Leve het spaarboekje! (en andere verrassende tips om met uw vermogen om te gaan)

De rente op het spaarboekje staat onwezenlijk laag, de beurzen maken vreemde capriolen en de regering rommelt aan de fiscale regels. Het lijkt dezer dagen haast onmogelijk om uw vermogen te laten renderen. Knack vroeg zes vermogensspecialisten om advies. ‘Maak niet de fout om blindelings snelle winsten na te jagen.’

1. DE BANKIER

WIE? Thierry Ternier

WAT? Ceo Keytrade Bank

LEEFTIJD: 50 jaar

Het is momenteel heel moeilijk om een vermogen te laten renderen. Moeten spaarders hun strategie helemaal omgooien?

THIERRY TERNIER: Het is belangrijker om je vermogen te beschermen dan om een maximaal rendement na te streven. Dat doe je door nooit af te wijken van de belangrijkste basisregel van vermogensbeheer: spreid je investeringen. Doe dat over verschillende ‘activaklassen’, zoals aandelen, obligaties of spaarproducten, en beleg niet alles in dezelfde regio. En minstens even belangrijk: beleg niet je volledige beschikbare kapitaal in één keer, maar investeer elke maand een klein bedrag. Daardoor is het effect van grote schommelingen op de beurs veel beperkter voor je vermogen.

Veel banken pleiten ervoor om de wettelijke minimumrente af te schaffen. Moeten we binnenkort betálen om geld op onze spaarrekening te laten staan?

TERNIER: Zonder wettelijke minimumrente zouden veel banken hun rente verlagen tot 0 procent. Of ze particuliere spaarders ook een negatieve rente zouden aanrekenen, waardoor je dus moet betalen voor geld op een rekening, lijkt me minder waarschijnlijk. In principe kan het wel, maar er is absoluut geen politieke wil om de wettelijke minimumrente los te laten.

Omdat een spaarboekje nog amper iets opbrengt, is het heel verleidelijk om een groter deel van het vermogen op de beurs te beleggen. Is dat wel voor iedereen een goed idee?

TERNIER: We moeten allemaal beseffen dat ons vermogen erop achteruitgaat door te sparen. Toch zou iedereen genoeg spaargeld moeten hebben om zes tot negen maanden van de gezinsuitgaven volledig te dekken. Spaargeld is de basis van het gezinsvermogen. Als je die buffer niet hebt, moet je niet eens overwegen om te beleggen. De volgende stap is: investeren in conservatieve producten, zoals een groepsverzekering en pensioensparen. Pas na die stappen kun je overwegen om echt te beleggen, en dan nog alleen in de beleggingsproducten die aansluiten bij je risicoprofiel.

Vastgoed is een belangrijke pijler van het Belgische gezinsvermogen, wat nog is versterkt door de historisch lage hypothecaire rente. Hebben we het punt bereikt waarop de rentes niet meer kunnen zakken, en de financiering van vastgoedinvesteringen alleen maar duurder kan worden?

TERNIER: Ik durf echt niet te zeggen dat de hypothecaire rentes op de bodem zitten. De rentes blijven dalen zolang de Europese Centrale Bank haar rentetarieven blijft verlagen. Toch zou ik niet wachten op nog lagere rentevoeten om vastgoed te kopen. Het was nog nooit zo goedkoop om geld te lenen. En als de rente nog veel daalt, kun je bij de bank altijd opnieuw onderhandelen over een nieuwe rentevoet.

Heeft het nog wel zin om in individuele aandelen te beleggen, nu beleggers sinds begin dit jaar een speculatietaks moeten neertellen als ze binnen de zes maanden een aandeel verkopen?

