Belangrijke Europese commissarissen keren terug naar de politiek in eigen land. De Commissie is verzwakt.
De Europese Commissie heeft nog zeven maanden te gaan en de schwung is er al helemaal uit. De ‘Europese regering’ lijkt op de Vlaamse aan de vooravond van de verkiezingen. De vaandelvlucht is begonnen, zwaarwegende commissarissen kiezen carrièrezekerheid in eigen land. Straks moet de verhakkelde ploeg van twintig commissarissen tien bijkomende commissieleden integreren, als op 1 mei tien landen uit vooral Centraal- en Oost-Europa lid van de Unie worden. Dat wordt wat.
Commissaris Anna Diamantopoulou heeft zich misrekend. Zij nam in februari tijdelijk ontslag om in haar Griekenland de Pasok-partij in de verkiezingscampagne te helpen. Maar de socialisten verloren en de nieuwe regerinspartij stuurde Dimas Stavros naar Brussel als commissaris voor Sociale Zaken. Diamantopoulou zit nu in Athene in het nieuwe parlement.
Zopas hebben ook twee zwaargewichten vaandelvlucht gepleegd. Pedro Solbes, het EU-commissielid voor Economie en Financiën, wordt de nieuwe Spaanse minister van Financiën in de regering-Zapatero. Lidstaten die het Stabiliteitspact aan hun laars lappen, zoals Frankrijk en Duitsland, of er moeilijkheden mee hebben, zoals Nederland, zullen het vertrek van Solbes niet betreuren. Michel Barnier keert terug naar Parijs, waar hij minister van Buitenlandse Zaken wordt in de herschikte ploeg-Raffarin. Iedereen verwachtte dat de Fransman klaar zou staan voor een tweede ambtstermijn. Zijn vriend, de premier Jean-Pierre Raffarin, kon de Europeaan op meer patriottische gedachten brengen. Aan Barnier verliest de Commissie zijn harde vuist in het regionale beleid (waar veel geld mee gemoeid is) en deskundigheid over de institutionele hervormingen, met name de invoering van een Europese grondwet.
Mario Monti, de Italiaanse commissaris voor het Concurrentiebeleid, droomt al over een nieuwe baan als topman van het Internationaal Monetair Fonds. Eerste minister Silvio Berlusconi heeft hem dat min of meer beloofd. En blijkbaar heeft Washington nog altijd meer prestige dan Brussel. Nog het ergst van al zijn de aanhoudende geruchten over de terugkeer van Romano Prodi, de voorzitter van de Europese Commissie, naar Italië. Hij zou er zijn ‘politieke (en persoonlijke) vijand’ Berlusconi willen verslaan. Prodi ontkent – ‘ontslag pas op 31 oktober middernacht’ -, maar weinigen geloven hem. Tot november is het in Brussel weinig zaaks en als de nieuwe Commissie niet een serieus aantal ervaren commissarissen kan overnemen, verliest de Commissie verder macht en invloed tegenover de individuele lidstaten. Zo ziet Commissievoorzitter Prodi het niet. Het vertrek van enkele commissarisen bewijst volgens hem dat de Commissie een politieke instelling is. Wat lidstaten al eens willen betwisten.
G.D.