Zijn devies was: ‘Alles door liefde, niets door macht.’ Leopold I ligt daarmee aan de basis van de moderne monarchie. Toch vindt zijn biografe Gita Deneckere dat de geschiedenis hem geen recht doet. Wie was de eerste koning der Belgen echt?
Leopold van Saksen-Coburg en Gotha, koning der Belgen, werd op 16 december 1865 begraven, op de dag dat hij 75 jaar zou worden. Het was koud in Brussel en aan de begrafenis ging een pijnlijk touwtrekken vooraf tussen het hoogste katholieke en protestantse gezag in België. Engelbert kardinaal Sterckx probeerde de koning nog op zijn sterfbed te bekeren, maar Leopold bleef protestant. Wat hij altijd was geweest. Toen de Engelse koningin Victoria in Londen van het gekonkel in de sterfkamer van haar dear uncle hoorde, reageerde ze scherp: ‘ That atrocious catholic clergy! Nasty bastards!’
De relatie tussen Victoria en Leopold bleef bijzonder tot op de dag van zijn dood. Hij bracht haar ouders bij elkaar – haar moeder was zijn zus Victoire – hij was haar peetvader en mentor en hielp haar aan haar geliefde echtgenoot, zijn neef Albert van Saksen-Coburg en Gotha. De correspondentie tussen Leopold en zijn machtige nicht beslaat niet minder dan 8999 genummerde bladzijden.
Toen ze die brieven in het Archief van het Koninklijk Paleis een beetje toevallig in handen kreeg, was de belangstelling van Gita Deneckere gewekt. Ze doceert hedendaagse geschiedenis aan de Universiteit Gent en ze leerde in de correspondentie van Leopold een andere man kennen dan diegene over wie de geschiedenisboeken ons vertellen. Hij bleek niet alleen een gewiekste diplomaat te zijn geweest, maar ook een onverbeterlijke romanticus. Deneckere werkte alles bij elkaar goed tien jaar aan haar biografie van Leopold I, die vorige week verscheen.
Toch stierf de koning in 1865 als een oude, eenzame man. Zijn laatste levens-jaren waren niet aangenaam. Hij viel van de ene in de andere kwaal, zijn kinderen zag hij nauwelijks en hij moest lijdzaam ondervinden dat zijn rol in Europa was uitgespeeld. Veel van de tijdgenoten, die Europa met hem vormgaven na de napoleontische oorlogen en het Congres van Wenen, waren er niet meer. Klemens von Metternich was in 1848 in Wenen aan de kant geschoven. Neef Albert stierf in 1861 en zijn goede vriend Baron Stockmar uit Coburg in 1863. In oktober 1865 was de Brit Lord Palmerston aan de beurt. Er waaide na het revolutiejaar 1848 ook een nieuwe wind over het continent, waarin geen plaats meer was voor beminnelijke mediatoren zoals Leopold er altijd een was geweest.
De man die de eerste koning van België zou worden, had al een leven achter de rug toen hij in de zomer van 1831 uit Calais bij De Panne de Belgische grens overstak. Hij was dan ook al de veertig voorbij. Hij nam aan de napoleontische oorlogen deel als officier in het leger van de tsaar en hing op het Congres van Wenen rond als een onbetekenende prins uit een arm hertogdom. Het toeval wou dat de tsaar omstreeks die tijd de ophanden zijnde alliantie tussen Engeland en het Nederlandse huis van Oranje wou dwarsbomen: de Engelse kroonprinses Charlotte zou zich verloven met prins Willem van Oranje en dat bondgenootschap was Sint-Petersburg een doorn in het oog. Zijn geheime wapen was prins Leopold van Saksen-Coburg, die door Napoleon zelf enkele jaren tevoren de mooiste prins van Europa was genoemd.
Charlotte was voor Leopold een winnend lot van de loterij. ‘Het was een politieke zet van de tsaar om Oranje van het toneel te laten verdwijnen’, zegt Gita Deneckere. ‘Maar wat hij niet kon voorzien, was dat er tussen Charlotte en Leopold een grote liefde zou opbloeien. Het gevoel dat uit hun brieven spreekt, heeft nog weinig met politieke strategie te maken. Er speelde berekening, maar Leopold was ook een mens met gevoelens. Het was dubbel, zoals het devies van de Coburgs: alles door liefde, niets door macht. Tegelijk kwam dat mooie liefdesverhaal ook helemaal tegemoet aan wat de bevolking wou. Zeker de middenklasse verlangde naar een periode van deugdzaamheid na de losbandige jaren onder de prins-regent en latere koning George IV.’
