Niet alleen zieke werknemers proberen de controlearts op het verkeerde been te zetten. Ook de bedrijven die hem uitsturen, willen hem weleens als spion inschakelen. ‘Soms voel ik me echt in de maling genomen en daar kan ik totaal niet tegen’, zegt controlearts Mark Vervaeke. Voor haar boek Voelt ú zich wel goed, dokter? sprak Knack-redactrice Ann Peuteman met Vlaamse artsen over de dilemma’s waarmee ze elke dag worden geconfronteerd. Een voorpublicatie.

Een snotneus, rillingen, hoestbuien en felrode wangen? Dan blijf je beter een paar dagen thuis, want anders hangt je halve kantoor binnen de kortste keren in de touwen. Onderzoekers van de Universiteit Hasselt berekenden dat het aantal griepgevallen met 75 procent zou dalen als we ’s winters niet meer snotterend en hoestend tussen onze collega’s zouden gaan zitten. Amper waren die bevindingen in krantenartikels gegoten of de werkgeversorganisaties stonden al verbolgen te roepen dat het ten strengste verboden is om thuis te blijven zonder medisch attest. Al is het maar voor een dag.

In België moet iedereen die zich te beroerd voelt om te gaan werken dus bij een dokter langs voor een ziektebriefje. Meestal is het een huisarts bij wie ze dan aankloppen. ‘Er komt inderdaad weleens een patiënt binnen met de expliciete vraag om een ziektebriefje te krijgen’, zegt huisarts Frank Michiels uit Asse. ‘Al gebeurt dat tegenwoordig minder dan vroeger. Veel mensen zijn bang dat ze hun job zullen verliezen als ze thuisblijven. Ze willen koste wat het kost naar hun werk en vragen dan ook vaak medicatie om door te kunnen gaan.’

Anderen hebben minder scrupules en schrikken er zelfs niet voor terug om een kwaal te veinzen. ‘Sinds het begin van de financiële crisis verwachten veel bedrijven dat hun werknemers meer presteren voor hetzelfde loon’, zegt Mark Vervaeke, een huisarts uit Aartselaar die ook als controlearts werkt. ‘Nogal wat mensen hebben het daar moeilijk mee en haken na verloop van tijd af.’ Soms zijn die werknemers daadwerkelijk op en hebben ze rust nodig, maar het komt ook voor dat ze doen alsof ze vergaan van de rugpijn, tegen een depressie aanhinken of totaal uitgeblust zijn. Dat maakt het er voor huisartsen niet eenvoudiger op. ‘Natuurlijk wil ik geen ziektebriefje schrijven als dat niet nodig is, maar ik wil ook niemand naar zijn werk sturen als hij daar eigenlijk niet toe in staat is’, zegt Michiels. ‘Ik weet wel dat er altijd mensen zullen zijn die van het systeem willen profiteren, al ben ik ervan overtuigd dat die een kleine minderheid vormen.’

Toch gebeurt het dat een patiënt de boel probeert te belazeren en de een of andere kwaal voorwendt om ondertussen zijn huis te kunnen verbouwen of ergens in het zwart te gaan werken. Sommigen doen niet eens alsof, maar geven heel eerlijk toe dat ze ziekteverlof nodig hebben om bijvoorbeeld voor hun zieke kind of moeder te kunnen zorgen. ‘Dat een patiënt om die reden thuis wil blijven, begrijp ik best. Maar ik kan dan natuurlijk niet verklaren dat hij ziek is, want dat zou schriftvervalsing zijn’, zegt huisarts Vincent Vanbelle. ‘Hetzelfde geldt voor ouders die een ziektebriefje voor hun zoon of dochter vragen omdat ze voor de officiële start van de schoolvakantie op reis willen vertrekken. Daar krijg ik het echt van. Hoe geloofwaardig zou ik nog zijn als ik op al die vragen inging?’

