Op 10 november moeten vier hoge magistraten zich voor het hof van beroep in Gent verantwoorden voor hun rol in Fortisgate. De voorzitter van het Hof van Cassatie, Ghislain Londers, die met zijn omstreden brief naar de voorzitter van de Kamer indertijd het ontslag van de regering-Leterme uitlokte, staat níét terecht. Nochtans hebben de professoren Hendrik Vuye en Jacques Englebert vooral ook bij zijn optreden in de hele zaak ernstige bedenkingen.
Bijna twee jaar na het beruchte arrest van de 18e kamer van het hof van beroep in Brussel in de zaak-Fortis, begint op 10 november het proces in Gent waarbij vier hoge magistraten zich moeten verantwoorden. Het arrest van 12 december 2008 besliste dat de aandeelhouders zich op een algemene vergadering moesten kunnen uitspreken over de uitverkoop van Fortis aan BNP Paribas. Dat had het effect van een splinterbom. Tijdens het beraad was het tot een zware aanvaring gekomen tussen de drie raadsheren: Kamervoorzitter Paul Blondeel, Mireille Salmon en Christine Schurmans.
De bom ontplofte toen premier Yves Leterme in de Kamer de contacten van de kabinetten met het gerecht opsomde, en de eerste voorzitter van Cassatie, Ghislain Londers, vervolgens in een brief van 17 december en een nota van 18 december stelde dat hij ‘belangrijke aanwijzingen’ had van pogingen om het arrest te beïnvloeden. Exit Leterme I.
De Gentse onderzoeksmagistraat Henri Heimans werd belast met een intern onderzoek, dat onlangs werd afgerond. Ondertussen had Christine Schurmans bij het Hof van Cassatie een klacht ingediend tegen haar voormalige collega’s Paul Blondeel en Mireille Salmon. Beide dossiers zijn samengevoegd voor het proces in Gent.
Vier magistraten zijn nu gedagvaard en moeten zich verantwoorden voor het hof van beroep in Gent: Ivan Verougstraete, de nummer twee van Cassatie en inmiddels met pensioen en Christine Schurmans, wegens schending van het beroepsgeheim. Paul Blondeel en Mireille Salmon worden verdacht van valsheid in geschrifte, omdat ze in het arrest vermeldden dat het beraad over de vraag om de debatten te heropenen met drie raadsheren plaatsvond, wat niet zou kloppen. Het waren er maar twee.
De twee eminente professoren Hendrik Vuye, professor publiek recht aan de Universiteit van Namen, en Jacques Englebert, professor procedurerecht aan de Brusselse ULB, hebben de zaak op de voet gevolgd. Ze houden er een wrange smaak aan over. Ze betwijfelen zelfs of de Belgische justitie wel in staat is om zulke complexe zaken met succes te behandelen.
‘Of het nu KB Lux is, Fortis of Beaulieu, elke keer weer loopt het vast’, zegt Hendrik Vuye. ‘Ik heb veel respect voor de vele rechters die hun werk zeer goed doen. Maar in zaken met uitlopers naar het financiële establishment of de politieke wereld blijkt het maar niet te lukken.’
‘In de Belgische justitie is er nog niets veranderd sinds de negentiende eeuw’,vindt Jacques Englebert. ‘Een moderne justitie zou moeten werken met referendarissen die de zaken voorbereiden. Dan hoeft er ook niet meer dagenlang gepleit te worden en kan er gefocust worden op enkele specifieke punten van het dossier. De kwaliteit van de arresten zou er evenmin onder lijden.
‘In de zaak-Fortis is in eerste aanleg geoordeeld door één handelsrechter en vervolgens in beroep door een kamer van drie raadsheren. In de eerste fase verschilden de rechter en het parket van mening, in de tweede fase lagen drie raadsheren met elkaar overhoop. Nochtans ging het om een zaak die de Belgische staat op haar grondvesten heeft doen daveren. Om dat in de toekomst te vermijden, moet het systeem echt gemoderniseerd worden.’
