Een week van wilde stakingen begon op vrijdag 13 april met een spontane actie op de luchthaven. Wat is er in Zaventem aan de hand? En wat is de rol van de vakbonden in zo’n conflict? ‘We hebben de boel in ieder geval niet platgelegd voor een maaltijdcheque.’
Die vrijdag 13 april ging bij Jan François al voor zessen ’s ochtends de telefoon. Aan de lijn: voorzitter Luc Van den Bossche van de Brussels Airport Company. Hij wist dat de veiligheidsdiensten en de brandweer op de luchthaven aan een wilde staking zouden beginnen – en of François daar niet snel een einde aan kon maken.
Jan François is algemeen sectorverantwoordelijke verkeer bij ACV-Transcom, en in die hoedanigheid de baas van de christelijke vakbond op de luchthaven. Hij deed niet wat Van den Bossche vroeg. Hij erkende de staking, maar zat al voor zeven uur in Brussel aan tafel. Minder dan tien uur later was de actie voorbij. Maar stakers en bonden waren ondertussen wel de kop van Jut van enkele tienduizenden reizigers die in Brussel of op andere luchthavens vergeefs op een vliegtuig wachtten. Premier Guy Verhofstadt (Open VLD) verweet de vakbonden dat ze het Belgische sociale model met wilde stakingen op de helling zetten. In zo goed als alle media werd de staking in Zaventem zonder pardon onverantwoord genoemd.
François voelt zich niet aangesproken door wat Verhofstadt vertelde. ‘Vorige week deed de burgemeester van Maastricht een reactie van Verhofstadt tegen de coffeeshops dicht bij de Belgische grens af als een aanval van verkiezingskoorts. Dat is in dit geval ook een beetje zo. In de kranten stond dat we de luchthaven zouden hebben platgelegd voor een maaltijdcheque. Als de staking daarvoor was begonnen, had ik ze niet erkend. Het ging om meer dan dat. Als het alleen om een maaltijdcheque ging, stel ik me ook vragen bij het optreden van een directie die een luchthaven voor zo’n pietluttigheid tien uur zou laten stilleggen.’
Dirk De Meulemeester, advocaat en expert in arbeidsconflicten en -relaties, ziet in de reactie van de premier een poging om het recht op staken te beperken. ‘Het recht op staken heeft eigenlijk weinig met de vakbonden te maken’, zegt hij. ‘Het kleeft aan het individu. Vakbonden leiden dat individuele recht in goede banen. Ze moeten er daarbij alleen rekening mee houden dat het doel in verhouding staat met de manier waarop je het wilt bereiken. Dat is het ijkpunt waarop bonden moeten letten als ze een wilde staking erkennen.’
Waarom liepen de zaken in Zaventem dan uit de hand? ‘Er heerst op de luchthaven een groot misprijzen voor het personeel, waardoor problemen blijven aanslepen’, legt Jan François uit. ‘Communicatie is ook al niet de sterkste kant van dit management. We hadden met de vakbonden afgesproken om heel concreet een lijst te maken met alles wat er fout loopt. Afspraken die werden gemaakt en die niet zijn nagekomen enzovoort. Daar stonden al vijftien, twintig punten op. We zouden na de vakantie met die lijst naar de directie stappen. De actie die in de nacht van 13 april begon, heeft ons niet verrast, maar ze heeft ons wel in snelheid gepakt. De vonk was een dreiging met ontslag. De mensen dachten: als we die C4 vrijdag laten vertrekken, kan er pas maandag worden gereageerd en dat is te laat. Toen is er een gevoel van solidariteit beginnen te spelen. Het veiligheidspersoneel en de brandweer sloegen de handen in elkaar – en zeker die laatste groep werknemers kunnen ze niet missen.’
‘De Brussels Airport Company is in zekere zin een nieuw bedrijf. Er is dus ook nood aan een nieuwe bedrijfscultuur. Maar om die op te bouwen, is het niet genoeg om de mond vol te hebben over targets, doelgroepen en stakeholders. Praat met de mensen in een gewone taal, denk ik dan. Maar dat lukt blijkbaar niet. Als we afspraken maken met de directie duurt het veertien dagen, drie weken voor die in een nota voor het personeel staan. En tegen die tijd staat er vaak al iets anders. Nieuwe regelgeving van Europa is meestal al van toepassing voor de mensen op het terrein instructies krijgen. Dat gaat dan over veiligheid, kun je nagaan. Moeten ze het Staatsblad lezen, misschien?’
