Jacques Sys
Jacques Sys Jacques Sys is een Belgische sportjournalist

In het vooruitzicht van de wielerklassieker Luik-Bastenaken-Luik van volgende zondag twijfelt Laurent Jalabert terwijl Axel Merckx en Frank Vandenbroucke ambities hebben.

LUIK-BASTENAKEN-LUIK is de oudste klassieker ter wereld. Maar in tegenstelling met het vorige zondag jubilerende Parijs-Roubaix kon deze wedstrijd niet weerstaan aan de innovaties die het wielerlandschap de afgelopen jaren een hele face-lift bezorgden. In die drang naar modernisering tellen geen sentimenten. De Luikse journalist Emile Masson, die op een gegeven moment de wegkwijnende klassieker uit het moeras haalde en zijn huidige uitstraling gaf, werd vier jaar geleden genadeloos op een zijspoor gerangeerd toen hij zich verzette tegen het verleggen van de aankomstplaats vanuit het centrum van Luik naar Ans.

Aan monumentenzorg wordt in de wielersport niet altijd de nodige aandacht besteed. Ook al leverde de verandering van parcours in 1992 de voorlopig laatste Belgische winnaar op : Dirk De Wolf, de onverwoestbare krachtpatser uit het Pajottenland, stormde toen over de streep als winnaar van een wedstrijd waaraan een onvoorstelbaar aantal legenden hangen. En waarin barre weersomstandigheden vaak garant stonden voor heroïek en dramatiek. De stunt die de Bretoen Bernard Hinault in 1980 opvoerde, is een staaltje van wielerepos zoals later nog maar zelden werd vertoond : in de door hagel en sneeuw geteisterde en slechts door 21 renners uitgereden wedstrijd wees hij de nummer twee, de Nederlander Hennie Kuiper, ruim negen minuten terug.

Aanstaande zondag zou er eigenlijk weer een Fransman op het podium moeten klauteren. Laurent Jalabert werkte zich in 1995 op tot de beste eendagsrenner ter wereld. Hij was met dertig overwinningen de absolute zegekoning. Maar meer nog dan door die kwantiteit, imponeerde hij door de kwaliteit van die zeges. In de Ardense klassiekers, bijvoorbeeld, pakte Jalabert vorig jaar uit met een verwoestend offensief. Hij won de Waalse Pijl, schreef een hoofdrol in Luik-Bastenaken-Luik, maar moest daarin uiteindelijk de zege laten aan de op dat moment onbekende Zwitser Mauro Gianetti.

WEDDENSCHAP.

Niemand verwachtte de opgang van Jalabert in die mate. JaJa, zoals de Fransen hem liefkozend noemen, sleepte jaren de reputatie met zich mee van eenzijdige spurter, die vooral aan snelheid en explosiviteit won als het in de laatste rechte lijn licht bergop ging. Hoewel Jalabert als amateur ooit drie ritten won in de loodzware Italiaanse etappewedstrijd Giro del Reggione bleek hij niet goed genoeg voor een selectie in de ploeg die in 1988 aan de Olympische Spelen in Seoul deelnam. Het belette hem niet één jaar later als prof te debuteren, bij de Franse Toshiba-ploeg. Hij profileerde zich als een regelmatige renner zonder uitschieters.

De gedaanteverwissing van Jalabert voltrok zich pas toen hij in 1992 naar de Spaanse Once-ploeg verhuisde. De altijd stuurs kijkende en wat gemakzuchtige renner maakte daar kennis met een heel andere trainingsmethodiek. Hij werd tweede in het wereldkampioenschap, ontwikkelde zich langzaam maar zeker, maar moest uiteindelijk wachten op een ongeluk om de twijfels weg te werken, waardoor hij vaak werd bevangen. Armentières is het sleutelwoord in de carrière van Laurent Jalabert. Daar smakte hij in een Tour-etappe, samen met onder meer de vorige week in Gent-Wevelgem opnieuw bijzonder ongelukkig gevallen Wilfried Nelissen, zwaar ten gronde. Jalabert werd met tal van kneuzingen en schaafwonden afgevoerd.