Na een ambtelijke aangifte van Heimans loopt er nu ook tegen Londers een onderzoek door het Brusselse parket-generaal omdat hij zijn beroepsgeheim geschonden zou hebben. Dat is ongezien.
Vuye: De handelingen van Londers kunnen om verschillende redenen worden aangeklaagd. Voor de parlementaire onderzoekscommissie die zich na het uitbarsten van de hele affaire heeft gebogen over een mogelijke schending van het principe van de scheiding der machten, zei Londers dat hij met zijn nota aan de Kamer gehandeld heeft zonder rechtsgrond. Voor de hoogste magistraat van het land vind ik dat hoogst problematisch. Voorts zei hij dat niemand in zijn plaats had kunnen optreden. Hij beriep zich daarbij op artikel 398 van het Gerechtelijk Wetboek. Maar dat kent geen enkele bevoegdheid toe aan de eerste voorzitter van Cassatie. Wel geeft het aan de algemene vergadering van het Hof ‘een recht van toezicht’ op de werking van het gerecht. Concreet laat het alleen toe om een disciplinaire procedure te starten, niet om brieven aan de Kamervoorzitter te schrijven. Dat laatste heeft Londers toch gedaan, terwijl het volstrekt onduidelijk is welke bevoegdheid een parlementsvoorzitter dan wel zou hebben ten opzichte van de rechterlijke macht.
Londers heeft samen met de toenmalige eerste voorzitter van het Brusselse hof van beroep, Guy Delvoie, in die woelige dagen ook de pers samengeroepen om zijn nota aan de Kamervoorzitter toe te lichten.
Vuye: Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens is daarover heel duidelijk: magistraten die moeten oordelen in een zaak, mogen geen persconferenties organiseren, zelfs niet als ze geprovoceerd worden. Beide magistraten waren effectief betrokken: Delvoie als voorzitter en tuchtoverste van het hof van beroep, Londers in het geval de zaak nog voor Cassatie zou komen.
Op hun persconferentie hebben beiden bovendien een interpretatie gegeven die vandaag niet meer blijkt te kloppen. Volgens hun schema nam Christine Schurmans contact op met haar echtgenoot Jan De Groof, die vervolgens premier Yves Leterme (CD&V) en toenmalig minister van Justitie Jo Vandeurzen (CD&V) alarmeerde. Twee jaar later schiet er van die beschuldigingen nog maar weinig over. Het blijkt nu ook dat Ivan Verougstraete, als de tweede hoogste magistraat, betrokken is geweest. Maar intussen zijn in de beruchte nota van Londers wel beschuldigingen geuit tegen vijf personen: Schurmans, De Groof, Leterme, Vandeurzen en ten slotte de procureur-generaal van het hof van beroep, Marc de le Court, omdat die ten onrechte zou zijn tussengekomen.
Englebert: In zijn nota aan de Kamer schreef Londers aan het eind ook dat hij niet kon bewijzen wat hij schreef. Voor een topmagistraat, die een zaak inderhaast en met amper enig voorbehoud heeft geïnterpreteerd, is dat zeer gênant.
De aangifte tegen Londers wordt opgevolgd door advocaat-generaal Jacques De Lentdecker. Verwacht u dat er iets van komt?
Vuye: Ik hoop in elk geval dat het niet weer een zaak wordt van ‘ons kent ons’, zoals zo vaak in onze topmagistratuur. Er moet op zijn minst duidelijk over gecommuniceerd worden, want het vertrouwen in de magistratuur dient hersteld te worden.
Ik heb overigens nooit begrepen dat Londers steeds wordt voorgesteld als een moderne en open magistraat. In mijn ogen is hij een satraap van de negentiende eeuw. Hij neemt beslissingen zonder iemand te consulteren, zegt dat hij geen rechtsgrond heeft voor zijn optreden, maar spreekt toch zware beschuldigingen uit en laat de regering vallen. Dat belooft wat, als dat de moderne magistratuur is.
