De Amerikaanse latino’s vertegenwoordigen zo’n 9 procent van het Amerikaanse kiespubliek. Vroegerstemden ze in groten getale voor de Texaan George W. Bush, nu kunnen ze Barack Obama het presidentschap bezorgen.
De Democratische presidentskandidaat Barack Obama hoopt dat hij op 4 november de politieke kaart van de VS kan hertekenen met een grote overwinning. Daarvoor heeft hij voldoende steun nodig van de latinogemeenschap in de VS. Die kan Obama een meerderheid bezorgen in swing states zoals Florida, New Mexico, Nevada en Colorado. ‘Ik denk dat Obama kan rekenen op 70 procent van de latinostem en dat zijn Republikeinse rivaal John McCain met moeite de 30 procentgrens haalt’, zegt professor Henry Flores aan de Saint Mary Universiteit in San Antonio, Texas. Flores doet onderzoek naar de latinostem voor grote Amerikaanse media en zijn voorspelling in 2004 klopte als een bus. In dat jaar kreeg George W. Bush 40 procent van de latinostem en won daarmee nipt het presidentschap. Nu liggen de kaarten volgens Flores anders.
De ‘latinostem’ is niet zoals de ‘zwarte stem’ een homogeen blok. Er zijn grote verschillen in de Amerikaanse latinogemeenschap. De grootste groep wordt gevormd door Mexicaanse Amerikanen, als tweede volgen de Puerto Ricanen, daarna de Dominicanen en ten slotte de Cubanen die vooral in Florida wonen. ‘Je kunt die groepen niet op een hoop gooien’, zegt Flores. ‘Zelfs in de Mexicaanse gemeenschap vind je generatie- en klasseverschillen. Sommige families zijn al generaties in de VS en vormen een middenklasse zoals in San Antonio, terwijl anderen pas zijn gekomen en onder aan de sociale ladder staan. Sommige Mexicanen zijn Amerikaanse staatsburger terwijl anderen die status nog niet hebben. Puerto Ricanen wonen vooral in New York, net als Dominicanen. Maar Puerto Rico is deel van de VS en Puerto Ricanen mogen in Amerika stemmen, terwijl Dominicanen vaak niet altijd de Amerikaanse nationaliteit hebben. Mexicanen, Puerto Ricanen en Dominicanen stemmen in meerderheid Democratisch, terwijl Cubanen in Florida grotendeels Republikeins stemmen, uit afkeer van Fidel Castro.’
CONCENTRATIE
De latinogemeenschap is met ruim 13 procent van de bevolking iets groter dan de zwarte gemeenschap, maar omdat niet elke latino Amerikaans staatsburger is, komt de totale latinostem uit op ongeveer 9 procent. Door de concentratie van die gemeenschap in enkele swing states kunnen ze toch het grote verschil maken. ‘Ik verwacht dat New Mexico zonder meer Democratisch stemt’, aldus Flores. In 2004 won Bush deze staat nog met enkele duizenden stemmen verschil van zijn Democratische rivaal John Kerry. Vooral ‘protestante Mexicanen’ stemden op Bush. ‘In het noorden van New Mexico vind je de gemeenschap Mexicaanse evangelicals die zich aangesproken voelden door het religieuze conservatisme van Bush. Maar de grote hoofdstroom van de latino’s in New Mexico, waar zij 37 procent van de stemgerechtigde bevolking vormen, stemt volgens Flores Democratisch. New Mexico heeft nu met Bill Richardson een gouverneur van latinoherkomst. ‘Bush had als voormalige gouverneur van Texas een specifieke latinoachterban. Maar McCain heeft dat niet. Bovendien verwijten latino’s de Republikeinen dat ze een nieuwe immigratiewet om zeep hebben geholpen. Die wet beoogde de circa 12 miljoen illegale latino’s in de VS een weg naar burgerschap te bieden.’ In New Mexico is 10 procent van de bevolking van indiaanse afkomst. Zij beschikken meestal over speciale landrechten waardoor ze licenties krijgen om casino’s te exploiteren. ‘De native Americans zijn ongeveer gelijk verdeeld tussen Democraten en Republikeinen. Zij hebben immers een politiek netwerk nodig om die licenties voor casino’s te behouden.’