EEN ABSOLUUT RECHT
Dat neemt niet weg dat er die vrijdag enkele tienduizenden mensen rechtstreeks door de staking werden getroffen. Ze diende wellicht ook als voorbeeld voor acties bij de Belgische spoorwegen enkele dagen later, bij een toeleveringsbedrijf van autoconstructeur Ford in Genk en bij het openbaar vervoer in Brussel. ‘Maar was de staking daarom onverantwoord?’ zegt Dirk De Meulemeester. ‘Vanuit juridisch oogpunt bekeken, heeft de ene werknemer niet meer macht dan een andere. Er zijn natuurlijk mensen die meer kunnen bereiken. Loodsen in de haven, seingevers bij het spoor, ingenieurs in een elektriciteitscentrale, de rekenkamer van De Post. Maar hebben zij daarom minder recht op staken dan, bijvoorbeeld, het poetspersoneel? Het stakingsrecht is absoluut. Het kan alleen door andere grondrechten worden beperkt, zoals het recht op arbeid. Zo mag je werkwilligen niet tegenhouden, en dat is dit keer ook niet gebeurd. Een brandweerploeg op de luchthaven bestaat uit 23 man. Die kunnen inderdaad de hele luchthaven lam leggen, maar dat is niet illegaal.’
De vakbondsman François gelooft nog altijd dat zijn optreden de actie uiteindelijk tot tien uur heeft beperkt. ‘Door de wilde staking te erkennen, creëerden we voor de directie ook een aanspreekpunt. Als ik die ochtend in mijn bed was blijven liggen, was Van den Bossche nog niet klaar. Dan had zeker ook de nachtploeg van de brandweer nog gestaakt. Brandweerlui zijn belangrijk op een luchthaven. Dat zou voor een directie een reden te meer moeten zijn om de relaties met die mensen te verzorgen. Dat wil niet zeggen dat alle eisen moeten worden ingewilligd. Dat hebben wij die vrijdag ook niet gevraagd. Om snel tot resultaten te kunnen komen, hebben we een aantal van de problemen die door de stakers waren opgeworpen naar het reguliere overleg op de luchthaven verwezen.’
Dirk De Meulemeester: ‘Een vakbond die te gretig staakt, schiet zichzelf op termijn in de voet. Het is evident dat bonden hun mensen op het hart drukken om eerst te praten, voordat ze de stekker uit het stopcontact trekken. Maar wat Luc Van den Bossche naderhand zei over de mogelijkheid om werknemers te kunnen opeisen, is niet meer van deze tijd. Dat is overigens verbonden met het begrip openbare dienst, en de luchthaven ís geen openbare dienst meer. Een deel van de malaise heeft te maken met de houding van de directie tegenover mensen die ooit als ambtenaar werden aangeworven, en die dus nog statutair zijn. Topkaders die uit de privésector worden gerekruteerd om zo’n bedrijf te leiden, hebben vaak geen affiniteit met dat werk en met dat statuut. Ze kennen de achtergrond niet en weten niet hoe het is gegroeid. In het slechtste geval komen ze bij staatssecretaris Vincent Van Quickenborne (Open VLD) uit, die alle ambtenaren als ambetantenaren omschreef. Leuk.’
‘Wat wel kan, is dat er met de vakbonden over een minimale dienstverlening wordt onderhandeld. Dat is een interessant debat. Hoewel. Ik kan me geen enkele verkeersleider voorstellen die een vliegtuig op het tarmac zou laten staan met een ruilhart aan boord.’
Jan François: ‘Het probleem met minimale dienstverlening is dat je snel bij maximale dienstverlening uitkomt. Toen ze me die ochtend belden over de wilde staking, heb ik meteen geëist dat de alarmcentrale bemand werd en alle telefoons bezet. Ik wou niet dat er ongelukken konden gebeuren. Als er een noodlanding had plaatsgevonden, zou de brandweer zeker hebben gewerkt. Daarom moesten de mensen ook ter plaatse zijn. Daarom kon de luchthaven ook meteen weer open toen er een akkoord was bereikt.’
Blijft de vraag of de toestand tien dagen later weer als normaal mag worden beschouwd. De Meulemeester vreest dat één staking de malaise niet uit de wereld helpt. ‘Er is in dit geval gelukkig geen oorlogstaal gebruikt, zoals toen Pierre Godfroid in zijn tijd alle cao’s tegelijk liet opzeggen. Enkele jaren geleden maakten werkgevers er een gewoonte van om stakingen te breken met een procedure bij eenzijdig verzoekschrift bij het gerecht. Het kwam toen op het hoogste niveau tot een herenakkoord om zuinig om te springen met die aanpak. Daar was geen enkele werkgever door gebonden, maar het had toch effect. Misschien moet er ook zo’n herenakkoord komen over het fenomeen van de wilde stakingen.’
Jan François zucht. ‘Is de situatie weer normaal? Een element van het akkoord was dat er geen heksenjacht op de stakers zou worden gehouden. Het protocol stond nog niet op papier of het was al zover. Ik heb Van den Bossche onder vier ogen gezegd: Luc, ge gaat hier nog werk hebben.’
DOOR HUBERT VAN HUMBEECK