Englebert: Rechters staan vaak zeer ver van de realiteit en weigeren om ernstig geëvalueerd te worden. Een van de debatten die bijvoorbeeld vrij snel in het kielzog van Fortisgate is gevoerd, was dat rond artikel 1088 van het Gerechtelijk Wetboek. Het geeft aan de minister van Justitie de mogelijkheid om een procureur-generaal te verzoeken om de rechtsgang te controleren en een arrest te laten verbreken. Er gingen meteen stemmen op om dat artikel te wijzigen. Maar dat mag niet gebeuren. Je moet aan de parketten hun controleopdracht laten. Uit de zaak-Fortis is immers duidelijk gebleken dat elke vorm van interne controle bij justitie ontbreekt, behalve een hiërarchische. Maar op een bepaald moment zitten we bovenaan de hiërarchie en duikt een zeer belangrijke vraag op: wie controleert het hoogste rechtscollege?
Wat kan dan het motief van Londers zijn geweest om zich te richten tot de voorzitter van de Kamer, terwijl hij zelf toegaf dat hij geen harde bewijzen had voor een belemmering van de rechtsgang?
Englebert: Londers heeft zijn bevoegdheden overschreden door een politieke daad te stellen. Daarbij heeft hij ook het vermoeden van onschuld van een van de betrokken raadsheren, Christine Schurmans, geschaad. Bovendien had hij moeten weten dat de mogelijkheid bestond dat het Hof van Cassatie zich nog over de zaak zou moeten buigen. Dat is daarna ook twee keer gebeurd. Procedureel valt zijn bedenkelijke optreden dus zeer moeilijk te verklaren.
Daarom heb ik een andere hypothese omtrent zijn motivatie. Sinds de zaak-Dutroux en de Witte Mars was justitie de kop van Jut, maar dat resulteerde niet in veel extra middelen om een en ander beter aan te pakken. Wellicht heeft het vermoeden dat de politiek nu ook nog eens de rechtspraak over Fortis wilde beïnvloeden, de stoppen doen doorslaan. Dat heeft geleid tot een impulsieve reactie om de politiek een rekening te presenteren voor alle kritiek in de periode daarvoor. Een vergissing, maar dat heeft men pas achteraf ingezien.
Vrouwe Justitia reageerde onbezonnen?
Englebert: Na de verklaring van Yves Leterme in het parlement over contacten die er geweest waren tussen kabinetsmedewerkers en het gerecht, moeten ze bij het hof van beroep in Brussel zowat gek geworden zijn. Voor een deel was dat begrijpelijk. In plaats van enige afstand te nemen om helder na te denken, hebben ze meteen gereageerd. Eén dag na het arrest heeft Guy Delvoie zelfs in een communiqué gezegd dat de uitspraak volledig conform de wet was. Maar sinds wanneer komt een hof van beroep met persmededelingen om de eigen arresten te becommentariëren?
Vuye: Ik heb een andere hypothese. Heeft men met het hele opzet niet geprobeerd om een kleine garnaal, Christine Schurmans, de schuld te geven van de hele zaak? Londers vertrok in zijn nota van een complot tussen Schurmans, De Groof, het kabinet-Leterme, enzovoorts. Als burger heb ik het recht te weten of men niet geprobeerd heeft om andere magistraten te beschermen ten koste van Schurmans.
Kunt u die theorie staven?
Vuye: Bewijzen zeker niet, maar er hebben zich veel vreemde dingen voorgedaan. Ik zal één element aanhalen, dat tijdens de parlementaire onderzoekscommissie door de mazen van het net is geglipt. Op een bepaald ogenblik heeft Londers de vraag gekregen of hij met iemand overleg had gepleegd over zijn brief aan het parlement. Hij antwoordde: ‘Ja, met de oudste magistraat qua dienstanciënniteit bij Cassatie.’ Ging dat toen over Ivan Verougstraete (die er 21 jaar anciënniteit op zitten heeft, nvdr)? Jammer genoeg heeft niemand die vraag gesteld. Aanvankelijk had Londers nochtans gezegd dat hij met niemand contact had gehad. Wat was de bedoeling van dat contact?