TERNIER: De gemiddelde belegger die investeert op de lange termijn moet niet wakker liggen van de speculatietaks, want hij zal een aandeel meestal toch niet zo snel verkopen. Ook fondsenbeleggers hoeven zich geen zorgen te maken: zij betalen sowieso al geen speculatietaks. De nieuwe heffing is maar een probleem voor een beperkte groep beleggers die heel actief handelt. Zij handelen nu veel meer in beursgenoteerde indexfondsen – de zogenaamde trackers – of turbo’s om te vermijden dat ze 33 procent van hun meerwaarde bij verkoop in rook zien opgaan.

2. DE VERMOGENSBEHEERDER

WIE? Geert Noels

WAT? Medeoprichter Econopolis

LEEFTIJD: 48 jaar

Heeft het spaarboekje, behalve als buffer voor onverwachte uitgaven, nog nut in het kader van vermogensopbouw?

GEERT NOELS: Het spaarboekje is veruit het meest onderschatte beleggingsproduct van de voorbije jaren. Het is heel bon ton om te verkondigen dat het dom is om geld op een spaarrekening te houden, maar de voorbije dertig jaar was het spaarrendement echt niet zo slecht. En ja, sinds 2009 is de spaarrente stelselmatig verlaagd. Maar veel beleggers hebben sindsdien met hun aandelenportefeuille ook niet zo’n fantastische return gerealiseerd, tenzij ze hun aankopen perfect wisten te timen. Dat wil nog niet zeggen dat we al ons vermogen op een spaarboekje moeten parkeren, maar het kan wel een goede reserve zijn voor wanneer er zich opportuniteiten aandienen wanneer de financiële markten zich weer normaal gedragen.

De aandelenbeurzen hebben sinds begin dit jaar een hobbelig parcours afgelegd, maar toch lijken ze de enige manier om je vermogen te laten renderen. Klopt dat?

NOELS: We horen al jaren het fabeltje dat er geen alternatief is voor aandelen. Maar je kunt niet zeggen dat aandelen interessant zijn enkel en alleen omdat obligaties of spaarproducten amper iets opbrengen. Het klopt dat de beurzen de voorbije jaren fors zijn gestegen, maar de ontwikkeling van bedrijfswinsten was de laatste vijf jaar abominabel slecht. Het gevoel op de beurs sluit dus helemaal niet aan op de realiteit. Daarmee hou ik geen pleidooi tegen aandelen, maar we moeten wel aanvaarden dat de centrale banken een omgeving creëren waarin rendement schaars is. Het heeft dus geen zin om wanhopig een hoger rendement na te jagen door blindelings in aandelen te beleggen.

Er wordt gewaarschuwd voor een nieuwe financiële crisis. Is het mogelijk om je vermogen daartegen te beschermen?

NOELS: Ik acht de kans groter dan 50 procent dat er nog heel grote schokken komen in de financiële sector. Wie zijn vermogen verstandig wil beheren, mag daar niet blind voor zijn. En het is niet mogelijk om je daar helemaal tegen in te dekken. Je kunt alleen proberen je vermogen zo goed mogelijk te spreiden.

Heeft het zin om bescherming te zoeken in producten met kapitaalsgarantie?

NOELS: Dat zijn de meest overschatte beleggingsproducten die er zijn. Ze zijn helemaal niet transparant, want het is heel moeilijk om zicht te krijgen op de kosten en het rendement. En tegelijkertijd is die kapitaalsgarantie in de praktijk maar weinig waard. Als de financiële instelling achter zo’n product failliet gaat, verlies je toch het volledige geïnvesteerde kapitaal.

Is goud nog altijd een veilige haven?

NOELS: Voor een beperkt percentage is dat zeker een mogelijke diversifiëring van het vermogen. Zoals de centrale banken er momenteel alles aan doen om geld te ontwaarden, zou ik goud dus niet te snel over het hoofd zien. Dat geldt ook voor andere tastbare beleggingen, waaronder kunst of old-timers. Waardevaste inves-teringen zijn belangrijke bouwstenen voor wie zijn vermogen duurzaam naar de volgende generatie wil overdragen.