Moderne monarchie
Het geluk van de tortelduifjes was helaas van korte duur. Charlotte stierf een jaar na hun huwelijk in het kraambed van hun eerste kind – een doodgeboren zoontje. Leopold bleef in Londen achter, waar zijn rol geleidelijk uitgespeeld raakte. Toch vindt Deneckere dat het beeld dat wij vandaag van hem hebben, moet worden bijgesteld. ‘Hij was niet de koning die België door de grootmachten van de tijd werd opgedrongen. Hij stond in de hoofdsteden op dat moment zelf ter discussie omdat hij enkele maanden tevoren de kroon van Griekenland na enig aarzelen toch had geweigerd. Waarom? Precies omdat hij geen koning wou zijn die aan de Grieken was opgedrongen. Hij wou daar niet als een soort gezant maatregelen opleggen, die door de mogendheden waren gedicteerd.’
Het bleek snel dat hij in verband met Griekenland goed had gekozen. Het eerste Griekse staatshoofd, de voormalige diplomaat Ioannis Capodistrias, werd al na enkele maanden vermoord. Het had Leopold kunnen overkomen. Gita Deneckere: ‘Toch werd hij daarna in de hoofdsteden als een twijfelzuchtige prins gezien. Hij was daarom ook niet de eerste in de pikorde, toen de Belgen een koning zochten. Ze kozen eerst voor de piepjonge hertog van Nemours, het zoontje van de Franse koning. Parijs hield de boot zelf af: een Franse koning in Brussel zou niet worden aanvaard en was gevaarlijk voor het evenwicht in Europa. De Britten dachten dat de Belgen toch het best voor een telg uit het geslacht van Oranje konden kiezen, maar de grondwetgever had net Oranje voor eeuwig van de Belgische troon uitgesloten. Uiteindelijk reisde een Belgische delegatie onder leiding van Joseph Lebeau naar Londen om Leopold te vragen of hij Brussel zag zitten. Precies door zijn houding in de Griekse kwestie leek hij een geschikte kandidaat: hij had het belang van het land laten voorgaan op de belangen van de grootmachten.’
Tegelijk speelt een machtswissel in Londen een rol, weet historica Gita Deneckere. ‘De tory’s van Lord Wellington moesten de baan ruimen voor de whigs van Lord Durham – een goede vriend van Leopold. Durham legde mee de basis voor de Reform Bill, die het Engelse kiesstelsel democratiseerde. Hij gaf Leopold de raad om het voorstel uit Brussel te accepteren, ook al vond hij de Belgische grondwet te liberaal. Durham zei: zie wat er gebeurt en hoe het loopt in de praktijk. Tot 1848 mopperde Leopold voortdurend dat de grondwet hem te weinig speelruimte liet. Maar als de revolutionaire storm die dat jaar door Europa raast aan België voorbijgaat, begrijpt hij ook wel dat een systeem met liberale vrijheden voordelen heeft. Dat het niet alleen zijn verdienste was dat België goed wegkwam.’
Bepaald nederig was Leopold overigens niet. Deneckere citeert een brief, waarin hij schrijft ‘qu’il tient la Belgique dans sa main’. Dat was het beeld dat hij van zichzelf had. Gita Deneckere: ‘Wat hij schreef, klopt in die zin dat het land een symboolfiguur zoals een koning nodig had. Als een sluitstuk na de revolutie. Maar hij beschouwt dat als zijn persoonlijke verdienste. Terwijl zijn verdienste voor België er toch vooral in bestaat dat hij het land met zijn netwerk economisch vooruithielp. Hij werkte, bijvoorbeeld, al veel langer samen met de familie Rotschild. Als het daarop aankwam, was zijn rol niet meer symbolisch maar bijzonder praktisch.’
Dat hij koning werd, vergrootte zijn status in de wereld. Het Koninkrijk der Nederlanden was in 1815 op het Congres van Wenen gecreëerd als een buffer tegen de Franse expansie. Na de Belgische onafhankelijkheid nam Brussel die rol willens nillens over. België is zo in het midden van de negentiende eeuw zowel economisch als militair en politiek belangrijk. Historica Deneckere: ‘Je zou kunnen zeggen dat Leopold het sluitstuk was van de Belgische constructie en België het sluitstuk van het Europese bouwwerk, dat na Napoleon was opgezet. België nam de rol over die Nederland moest spelen. Dat is wat Leopold zijn nicht Victoria ook altijd probeert duidelijk te maken: als België door Frankrijk wordt opgeslokt, is het Europese evenwicht verstoord. Terwijl hij later, als de kaarten weer anders liggen, toch een belangrijke rol speelt in de toenadering tussen Londen en Parijs.’