Londers is voor u zwaar in de fout gegaan?
Vuye: Zeker. En wat mij als jurist ook erg tegen de borst stuit, is dat de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie hierdoor betrokken partij is. Niet alleen heeft Cassatie het arrest van de 18e kamer verbroken, maar in januari heeft het Hof ook Mireille Salmon en Paul Blondeel naar het hof van beroep van Gent gestuurd en daarbij voor hen van tevoren al verzachtende omstandigheden ingeroepen. Het Hof van Cassatie had op dat moment al lang niet meer de legitimiteit om zich over die zaken uit te spreken.
Englebert: Dat is het probleem van de Belgische justitie. Het hele hiërarchische systeem veronderstelt dat het Hof van Cassatie nooit een fout mag maken. De eerste voorzitter is de laatste rechter, er is geen andere rechter meer om hem te beoordelen. Nochtans is niet iedereen het altijd eens met wat hij doet. Lees bijvoorbeeld de – weliswaar amicale, maar vooral onthullende – brief die de procureur-generaal van het Hof van Cassatie, Jean-François Leclercq, schreef aan Londers over de kwestie Fortis. Leclercq was het helemaal niet eens met diens optreden.
Was dat allemaal dan zonder enige grond? Zowel de parlementaire onderzoekscommissie als de Hoge Raad voor de Justitie hebben geoordeeld dat er wel degelijk ontoelaatbare contacten geweest zijn tussen politiek en justitie naar aanleiding van de Fortisgeschillen.
Vuye: Inderdaad, maar we zitten vandaag in een ander stadium. Onderzoeksmagistraat Heimans heeft alle mogelijke technieken aangewend om zijn dossier goed te kunnen afronden. Hij heeft gsm- en e-mailverkeer onderzocht, huiszoekingen verricht, harde schijven laten analyseren enzovoort. Hij beschikt over veel meer onderzoekswapens dan een parlementscommissie of de Hoge Raad voor de Justitie. En zo blijkt dat van het verhaal dat aanvankelijk gangbaar was en waarop ook die instanties zich gebaseerd hebben, vandaag niet veel meer overblijft.
Het stoort me ook dat er voor een mogelijke schending van het beroepsgeheim met twee maten gemeten wordt: Schurmans werd geschorst, maar een gedetailleerde schriftelijke nota van Blondeel voor de parlementaire onderzoekscommissie over het verloop van het beraad in de 18e kamer, bleef zonder enig gevolg.
Uit e-mailverkeer moet ook blijken dat Blondeel tijdens de parlementaire onderzoekscommissie tegenover Dirk Van der Maelen (SP.A) kritiek had op de gestelde vragen en verzocht om zelf gehoord te worden.
Englebert: Dat kan uiteraard niet. De raadsheren hebben een discretieplicht, ze zijn er niet om een arrest te duiden of om te vragen om bij te dragen aan een parlementair onderzoek. Ook al is het na de uitspraak van het arrest. De genoemde brief van Blondeel is wat dat betreft een zware schending van het geheim van het beraad. Hij somt er alles in op, minuut na minuut. En dat zonder enige reactie vanwege de magistratuur.
Blondeel heeft ook contacten gehad over de aanpak van de zaak met Katrien Van Santvliet, raadsheer bij de achtste kamer van het hof van beroep.
Vuye: Op het eerste gezicht zie ik geen verschil tussen Blondeel die Van Santvliet benadert en Schurmans die aan rechter Nicole Diamant enige feedback vraagt. Schurmans wordt ervoor vervolgd en Blondeel niet. Hetzelfde geldt voor Salmon, die een uitgebreid interview heeft gegeven aan De Standaard over de zaak-Fortis. Er komt geen enkele reactie. Ik vind dat allemaal bijzonder vreemd.
Blondeel of Salmon hoeven zich daarvoor ook niet te verantwoorden in Gent. Ze staan terecht voor valsheid in geschrifte.