3. DE VASTGOEDEXPERT

WIE? Isabelle Vermeir

WAT? Operationeel directeur

bij Century 21

LEEFTIJD: 42 jaar

De hele forse stijgingen op de vastgoedmarkt zijn voorbij. Is het nog wel een goed idee om in vastgoed te investeren?

ISABELLE VERMEIR: Zeker. De prijsstijgingen zijn minder fors dan vroeger, maar de voorbije jaren is de waarde van het Belgische vastgoed nog altijd gestegen. Het voorbije jaar werden appartementen in Vlaanderen 2,8 procent duurder, en woonhuizen 2,9 procent. Als je dat combineert met de lage inflatie blijft vastgoed dus wel heel waardevast. Natuurlijk is vastgoed niet goedkoop. Daardoor kiezen jonge mensen steeds vaker voor een tussenoplossing: ze kopen eerst een klein appartementje, om dat enkele jaren later te verkopen en in te ruilen voor een grotere woning. Dat is zeker een goede manier om een vastgoedvermogen op te bouwen: er zijn maar weinig mensen die na enkele jaren hun woning niet met winst kunnen verkopen.

De sectorfederatie van projectontwikkelaars waarschuwt ervoor dat een gemiddeld appartement alleen nog betaalbaar is voor jongeren en alleenstaanden als het 10 procent kleiner wordt. Druist dat niet in tegen de opvatting dat iedereen nu in een woning kan investeren dankzij de goedkope woonleningen?

VERMEIR: We worden om de oren geslagen met heel goedkope woonleningen, waardoor het lijkt alsof investeren in een eigen woning voor iedereen weggelegd is. Vooral bij veel jonge koppels is dat een grote inschattingsfout. Bij sommige banken krijg je een woonlening tegen een rente lager dan 1 procent. Maar dat gunsttarief is alleen weggelegd voor wie zelf al een mooi kapitaal bij elkaar heeft gespaard. Verkijk je daar niet op.

Zijn garages en studentenkamers een interessante belegging?

VERMEIR: Wie behalve in een eigen woning in vastgoed wil investeren, doet er goed aan de risico’s zo veel mogelijk te spreiden. Je koopt beter twee kleine studio’s dan één groot appartement. Als je dan ineens toch snel geld nodig hebt, raakt één kleine studio sneller verkocht. En precies dat maakt van garages een goede belegging: net zoals kleine studio’s vergen ze weinig onderhoud, terwijl de aankoopprijs veel laagdrempeliger is. Ook studentenkoten zijn om dezelfde reden een goede belegging. Toch moet je daar stilaan wat voorzichtiger mee omspringen, want in de grote studentensteden is er al een heel groot aanbod. Hasselt wordt wel interessant.

Voor nogal wat mensen is hun vermogen vooral een grote villa van decennia geleden. Hoe waardevol zijn die oude kasten nog?

VERMEIR: Gezinswoningen in de prijsklasse tussen de 200.000 en de 300.000 euro raken altijd heel vlot verkocht. Zeker op goede liggingen: vlot bereikbaar met het openbaar vervoer, niet ver van een snelweg en toch vrij rustig gelegen in een zijstraat van een grote weg. Dat is helemaal anders voor de grote villa’s die decennia geleden werden gebouwd. De doelgroep voor die woningen is kleiner en veeleisender. Dat is vaak pijnlijk voor de eigenaars, want hun woningen beantwoorden vaak niet meer aan de hedendaagse noden: te ruim, te veel onderhoud en te energieverslindend. De reële waarde van de oudere villa’s komt zelden overeen met wat de eigenaars in gedachten hadden.

4. DE VERZEKERAAR

WIE? Hans De Cuyper

WAT? Ceo AG Insurance

LEEFTIJD: 47 jaar

Beschermt de Belg zijn vermogen wel genoeg?