Geen arts die het gezegd wil hebben, maar allemaal kennen ze wel een collega die heel vlot ziekteattesten uitschrijft. Zo is er een jonge huisarts uit de Westhoek die haar patiënten aan het eind van een consultatie altijd vraagt hoelang ze thuis willen blijven. Ze beweert dat zij zelf het best aanvoelen hoeveel tijd ze nodig hebben om beter te worden en ziet daar verder geen graten in. ‘Als ik geen ziektebriefje schrijf, gaan mijn patiënten gewoon naar een collega’, klinkt het. ‘Wie wordt daar beter van? Ik niet en mijn patiënt niet.’

Technisch werkloos

Soms is het de werkgever die zijn personeelsleden ertoe aanzet om zich ziek te melden of om een verlenging van hun ziekteverlof te vragen. ‘Veel bedrijven hebben het liefst dat een zieke werknemer thuisblijft tot hij weer honderd procent is’, zegt Roel Lambrechts, die als adviserend geneesheer bij de Christelijke Mutualiteit werkt en daar patiënten te zien krijgt die langdurig arbeidsongeschikt zijn. ‘Maar sommige patiënten herstellen heel traag of worden zelfs nooit meer helemaal de oude. Voor hen zou het een oplossing kunnen zijn om deeltijds weer aan de slag te gaan. Jammer genoeg staan veel bedrijven daar niet voor open. Zij vinden het gemakkelijker als zo’n werknemer gewoon thuisblijft, want na een maand is het toch de ziekenkas die hem betaalt. Daar heb ik het echt moeilijk mee.’

Er zijn ook bedrijven die in tijden van economische problemen of dreigende technische werkloosheid willen dat personeelsleden hun dokter om een ziektebriefje vragen. ‘Soms heb ik het gevoel dat wij artsen worden gebruikt als passe-partout om allerlei sociale problemen op te lossen’, zucht Vincent Vanbelle. ‘Op een keer kwam hier een patiënt over de vloer die absoluut weer aan het werk wilde, maar zijn werkgever stond erop dat hij nog thuisbleef. Daar werd ik echt kwaad van. Op het papier voor de controlegeneesheer heb ik toen geschreven: “Werkgever dwingt hem om zich ziek te melden. De patiënt gaat niet akkoord.” Uiteindelijk is er een controle geweest en heeft die werkgever moeten inbinden.’

Dat zijn natuurlijk uitzonderingen, want in de meeste bedrijven heeft de personeelsdienst het liefst dat iedereen gezond is en aan de slag blijft. Soms volstaat een medisch attest zelfs niet om je werkgever ervan te overtuigen dat je met recht en reden thuisblijft. Betwijfelt de personeelsdirecteur of je wel echt ziek bent, dan bestaat de kans dat hij een controlearts op je afstuurt. Iemand zoals Mark Vervaeke, die ondertussen al dertig jaar lang zulke controles uitvoert. Als bedrijven hem dat vragen – en ervoor willen betalen natuurlijk – gaat hij bij afwezige werknemers langs, onderzoekt hen en bepaalt dan of ze al dan niet weer aan de slag kunnen. Hij wordt dus vooral uitgestuurd als een werkgever de oprechtheid van een van zijn personeelsleden in twijfel trekt, en daardoor is hij niet meteen een graag geziene gast. ‘Niemand is blij om mij te zien’, beaamt hij. ‘De mensen bij wie ik langsga, kennen me niet en vertrouwen me ook niet. Meer nog: ze zien me als een soort handlanger van hun baas. Bovendien val ik onaangekondigd bij hen binnen en dat ligt in Vlaanderen nog altijd moeilijk.’

Vaak gaat het om een werknemer die vakantie heeft gevraagd, die niet heeft gekregen en dan toevallig in dezelfde periode ziek wordt. ‘De schoolvakanties zijn meestal heel druk’, zegt Vervaeke. ‘Vooral mensen van allochtone afkomst hebben soms de neiging om ziek te worden als ze in hun geboorteland op vakantie zijn en laten hun werkgever dan weten dat ze langer weg zullen blijven. Als een baas de zaak niet vertrouwt en zijn werknemer wil laten controleren, wordt die naar België teruggeroepen en moet hij zich hier bij een controlearts melden. Zo iemand stapt je praktijk natuurlijk niet erg welgezind binnen.’