In de staten Nevada en Colorado kan de latinostem ook de doorslag geven. In beide staten is ruim 12 procent van de stemgerechtigde bevolking latino. In Nevada wonen de meesten in en rondom Las Vegas waar ze werken in de amusementsindustrie, terwijl ze in Colorado vooral wonen in en rondom de hoofdstad Denver. Flores heeft in beide staten onderzoek verricht. ‘In Nevada zijn veel latino’s pas erg kort en ze hebben daarom niet allemaal de Amerikaanse nationaliteit. Hun politiek gewicht is geringer. Daarnaast hangt veel af van vakbonden in het hotelwezen en de casino-industrie om Mexicaanse Amerikanen te registreren en te mobiliseren. In Colorado is de Mexicaanse gemeenschap al veel langer wegens het werk in de landbouw en dienstverlening. Dat is zichtbaar in Denver, waar overigens de helft van Colorado’s bevolking woont. Nevada en Colorado kunnen Democratisch worden omdat je naast de latinostem ook moet kijken naar de immigratie van blanken uit Californië. Dat zijn vaak hoger opgeleide blanken die Democratisch stemmen.’ Californië is overigens zelf door immigratie een ‘veilige Democratische staat’ geworden bij presidentsverkiezingen. Bijna 23 procent van de bevolking is latino en de staat, die ooit de presidenten Nixon en Reagan voortbracht, stemt sinds 1992 steevast Democratisch bij presidentsverkiezingen.
BUIT
Florida is de grootste buit in de swing states en ook hier spelen latino’s een belangrijke rol. Circa 15 procent van de stemgerechtigde bevolking in deze zonnige staat is latino. In het verleden overheersten de Cubanen die eind jaren vijftig zijn gevlucht voor het regime van Fidel Castro, maar ook dat is veranderd. Zij vormen nog maar een derde van de latinogemeenschap. Cubanen zijn in omvang ingehaald door de Mexicanen en Puerto Ricanen. De Cubanos waren in het verleden een blokstem voor de Republikeinen, maar dat verandert. ‘Ten eerste zijn er Cubanen die al voor Castro in Florida woonden en die werkten in de sigarenindustrie rondom Tampa. Zij stemmen grotendeels Democratisch. De anti-Castro Cubanen wonen vooral in Miami. Maar voor veel jongeren is Castro deel van het verleden en zij stemmen vanuit een andere motivering. Je ziet dat de Cubaanse gemeenschap minder verstokt Republikeins wordt. Dat is een recente ontwikkeling.’
Volgens professor Irasema Coronado van de universiteit van El Paso is er nog een andere reden voor die trend. ‘Anti-Castro Cubanen zijn in de loop der jaren ook ouder geworden. Zij krijgen te kampen met kosten voor gezondheidszorg en hebben niet altijd een goede ziekteverzekering. Hun agenda wordt persoonlijker en een kwestie van eigenbelang.’ In Miami heeft de Democratische Partij intussen al afgevaardigden onder Cubaanse Amerikanen.