HANS DE CUYPER: Veel mensen denken onterecht dat een overlijdensverzekering alleen maar nodig is bij het afsluiten van een hypothecaire lening, en dan vaak alleen maar omdat de bank zo’n verzekering eist. Er is dus nog veel ruimte om het gezinsvermogen beter te beschermen. Te veel gezinnen komen financieel aan de grond te zitten als ze door een tegenslag worden getroffen. Een gezin van tweeverdieners heeft vaak de twee inkomens nodig om de hypothecaire lening af te betalen en comfortabel te leven. Dan is een overlijdensverzekering geen overbodige luxe wanneer het ergste zich voordoet. En wat als je wordt getroffen door een zware ziekte, of invalide wordt door een ongeval? Dan moet je er toch voor zorgen dat je nog een inkomen hebt en de medische kosten kunt betalen. Iedereen wil zijn vermogen zo sterk mogelijk laten aangroeien, maar het is minstens even belangrijk om het te beschermen wanneer het fout loopt.

Moeten twintigers en dertigers hun vermogen op een andere manier beschermen dan vijftigers en zestigers?

DE CUYPER: Verzekeraars hebben steeds meer aandacht voor life-cycle management, want onze persoonlijke situatie verandert grondig naarmate we ouder worden. Bij jonge mensen vertegenwoordigt de eigen woning het grootste deel van het vermogen, waardoor de verzekeringsportefeuille vooral dat moet beschermen. Daarnaast doen mensen steeds vroeger aan pensioensparen, waardoor ze het zich kunnen veroorloven om pensioenkapitaal op te bouwen met een tak23- of beleggingsverzekering. Naarmate mensen ouder worden, verschuift de focus veel meer naar kapitaalbehoud. Dan is het vaak raadzamer om het pensioenkapitaal van de beleggingsver- zekering – wanneer het rendement afhankelijk is van de beurs – te verschuiven naar een minder risicovolle tak21- of spaarverzekering. Daarmee vermijd je dat het pensioenkapitaal in de laatste jaren voor het pensioen nog een serieuze knauw krijgt als de beurzen fors dalen. Die mensen moeten ook nadenken over de uitbetaling van het kapitaal: neem je dat in één keer op wanneer je met pensioen gaat, of laat je een rentevergoeding uitbetalen zodat je nog een maandelijks inkomen hebt?

De minimale opbrengst van groepsverzekeringen is eind vorig jaar verlaagd tot 1,75 procent. Brengt dat de pensioenopbouw van veel mensen niet in gevaar?

DE CUYPER: De rente is lager, maar ook de inflatie is veel lager dan enkele jaren geleden. Daardoor wordt een kleiner deel van het rendement opgegeten door de stijgende levensduurte. Bovendien is die 1,75 procent maar een basisgarantie die verzekeraars verhogen met een winstdeelname als de financiële markten goed presteren. Zo bood AG Insurance in 2015 voor zijn pensioenproducten toch nog een totaal rendement tussen de 2,65 en de 3,25 procent, wat meer is dan wat gewone bancaire spaarproducten nog bieden. En dan houd ik nog geen rekening met het fiscale voordeel. Dat maakt van een groepsverzekering nog altijd een onmisbare pijler voor wie een pensioenvermogen wil opbouwen.

5. DE FISCALIST

WIE? Gerd Goyvaerts

WAT? Fiscaal advocaat en vennoot bij Tiberghien

LEEFTIJD: 50 jaar

Heeft de taxshift een grote impact op het vermogen van de Belg?

GERD GOYVAERTS: De impact blijft voor de meeste mensen vrij beperkt. De tarieven van de personenbelasting zijn wat gewijzigd, de werkgeversbijdragen zijn een beetje verlaagd, en de roerende voorheffing is verder opgetrokken van 25 naar 27 procent. Voor de modale Belg is de impact van de taxshift dus niet zo groot. Dat is anders voor de mensen die een vermogen hebben ondergebracht in juridische constructies in het buitenland. Zij moeten uit die inkomsten voortaan de kaaimantaks betalen. Maar uiteindelijk is dat een vorm van belasting waar verhoudingsgewijs weinig belastingplichtigen mee te maken krijgen. Dan gaat het per definitie over mensen met een aanzienlijk vermogen.