Wat ook geregeld gebeurt, is dat een arbeider die een hooglopende ruzie met zijn ploegbaas heeft gehad de volgende dag belt dat hij een zware griep heeft, of dat een accountant rugpijn krijgt nadat zijn directeur hem tot de orde heeft geroepen. ‘Zulke dingen wil ik vóór de controle van de personeelsdienst horen’, aldus Mark Vervaeke. ‘Stel dat een werknemer er voor de derde keer op wordt betrapt dat zijn kassa niet klopt en te horen krijgt dat hij buitenvliegt als dat nog eens gebeurt. Dan is het toch wel erg toevallig als hij de volgende dag ziek is? Ook als de zieke in vooropzeg is of als er een procedure wegens pesten tegen hem loopt, stelt dat de zaak in een ander daglicht. Dus is het belangrijk dat ik die voorgeschiedenis ken. De betrokkene zelf zal me dat echt niet aan mijn neus hangen. Nee, die komt aanzetten met röntgenfoto’s van een whiplash die hij jaren geleden heeft opgelopen. Soms voel ik me echt in de maling genomen en daar kan ik totaal niet tegen.’

Met de dood bedreigd

Een controlearts wacht dus meestal een allesbehalve hartelijk onthaal. In het beste geval reageren de mensen koel en afstandelijk, maar soms ook ronduit onbeschoft en agressief. Zelfs doodsbedreigingen heeft Mark Vervaeke al gekregen. ‘Als ik word bedreigd, meld ik dat meteen aan de werkgever en wordt de betrokkene op staande voet ontslagen’, zegt hij. ‘Zoals die keer dat iemand me toebeet dat hij me van de trap zou gooien als ik het waagde om nog één keer langs te komen. Ik heb hem toen heel rustig gevraagd om zijn dreigement te herhalen, want ik wilde zeker zijn dat ik hem goed had gehoord. Daarna heb ik zijn werkgever gebeld en is hij de laan uitgestuurd. Heel terecht, want zo ga je niet met mensen om.’

Soms blijven zieke werknemers uiterlijk onbewogen en zelfs beleefd, maar raakt het hen toch diep dat hun werkgever hen laat controleren. Vervaeke: ‘Jaren geleden ben ik eens op controle geweest bij een man die zo van de kaart moet zijn geweest door mijn bezoek dat hij zijn huis in brand stak zodra ik was vertrokken. Toen ik dat die avond op de regionale televisiezender zag, schrok ik toch wel even. Vooral omdat de controle vlot was verlopen en er nergens discussie over was geweest.’

Schuldig voelt Vervaeke zich nooit. Hij doet gewoon zijn werk. ‘Ik zie het probleem niet’, zegt hij. ‘Elke werkgever heeft het recht om een controlearts naar zijn personeelsleden te sturen. Dat is niets persoonlijks. Het enige wat ik doe, is nagaan of ze nog thuis moeten blijven of weer aan het werk kunnen. Niets meer en niets minder. Ik sta ook altijd open voor argumenten: iedereen mag mij ervan proberen te overtuigen dat ik het bij het verkeerde eind heb.’ Dat gebeurt soms als hij niet alle informatie heeft die nodig is om een gefundeerd oordeel te vellen. ‘Ik herinner me een man die van mij weer moest gaan werken terwijl zijn eigen dokter hem nog wat langer ziekteverlof had voorgeschreven’, vertelt Vervaeke. ‘Toen ik die huisarts opbelde – wat ik altijd doe, al is het maar uit beleefdheid – wees hij mij erop dat zijn patiënt aan epilepsie leed. Dat veranderde de zaak natuurlijk. Ik ben me er dus heel goed van bewust dat ik niet altijd alles weet.’