Drie weken later vierde hij zijn rentree. Dokters spraken van een mirakuleuze genezing en Jalabert sloot met hen een weddenschap af : hij zou hetzelfde seizoen nog een koers winnen. Dat gebeurde effectief in een rit van de Ronde van Catalonië, misschien wel de belangrijkste zege uit zijn carrière. Jalabert putte er de moed uit om aan de hand van de door zijn sportdirecteur Manolo Sainz uitgestippelde adviezen, intensiever te trainen dan ooit tevoren. De val die de ondergang van Jalabert leek in te luiden, leverde hem behalve een nieuw kunstgebit, uiteindelijk de status van vedette op. Hij won vorig jaar Parijs-Nice, Milaan-Sanremo en een memorabele Touretappe en pakte met groot machtsvertoon de eindzege in de Ronde van Spanje. Jalabert sloot het seizoen af als de nieuwe nummer één. Hij ging op de UCI-ranking Miguel Indurain en wereldkampoen Abraham Olano vooraf.

ZELFBESCHERMING.

De overheersing van de 27-jarige en uit Mazamet afkomstige Jalabert leek dit jaar een verlengstuk te krijgen. In een mum van tijd graaide Laurent Jalabert zeven overwinningen mee, waaronder een tweede opeenvolgende triomf in Parijs-Nice. Zijn toetreding tot het stardom veranderde zijn karakter : Jalabert bleek nog moeilijk toegankelijk voor interviews en terwijl hij vroeger vlot en zinvol over zijn vak kon praten, debiteerde hij nu een hoop clichés. Die veranderde houding verklaarde hij vanuit een soort zelfbescherming. Hij wilde te allen tijde de voorwaarden scheppen om zich op een optimale manier op zijn vak te concentreren.

Na een denderend begin gooide Parijs-Nice alsnog roet in het eten : Jalabert hield aan een val een stekende kniepijn over. Hij moest forfait geven voor Milaan-Sanremo, de enige wereldbekerwedstrijd die hij tot dusver won. En ook Luik-Bastenaken-Luik kwam en komt in het gedrang, terwijl hij net van de Doyenne, met zijn nijdige hellingen, zijn hoofddoel van het voorseizoen maakte. Maar de Fransman twijfelt eraan of hij wel voldoende voorbereid aan de slijtageslag in de Ardennen kan beginnen. Hoewel hij zijn wederoptreden in de Ronde van het Baskenland meteen vierde met winst in de eerste etappe, blijft hij met de gedachte spelen om maar meteen alles af te stemmen op de Ronde van Frankrijk.

In die wedstrijd ontpopte hij zich vorig jaar tot de meest populaire Franse renner. Hij ontving tijdens de wedstrijd tegen de vijfhonderd brieven met fanmail en werd iedere dag opnieuw luidkeels aangemoedigd. Het dreef Jalabert naar een onverhoopte vierde plaats, de groene trui en een imposante ritwinst, uitgerekend op de Franse nationale feestdag. Inmiddels wordt Jalabert een potentiële Tour-winnaar genoemd. Misschien had hij vorig jaar al tot de belangrijkste antagonist van Miguel Indurain kunnen uitgroeien, maar JaJa verspeelde onderweg veel energie door zich, in het kader van het gevecht om het groen, in de tussenspurten te mengen. Dat zal hem nu niet overkomen. Bovendien past het profiel van de Tour ’96 (met slechts één lange tijdrit) goed bij de kwaliteiten van Jalabert die juist in die ritten tegen de chrono mankementen vertoont. En zich geruggesteund weet door de Once-brigade. Ondanks enkele lucratieve aanbiedingen van andere teams, verlengde Jalabert vorig jaar zijn contract bij de Spaanse formatie met vier jaar. Hij weet zichzelf goed in te schatten. En hij herinnert zich de woorden die Manolo Saez ooit sprak, de ploegleider die behalve door zijn planmatige aanpak, vooral imponeert door zijn overtuigingskracht ?In een andere ploeg als de onze zou Jalabert nooit dat niveau halen.? Jalabert voelt zich trouwens nooit te groot om iets voor zijn ploegmaats terug te doen. Sterker zelfs : in bepaalde wedstrijden slooft geen enkele kopman zich zo uit voor zijn team als Jalabert.