Tegelijk kan het natuurlijk niet anders of Leopold ontleende een goed deel van zijn internationale autoriteit aan zijn relatie met de Engelse kroonprinses en latere koningin. ‘Hij heeft haar zeker ook politiek gekweekt’, zegt Deneckere. ‘Leopold wordt in de Britse historiografie vaak voorgesteld als een bemoeizuchtige man, die te pas en te onpas in haar leven opduikt. Het persoonlijke en het politieke zijn sterk met elkaar verweven. Zeker als ze dan ook nog met zijn neef Albert trouwt. Maar ik zie hun relatie toch meer als een contract, een uitwisseling van gedachten en visies tussen twee gelijken. Dat is ook belangrijk om de veranderingen in Engeland in die periode te begrijpen. Het had al de roep dat het een modern land was. Het kreeg met Victoria vervolgens ook een moderne monarchie.’
‘De rol die Leopold in die ontwikkeling speelde, mag niet worden onderschat. Hij wordt in het invloedrijke werk van de liberale journalist Walter Bagehot over de constitutionele monarchie als een model naar voren geschoven. Het was het Europa van de vorsten na 1815 niet alleen om macht te doen, maar vooral om stabiliteit. Leopold propageerde een soort van populaire monarchie die dicht bij het volk stond. Als België in 1848 de revolutionaire storm goed doorstaat, wordt erkend dat hij een speler van belang is. Dat Victoria een vrouw is, maakt ook dat ze door het publiek gemakkelijker als een boegbeeld wordt aanvaard.’
Populair bad
Gita Deneckere is ervan overtuigd dat we te veel in clichés over de geschiedenis denken. Ze gelooft dat de emoties te veel uit het verhaal worden weggegomd om gebeurtenissen rationeel en strategisch te kunnen verklaren. Dat is wat ze las in de brieven die Leopold schreef en ontving. ‘Hij had zeker ook oog voor de gewone mensen. Als Victoria zich na de dood van haar man in 1861 uit het publieke leven wil terugtrekken, dringt hij erop aan dat ze zich weer laat zien. De vorst is voor hem een vaderfiguur. Hij zegt bij zijn eedaflegging als koning der Belgen ook nadrukkelijk dat hij het volk gelukkig wil maken. Hij is er ook van overtuigd dat hij dat kan. Maar hij verwacht in ruil wel dat het volk loyaal is.’
Oud en ziek liet Leopold zich toch nog in zijn koets door de druilerige regen naar de stad rijden voor een gesmaakt populair bad tussen de mensen die in september de verjaardag van de Belgische revolutie vierden. Gita Deneckere: ‘Is de monarchie nu een anachronisme? Ze speelt haar rol nog, verstandig en pragmatisch. Enkele maanden geleden keken twee miljard mensen op televisie naar het huwelijk tussen de Britse prins William en een meisje van dertien in een dozijn. Dat is toch bijzonder. Dat is voor een stuk ook mogelijk door de invulling die Leopold anderhalve eeuw geleden aan de instelling gaf. Hij was een conservatieve man, maar zijn politiek was niet gericht op een terugkeer naar het verleden. In tegenstelling tot de Oostenrijker Metternich wou hij de nieuwe stromingen niet onderdrukken. Hij was geen voorstander van de harde hand. Hij werd ook niet geconfronteerd met grote sociale onrust. Die was in België van iets latere datum.’
Leopold schreef ooit in een brief aan Victoria dat het hart mensen meer bindt dan de grootste wijsheid. In het midden van de negentiende eeuw waren er Coburgs aanwezig in vijftien Europese koningshuizen. De ijzeren kanselier Otto von Bismarck noemde hen ‘de beste stoeterij van Europa’. Dat leidt tot dat verbazende portret, dat in 1894 op een familiefeest in Coburg werd gemaakt. Bijna dertig jaar na de dood van Leopold troont Victoria er als the grandmother of Europe te midden van haar nakomelingschap. Op de foto staan, onder meer, de Duitse keizer, de latere tsaar van Rusland en de latere koning van Engeland. Dat vredige tafereel, het levenswerk van Leopold I, was tegelijk het einde van een tijdperk. Twintig jaar later stonden dezelfde mensen tegenover elkaar in de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog.
‘Dat is misschien nog het meest verbazende’, zegt Gita Deneckere. ‘Ze werden in twee decennia volledig uit elkaar gespeeld. De naam Saksen-Coburg verdwijnt uit de stambomen. Om niet aan haar Duitse afstamming te worden herinnerd, veranderde de Engelse Koninklijke familie haar naam in 1916 in Windsor. Met de Eerste Wereldoorlog werd het familiesucces van het huis van Saksen-Coburg uit het collectieve geheugen geschrapt.’
GITA DENECKERE, LEOPOLD I. DE EERSTE KONING VAN EUROPA, DE BEZIGE BIJ ANTWERPEN, 736 BLZ., 29,90 EURO. KNACK INTERVIEWT GITA DENECKERE OP DE KNACK FOCUS BOEKENBEURSDAG OP DONDERDAG 3 NOVEMBER OM 18 UUR.
DOOR HUBERT VAN HUMBEECK