In de controlegeneeskunde is er niet veel plaats voor medeleven. Behalve in heel uitzonderlijke gevallen. ‘Ik kan mijn emoties natuurlijk niet helemaal uitschakelen. Als ik op controle ga bij mensen die echt in armoede leven, waar alles ontbering uitademt, vind ik het soms moeilijk om niet te zeggen: “Ik laat het zo”‘, zegt Vervaeke. ‘Dan kom ik bij een sjofele vrouw die na een operatie in bed ligt terwijl haar man er overduidelijk niet in slaagt om het huishouden te runnen. Dat zie je meteen als je binnenkomt: een open broodzak op tafel met daarnaast vieze, opgekrulde salami en een pakje ham dat er ook al veel te lang ligt. Maar wat kan ik eraan doen? Zou het een verschil maken als ik daar een briefje van vijftig euro achterliet? Dat denk ik niet.’ Soms kan hij amper geloven wat hij ziet als er weer een voordeur openzwaait. Omdat het huis vol rommel ligt, bijvoorbeeld. Vervaeke: ‘Ik moest eens een man controleren die in bed lag in een slaapkamer vol reclamefolders. Overal lagen die in hoge stapels. Ik kon zelfs niet bij het bed komen. Bleek dat hij dat papier gebruikte om briketten mee te maken voor de kachel. Om het toch een beetje warm te hebben. Natuurlijk wil ik het zo’n man dan niet nog moeilijker maken door hem vervroegd terug naar zijn werk te sturen. Maar ik wijs hem er wel op dat hij goed moet weten wat hij doet: als hij ook nog zijn job verliest, is de ellende niet meer te overzien.’

Gratis kippen

Niet alleen zieke werknemers proberen de controlearts weleens op het verkeerde been te zetten. Ook de bedrijven die hem uitsturen, zijn niet altijd helemaal eerlijk. Meer nog: soms proberen die hem als spion of afschrikmiddel in te schakelen. ‘Zeker in het begin van de controlegeneeskunde moest je daarvoor uitkijken’, zegt Vervaeke. ‘Bepaalde werkgevers wilden ons als gendarmes gebruiken. “Ga het hem maar eens goed zeggen en stuur hem morgen weer naar het werk”, luidde de opdracht dan. Maar zo werken wij natuurlijk niet.’ Ook vandaag lopen er op tijd en stond aanvragen binnen die niet helemaal koosjer blijken te zijn. Zoals de notaris die een controlearts vroeg om langs te gaan bij zijn vennote, met wie hij ook een relatie had. Elke dag opnieuw liet hij haar controleren en achteraf vroeg hij de arts dan uit: of de vrouw thuis was geweest, of ze alleen was, wat ze aanhad. ‘Daar doe ik niet aan mee’, benadrukt Vervaeke. ‘Ik vertel een werkgever alleen of iemand al dan niet weer aan het werk kan. Ik geef geen informatie over zijn of haar gezondheidstoestand en laat ook niets los van wat ik in dat huis heb gehoord of gezien. Zelfs als het me bij een controle opvalt dat er een echte Van Gogh aan de muur hangt, zal ik dat voor mezelf houden. Wat mij betreft, behoort ook die informatie tot het medische beroepsgeheim.’

En het mag ook niet al te gek worden. Dokter Vervaeke is bijvoorbeeld niet bereid om op zaterdagochtend naar de markt te trekken om er vast te stellen dat een zogenaamd zieke werknemer daar gebraden kippen aan de man staat te brengen. Zelfs niet als het bedrijf in kwestie aanbiedt om hem twee kippen terug te betalen. ‘Dat is mijn job niet en dus ben ik ook niet op die vraag ingegaan. Ondanks die gratis kippen’, lacht hij.

Boze collega’s

Het zijn trouwens niet alleen zieke werknemers bij wie de controlearts soms persona non grata is. Ook de meeste collega-artsen vinden het allesbehalve aangenaam als hij hun oordeel in twijfel trekt of zelfs herroept. Niet alleen omdat hun autoriteit zo wordt ondermijnd, maar ook omdat ze dan het gevoel hebben dat hun medische kennis en kunde in twijfel worden getrokken. ‘In mijn carrière als huisarts heb ik drie keer meegemaakt dat een controlearts het niet eens was met het ziekteverlof dat ik een patiënt had voorgeschreven’, zegt Vincent Vanbelle. ‘Elke keer heb ik die collega opgebeld om hem wat meer toelichting te geven en gaf hij me uiteindelijk toch gelijk. Heel correct. Al zijn er ook een paar controleartsen die de patiënt eens van ver bekijken en hem dan meteen weer naar zijn werk sturen.’