Vuye: Zoals gezegd, had het Hof van Cassatie hun zaak veel sneller moeten doorgeven aan het hof van beroep in Gent.
Ook het verhaal van Verougstraete vind ik veelbetekenend. Hij is evenmin geschorst en pas maanden later heeft hij op een discrete manier een blaam gekregen. Dat alles maakt kennelijk deel uit van de spektakeljustitie van Londers. Eerst schrijft hij naar het parlement en organiseert hij een persconferentie, maar daarna weigert hij elk contact met de pers en een voortzetting van het debat. Voor de ene magistraat lokt Londers dat wél uit, voor de andere hult hij zich in stilzwijgen.
Englebert: Er is een opeenstapeling geweest van incidenten. Londers heeft van Schurmans een schietschijf gemaakt en andere feiten genegeerd of verborgen gehouden. Zo is gebleken dat Verougstraete, na een contact met Schurmans, gesproken heeft met advocaten betrokken bij de zaak (Christian Van Buggenhout, advocaat van de staat, nvdr). Voor justitie was het geen opsteker om dat te vernemen. Dat geldt eveneens voor de contacten die Salmon had met Lionel Perl, die achteraf bestuurder werd van Fortis. Toch is de nota-Londers blijven steken in slechts één these. De vraag rijst dan ook naar zijn verantwoordelijkheid. De premier en de minister van Justitie zijn eind 2008 in elk geval afgetreden.
Was het eigenlijk geoorloofd dat Schurmans zich tot Verougstraete bij het Hof van Cassatie wendde?
Vuye: Ze heeft haar hiërarchische overste benaderd. Daarin zie ik geen probleem.
Englebert: Ik vind het contact wel verrassend, en strikt genomen had het ook niet moeten plaatsvinden. Schurmans heeft gezocht naar rechtskundige steun om de houding van haar collega’s aan te klagen.
Wat me minstens zoveel verbaast, is dat het niet ongebruikelijk is dat rechters bellen met Cassatie. Kort geleden nog schorste een rechter van de Brusselse handelsrechtbank een zaak wegens een delicaat procedureel probleem. Tien minuten later werd de zitting heropend en zei de voorzitster dat een door de advocaten voorgestelde oplossing niet kon. ‘We zijn niet gedekt door het Hof van Cassatie’, aldus de rechter. Het zou me niet verbazen dat dergelijke demarches vaak worden ondernomen.
In Fortisgate ontspringt één persoon de dans: Guy Delvoie. Hij werd onverhoeds uitgestuurd naar het Joegoslaviëtribunaal in Den Haag.
Vuye: Delvoie geniet nu in elk geval onschendbaarheid, dat is door een arrest van Cassatie bevestigd. Nochtans heeft hij vreemde sprongen gemaakt. Op zijn aansturen bijvoorbeeld reden Blondeel en Salmon naar het huis van (de zieke, nvdr) Schurmans in Boechout om haar het arrest te laten ondertekenen. Ik zie maar één reden daarvoor: had ze dat gedaan, dan kon ze tegen hen geen klacht wegens valsheid in geschrifte meer indienen.
Wat verwachten jullie van het proces in Gent? Er zijn tenslotte vier magistraten betrokken.
Vuye: Dat is op zich spectaculair natuurlijk, maar het hof kan zich alleen uitspreken over die punten waarover het om advies wordt gevraagd. We zullen geen antwoord krijgen op de vele vragen die we hier hebben gesteld.
Englebert: Hoe dan ook, ik vind het ongelofelijk dat zoiets kan in België. Het is bovendien geruststellend te weten dat er toch nog een onderzoeksrechter is die een bewonderenswaardig en diepgaand werk geleverd heeft.
Door Patrick Martens en Ingrid Van Daele
‘Londers heeft zijn bevoegdheden overschreden door een politieke daad te stellen.’ (Jacques Englebert)
‘Ik hoop dat het onderzoek naar Londers niet weer een zaak wordt van ons kent ons.’ (Hendrik Vuye)