GROOTSPRAAK.

Ook Johan Bruyneel kon destijds bij Once peilen naar zijn echte mogelijkheden als renner. Met de Ardense klassiekers begint straks het seizoen voor de West-Vlaming die inmiddels naar het team van Jan Raas overstapte en, geremd door een blessure, tot dusver nog nauwelijks aan de oppervlakte dreef. Dan staan jonge leeuwen als Axel Merckx en Frank Vandenbroucke verder. Vooral Axel Merckx wil tijdens de Waalse klassiekers schitteren. De zoon van Eddy, die lang de last van zijn familienaam meezeulde, is het prototype van een renner die bewijst hoe ver je met karakter en een juiste begeleiding kan komen. Zijn talent is beperkt, zijn wilskracht daarentegen onuitputtelijk. Hij vergt zoveel van zichzelf dat zijn vader, destijds nochtans zelf een onvervalste trainingsmaniak, hem geregeld moet afremmen. In de Amerikaanse Motorola-ploeg, waar alles mag maar niets moet, bloeide de vorig seizoen voor het Duitse Telekom rijdende Merckx helemaal open. Hij deed de voorbije winter aan krachttraining, in de wetenschap dat hij voor een cruciaal jaar stond. Axel Merckx, die door zijn gebrek aan snelheid in de jeugdcategoriën nooit een uitblinker was, zal ook bij de profs geen indrukwekkende erelijst opbouwen. Hij moet het hebben van krachtpatserij. En van zijn onblusbaar temperament waarmee de naar Monaco uitgeweken Brusselaar vuurwerk brengt in de wedstrijden.

Axel Merckx vormt in vele opzichten de antipode van Frank Vandenbroucke, de wat eigenzinnige Waal die insiders bestempelen als het grootste sieraad uit het peloton. Maar Vandenbroucke, die zich in een blitse Mercedes en met een GSM op zak door het leven beweegt, zal het niet gemakkelijk hebben om de beide voeten op de grond te houden : hij gaat er vanuit dat hij alle klassiekers kan winnen en maakt zich door die grootspraak niet bij iedereen even geliefd. Ook niet in eigen ploeg, waarin de intelligente sportdirecteur Patrick Lefevere het niet onder de markt heeft om Vandenbroucke in het gareel te doen lopen. Die gaat koppig zijn eigen weg. En maakt daarbij soms kapitale blunders. Dat Vandenbroucke bijvoorbeeld na Parijs-Nice, waarin hij op een uitstekende vierde plaats finishte, weer naar België afreisde in de plaats van in Italië Milaan-Sanremo voor te bereiden en daar dagelijks de beklimminng van de Poggio te verkennen, rekenden velen hem aan als een zware en jeugdige overmoed getuigende vergissing.

Maar het siert kampioenen dat ze zich door niets of niemand laten beïnvloeden. De geduldige opbouw die, naar Italiaans model, in de Mapei-GB-ploeg wordt gepredikt, botst met het temperament van Frank Vandenbroucke. Bovendien vinden velen dat de neef van Lotto-ploegleider Jean-Luc te nadrukkelijk verblind is door het geld, waardoor hij te veel op korte termijn denkt.

Maar het talent van Frank Vandenbroucke staat buiten kijf. Ook menen sommigen dat zijn lichaamsbouw te fragiel is en werd hij in het verleden geremd door zijn broze knieën. Maar ook Vandenbroucke won aan kracht bij. Hoeveel, dat zal onder meer in Luik-Bastenaken-Luik blijken. Op het loodzware traject doorheen de Ardennen tellen geen verontschuldigingen : alleen de besten blijven over.

Jacques Sys

Laurent Jalabert (links naast Stefano Zanini) vierde zijn rentree met een etappewinst in de Ronde van Baskenland, maar twijfelt of hij voldoende voorbereid is voor Luik-Bastenaken-Luik.

Axel Merckx : onblusbaar temperament.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content