Andere dokters zijn even sceptisch, maar hebben weinig zin om openlijk hun mening te geven over de controlegeneeskunde. Veel te link. ‘Als ik iets negatiefs zeg over een controlearts, kunnen mijn patiënten daar de dupe van worden’, zegt een Antwerpse huisarts. ‘Het is zo al moeilijk genoeg om een goede relatie te onderhouden met een collega die controles uitvoert. Als ik een ziektebriefje schrijf, doe ik dat nooit lichtzinnig. Echt niet. Elke keer weer baseer ik mijn beslissing op een degelijk medisch onderzoek en denk ik er goed over na. Natuurlijk voel ik me dan aangevallen als een collega oordeelt dat mijn patiënt toch naar zijn werk moet. Daarmee zegt hij eigenlijk dat ik zomaar ziektebriefjes uitdeel. Heel beledigend vind ik dat.’

Controlearts Vervaeke kan daar wel tegen, want hij blijkt een behoorlijk dikke huid te hebben. Hij heeft destijds dan ook heel bewust voor de controlegeneeskunde gekozen. ‘Ik vond het niet interessant genoeg om alleen maar voorschrijver van medicijnen en onderzoeken te zijn. Dat werk zou me op termijn afgestompt hebben’, zegt hij. ‘Bovendien wilde ik een bijdrage leveren aan de strijd tegen sociale misstanden. Ik word echt kwaad als ik merk dat iemand al tien jaar lang ziek thuiszit en niet van plan is om ooit weer aan de slag te gaan. Tegen zulke situaties wil ik iets doen.’

Adviserend geneesheer Roel Lambrechts van de CM, daarentegen, voelt zich niet meteen de behoeder van de sociale zekerheid. ‘Het is mijn taak niet om mensen koste wat het kost weer naar hun werk te sturen. Elke keer weer probeer ik naar eer en geweten een goede beslissing te nemen’, zegt hij. ‘Maar toch vinden sommigen dat ik hen onrecht aandoe. Zo zijn er mensen met een lichte beperking die de rest van hun leven van een invaliditeitsuitkering willen leven. Als ik hen dan uitleg waarom dat niet kan, ben ik in hun ogen de grote boeman. Want ze hebben altijd bijgedragen aan de sociale zekerheid en nu ze er iets van terug moeten krijgen, neem ik hen dat af. Als ik hen er echt niet van kan overtuigen dat mijn beslissing de juiste is, valt dat me toch wel zwaar. Zulke conflicten kan ik ook niet meteen van me afzetten.’

In tegenstelling tot Roel Lambrechts is Mark Vervaeke, naast zijn roeping als controlearts, altijd in zijn huisartspraktijk in Aartselaar blijven werken. Om de voeling met ‘gewone’ patiënten niet te verliezen vooral. ‘Zo houd ik de vinger aan de pols en dat helpt me bij mijn controlewerk’, zegt hij. ‘Krijg ik bijvoorbeeld veel griepgevallen over de vloer, dan weet ik dat de kans groter is dat iemand die ik moet controleren daadwerkelijk griep heeft.’ Op royaal bemeten ziekteverlof hoeven zijn eigen patiënten natuurlijk niet te rekenen. ‘Ik kan toch moeilijk het ene moment misstanden bestrijden en meteen daarna ziekteverlof uitdelen?’ lacht Vervaeke. ‘Nee, de rol van sinterklaas ligt me totaal niet.’

Ann Peuteman, Voelt ú zich wel goed, dokter?, Uitgeverij Van Halewyck, 216 blz, 19,90 euro, te koop vanaf 15 oktober.

‘Ik weet wel dat er altijd mensen zullen zijn die van het systeem willen profiteren, al ben ik ervan overtuigd dat zij een kleine minderheid vormen.’

‘Als ik word bedreigd, meld ik dat meteen aan de werkgever en wordt de betrokkene op staande voet ontslagen’

‘Ik ben eens op controle geweest bij een man die zo van de kaart moet zijn geweest door mijn bezoek dat hij zijn huis in brand stak zodra ik was vertrokken. ‘

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content