Spectaculair zijn vooral de wielsporen in het zand. Dat is hier nooit te zien geweest. Voor het overige is het landschap vertrouwd: een winderige vlakte met duinen en losse stenen en aan de horizon enkele heuvels. De lucht heeft een rossige kleur en ondanks het felle licht is het erg koud. En stil. Soms waait het stof op, en elke dag komt de zon op en gaat zij onder, maar verder gebeurt hier niets.
Tot die meteoor neersuisde. Een lichtstreep in de lucht, en even later een rond scherm dat zich als een bloem in het uitspansel openvouwde. Een pakketje aan een lang touw onderaan het valscherm zette zich neer, rustte even uit, strekte zich, en begon dan aan een rit over het hobbelige oppervlak.
Tweemaal gebeurde het, begin dit jaar, en nog altijd rijden Spirit en Opportunity over de zanderige bodem van Mars. Beide robots zijn uitgerust met camera’s en snuffelapparatuur om hun omgeving in zich op te nemen. Van op afstand volgt de aarde de gebeurtenissen.
Dat is het vreemdst. Gebeurtenissen op Mars. De toestellen rijden rond, maken klikkende en zoemende geluiden, bekijken elke steen, ruiken aan het stof, boren gaten in de rotsen, bekijken de binnenkant, rijden weer verder, ontdekken nóg interessantere stenen, boren nieuwe gaten, enzovoort, enzovoort. Nooit was er zoveel leven op Mars.
Vooral voor Opportunity is de tocht opwindend. Want die kwam op een zo interessante plek terecht dat het hem weinig moeite kostte er de geschiedenis van te achterhalen. De stenen spreken voor zichzelf. Opportunity ontdekte dat hij zich op de bodem van een oude zee bevindt. De rotslagen op deze plaats zijn sedimentatiegesteenten, ontstaan door neerslag uit het zoute water. Deze droge zandwoestijn begon zijn bestaan als een modderige zeebodem.
Mars is een uitgestorven plek nu, maar de planeet kende bewogener tijden. Het heeft geregend en gestormd hier, de wind joeg de schuimende golven op onder een met wolken gevulde lucht. Misschien krioelde het water van levende wezens, poliepachtigen, of wormachtigen, of veelpotigen, wie weet in welke maten en gedaanten. Niemand weet het. Ook Opportunity niet. Fossielen heeft hij niet gevonden. Alleen over het water bestaat geen twijfel.
Maar hoe het ook geweest is, het bleef niet duren. Geleidelijk aan werd de lucht ijler en kouder, de zeeën droogden op of stolden tot ijslagen. Sindsdien is de planeet in een diepe ijstijd gedompeld, als in een comateuze winterslaap waaruit geen ontwaken meer mogelijk lijkt. Alles wat aan het leven herinnert of wat nog maar de gedachte aan leven oproept, ligt in het verleden.
In het verleden? De plek roept juist toekomstvisioenen op. De aankomst van het vinnige wagentje op deze zandvlakte kan niet anders dan de eerste stap zijn van een lang proces van toenemend interplanetair verkeer. Dit is de uitbraak van het leven op aarde uit zijn aardse beknelling. Nooit heeft de versteende Martiaanse woestijn zoveel beweging gekend, en dit is nog maar een voorzichtig voorspel. Nieuwe toestellen staan in de steigers en vertrekken weldra. De bouwers ervan maken zich klaar om zelf te volgen. Er zullen méér wielsporen gedrukt worden in het rode zand, en daarna ook voetstappen. De sporen zullen wegen worden, de wegen zullen nederzettingen verbinden, en het klikken en zoemen zal uitgroeien tot een kabaal van stemmen in straten en muziek op de radio.
Veel meer dan wat al gebeurde, zal nog gebeuren op Mars. Dit land met zijn verdwenen verleden heeft lang op een toekomst gewacht, maar nu komt die eraan.
info
De auteur is natuurkundige en schreef een twintigtal boeken over wetenschap, filosofie en religie. Het laatste, ‘Tot bestaan bestemd’, verscheen bij uitgeverij Pelckmans.
Gerard Bodifée