Er wordt vaak gepleit voor een belasting op huurinkomsten. Komt het ooit zo ver?

GOYVAERTS: Het lijkt onwaarschijnlijk dat de huidige regeringspartijen daarover een akkoord zouden bereiken, dus voorlopig hoeven verhuurders zich geen zorgen te maken. Maar in de toekomst? Een belasting op huurinkomsten zou de overheid heel snel meer inkomsten opleveren. Wie een woning verhuurt, kan die niet snel verkopen om aan extra belastingen te ontsnappen. Maar tegelijk zijn er gevaren verbonden aan zo’n belasting. De hervorming van de woonbonus in combinatie met een huurbelasting zou de vastgoedmarkt zwaar kunnen verstoren.

Steeds meer mensen halen inkomsten uit websites zoals Uber of Airbnb. Heeft dat fiscale gevolgen?

GOYVAERTS: Ik begrijp niet dat veel mensen denken dat die inkomsten niet belastbaar zouden zijn. Dat valt onder de ‘diverse inkomsten’, en die worden belast tegen een relatief aantrekkelijke belastingvoet van 33 procent. Het is toch logisch dat je die inkomsten, na aftrek van de kosten uiteraard, moet aangeven? Als je je vakantiewoning eens sporadisch ter beschikking stelt aan wat vrienden, en zij je daar 500 euro onkostenvergoeding voor geven, dan is dat niet belastbaar. Maar het is wel een ‘diverse bezigheid’ als je je registreert bij een website zoals Airbnb met de bedoeling een groter publiek te bereiken, aan mensen vraagt om mond-tot-mondreclame te maken, en er alles aan doet om het je gasten zo aangenaam mogelijk te maken opdat ze zouden terugkomen. Dat is semiprofessioneel.

De regering heeft een nieuw – permanent – systeem van fiscale regularisatie goedgekeurd. Wat betekent dat voor mensen met een vermogen in het buitenland?

GOYVAERTS: Het nieuwe systeem speelt in op de noodzaak om mensen een allerlaatste kans te geven om hun frauduleus verworven buitenlandse vermogen alsnog aan te geven bij de fiscus. Er zijn wel twee belangrijke knelpunten. De boetes zijn vrij draconisch, en de bewijsregeling is heel complex. Vaak hebben mensen op een deel van hun buitenlandse vermogen wél netjes belastingen betaald, maar kunnen ze dat niet meer bewijzen. Dat is ook logisch: dat kapitaal staat vaak al tientallen jaren in het buitenland, en daardoor zijn er geen rekeningafschriften meer beschikbaar. Gevolg: op het volledige buitenlandse vermogen dat je wilt regulariseren – dus ook op het deel waarop wel belastingen werden betaald – moet een hoge boete worden betaald. Daardoor is de fiscale regularisatie een procedure waarmee je heel omzichtig moet omspringen. Ze is zeker niet geschikt voor alle dossiers.

6. DE SUCCESSIEPLANNER

WIE? Nathalie Labeeuw

WAT? Vermogensadvocate

bij Cazimir

LEEFTIJD: 41 jaar

Successieplanning lijkt wel een modeverschijnsel. Plots zou iedereen aan successieplanning moeten doen om zijn vermogen optimaal over te dragen. Maar is dat wel voor iedereen een must?

