ronaldo is de supporters te perfect, te arrogant, te veel haargel, te veel onderbroekenreclame en te veel jetset.

Het was vast niet zijn bedoeling toen hij aan dit filmproject begon, maar je denkt onvermijdelijk: wat een zielenpoot, met al zijn Lamborghini’s.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Expertise