Obama heeft onder latino’s aanvankelijk veel prestigeverlies geleden door de harde strijd met Hillary Clinton tijdens de voorverkiezingen. ‘Ik ken Mexicanen die zeggen: wij waren voor Hillary, niet voor Obama en daarom ga ik niet stemmen’, zegt professor Rodolfo Rosales van de Universiteit van Texas in San Antonio. ‘Latino’s zijn uitgesproken in hun mening, zo niet onbeschaamd en ze zeggen wat ze vinden.’ Volgens hem is er daarom niet zo’n groot gevaar op een Bradley-effect onder lati-no’s. Dat effect is vernoemd naar Tom Bradley, de voormalige zwarte burgemeester van Los Angelos die in 1982 gouverneur van Californië wilde worden. Hij stond in de opiniepeilingen ruim voor, maar verloor toch. Veel blanke kiezers durfden niet te bekennen dat ze niet op een ‘zwarte kandidaat’ wilden stemmen. Zij vertelden opiniepeilers het ene en deden het andere. Professor Flores beaamt dit. ‘Latino’s stemmen minder vanuit een identiteitsgevoel zoals zwarten. Een zwarte die niet op Obama stemt, wordt in eigen gemeenschap gezien als een verrader. Latino’s hebben evenmin last van een schuldgevoel zoals veel blanken die vrezen voor racist te worden uitgemaakt. Latino’s stemmen Democratisch of Republikeins, vanuit het eigenbelang. Daar schamen ze zich niet voor.’
BLOK
Latino’s vormen geen politiek-cultureel blok. Ze hebben sociale organisaties die vaak zijn gevormd op basis van nationale herkomst. Mexicanen, Puerto Ricanen, Dominicanen, Cubanen en de laatste nieuwkomers uit Guatemala, El Salvador of Nicaragua hebben allemaal hun eigen clubs en verenigingen. Bij Mexicanen zijn die, wegens de omvang van het land, zelfs opgebouwd rondom de provincie of regio van herkomst. ‘Het bindweefsel van die gemeenschappen is divers’, zegt Flores. ‘Vaak heb je ook sociale organisaties die zich bezighouden met ziekteverzekering of onderwijs en je hebt natuurlijk kerken en vakbonden.’ Ook zijn er overkoepelende organisaties zoals La Raza of Lulac, de Liga van Verenigde Latijns-Amerikaanse Burgers. Deze groepen steunden in grote meerderheid Hillary Clinton tijdens de voorverkiezingen. ‘Vooral de latina’s waren de harde kern van de Hillary-stemmers’, zegt Patricia Jaramillo, professor aan de Universiteit van Texas in San Antonio. ‘Ze hadden lange tijd moeite Obama te aanvaarden als hun kandidaat, maar met de dreiging van McCain-Palin wordt dat overwonnen. In het ergste geval blijven ze thuis.’
Obama heeft contacten met de gevestigde latino-organisaties opzettelijk verwaarloosd. Hij wilde, aldus Flores, een ‘eigen netwerk’ opbouwen. ‘Ik heb me afgevraagd waarom hij de overkoepelende latino-organisaties op afstand hield. Maar hij wil een beweging van onderop, zoals hij dat ook in de zwarte gemeenschap heeft gedaan. Obama heeft vroegere, gevestigde zwarte leiders zoals dominee Jesse Jackson aan de kant geschoven. Daar is Jackson nog altijd boos over, wat hij moeilijk kan verbergen. Obama wil bij de latino’s niet direct met de gevestigde voormannen worden gezien maar een enthousiasme aan de basis genereren.’ Obama heeft daarom veel campagnetijd gestoken in New Mexico, Nevada en Colorado. ‘In een klein dorp in het noorden van New Mexico trok hij bijna 10.000 mensen die van heinde en ver kwamen’, aldus Coronado. ‘Dat is een ongekend enthousiasme van burgers.’
Flores vraagt zich af of een overwinning van Obama, mede dankzij de latinostem, een herverkaveling van het Amerikaanse politieke landschap brengt. ‘Als Ohio en Florida definitief een Democratische staat worden zoals Californië in de jaren negentig, dan is het landschap hertekend omdat de Republikeinen dan mathematisch vrijwel geen kans hebben het presidentschap te winnen. Die partij komt dan in een identiteitscrisis terecht die enige tijd kan duren. Maar het is te vroeg om dat te concluderen. Voorlopig houd ik het op een generatiewisseling in de Amerikaanse politiek.’
DOOR DERK JAN EPPINK