NATHALIE LABEEUW: Iedereen moet zich afvragen wat er met zijn vermogen gebeurt als hij sterft, wie wat zal erven, en wat het allemaal zal kosten. In die zin moet iedereen aan successieplanning doen. Maar niet iedereen moet daarna stappen ondernemen of hyperingewikkelde structuren opzetten. Dat is alleen nodig wanneer je iets wilt veranderen aan de wettelijke verdeling van de erfenis, of aan het fiscale prijskaartje. En zeker op dat laatste verkijken veel mensen zich. Mensen worden soms bang gemaakt met een erfbelasting van 65 procent, maar die geldt alleen voor een erfenis tussen vreemden, en dan nog enkel voor de hoogste belastingschijf. Voor wie erft in rechte lijn is het hoogste tarief beperkt tot 27 procent voor de schijf boven de 250.000 euro. En die 250.000 euro slaat op het bedrag dat overblijft nadat het roerende en het onroerende vermogen zijn gesplitst – want die worden apart belast -, en nadat elk deel nog eens is verdeeld over de verschillende erfgenamen. Veel mensen die denken dat hun kinderen een erfbelasting van 27 procent zullen moeten neertellen, merken na een grondige analyse van het vermogen dat het soms maar 3 procent zal zijn.

Sinds vorige zomer is het goedkoper om vastgoed te schenken. Maar is het wel altijd verstandig om een deel van het vastgoedvermogen weg te schenken?

LABEEUW: Er is gesnoeid in het aantal tarieven, en ook de schijven waarop ze gelden zijn opgetrokken. Daardoor is de verschuldigde belasting bij een schenking – op voorwaarde dat die goed geregeld is – veel lager dan wanneer iemand het onroerend goed zou erven. Vanuit fiscaal oogpunt is dat zeker interessant. Jammer genoeg is er soms te weinig aandacht voor de burgerrechtelijke gevolgen van zo’n schenking. Wie bijvoorbeeld een huis schenkt en zelf nog het vruchtgebruik houdt, heeft wel nog het akkoord nodig van alle andere betrokken partijen om het huis te verkopen. Dat is niet altijd evident. Of het is goed mogelijk dat iemand bouwgrond geschonken kreeg, maar dat er bij het overlijden van de schenker niet genoeg vermogen is om de andere wettelijke erfgenamen hun deel van de erfenis te geven. Als dat gebeurt, kunnen de andere erfgenamen hun deel van die bouwgrond opeisen. Je moet er bij een schenking dus altijd voor opletten dat ze over twintig jaar geen vergiftigd geschenk blijkt.

Verzekeringsproducten, zoals een spaar- of beleggingsverzekering, waren in ons land populaire producten om aan successieplanning te doen. Maar is dat nog altijd het geval nu een verzekeringsgift sinds het begin van deze maand twee keer wordt belast in Vlaanderen?

LABEEUW: Die beslissing wordt aangevochten voor de rechtbank, en zorgt voor heel veel onzekerheid bij de duizenden mensen die via dergelijke verzekeringsproducten aan successieplanning hebben gedaan. Het is nu nog altijd mogelijk, maar dan moet je het wel op een andere manier regelen.

In het regeerakkoord van de federale regering is ook een modernisering van het erfrecht opgenomen. Wie kan daar maar beter op wachten om de verdeling van zijn vermogen te regelen?

LABEEUW: Mensen die hun kinderen willen onterven, of toch een kleiner deel van de erfenis willen geven. Nu is dat niet mogelijk door de strenge regels rond de wettelijke reserve. Dat is alvast een van de punten waaraan aanpassingen zouden gebeuren, al is het nog altijd koffiedik kijken wat er uiteindelijk wordt beslist. Ik kijk nog het meeste uit naar de mogelijkheid om bij leven van de ‘kandidaat-erflater’ overeenkomsten te maken over de verdeling van de erfenis. Nu kunnen erfgenamen een testament na het overlijden nog altijd aanvechten. Als je alles veel vroeger zou kunnen vastleggen, zou dat achteraf veel discussies kunnen vermijden.

‘Grote oude villa’s zijn veel minder waard dan de eigenaars denken.’

‘U hoeft zich onder deze coalitie geen zorgen te maken over een belasting op huurinkomsten. Maar later?’

‘Let bij een schenking goed op dat ze over twintig jaar geen vergiftigd geschenk blijkt.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content