Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Feest bij Knack deze week. Vijfentwintig jaar geleden, op 16 augustus 1972, verscheen het eerste Woord Vooraf van onze directeur. Die was toen vier en een halve maand in dienst. U zal opwerpen : ?Waarom hebt gij dan eerder dit jaar geen aandacht besteed aan de heuglijke vijfentwintigste verjaardag van zijn ambtsaanvaarding ??

Het antwoord op deze vraag is simpel : onze directeur is in dienst van dit blad getreden op 1 april 1972. Een beetje ongelukkige datum om een zo plechtige gebeurtenis te herdenken. Flauwe grappenmakers hadden kunnen menen dat het om een lolletje ging. En een lolletje was het allerminst, die eerste april van ’t jaar ’72.

Toen onze directeur het commando in handen nam, stond dit blad journalistiek aan de rand van de afgrond. Sindsdien hebben wij een grote stap vooruit gezet. Wat voordien mocht worden omschreven als een bundeling amateuristische betweterij, werd door onze directeur in geen tijd geprofessionaliseerd. In juli ’72 was dit proces, na een grote vakbondsbetoging voor onze kantoren, afgerond. Zowat de volledige oorspronkelijke redactie was afgedankt, en vijfentwintig jaar lang haalde Knack elke week rustig het niveau dat het heeft en waarover de meningen uiteen lopen.

Eén keer was er paniek, toen op een morgen een Italiaan uit Parijs binnen stoof en alles wou veranderen. Tot ergernis van de reeds aanwezige cheffen, die bij een kopje koffie de kansen voor de koersen van die middag aan het afwegen waren, begon de ongewenste gast vervelende vragen te stellen over de volgorde van de artikels en de grootte van koppen en foto’s. Toen hij zich enkele bedenkingen bij de rubriek Wetstraat meende te mogen permitteren, tekende hij zijn doodvonnis. En dat was wellicht letterlijk geweest, zo hij niet het geluk had gehad dat het bureau van onze chef-Wetstraat zich slechts op de eerste verdieping bevindt. Die Italiaan heeft nadien ook De Morgen om zeep geholpen. Met één arm.

Keren wij, na deze korte historische zijsprong, terug naar het eerste Woord Vooraf van onze directeur. Waarvan men lezenderwijs moest ontdekken waarover het precies ging, want een kop stond er niet boven. Dat wil zeggen : er stond wel een kop boven, maar dat was die van onze directeur zelf. En we kunnen niet anders dan vaststellen : hij is weinig veranderd. De tand des tijds heeft geen vat op wie de tijd des tands overstijgt. Op dezelfde bladzijde stond de inhoudstafel :

Niet alle Olympisch goud blinkt, p 32.

Toerisme, wat kost de kust, p 9.

Mortelmans vecht tegen de bierkaai van Zeebrugge, p 15.

McGovern tipte op de Kennedy-clan, p 21.

Familie Lippens en de fraude in Knokke, p 41. (Onze directeur had net Frank De Moor als beloftevolle jonge kracht aangeworven.)

De inhoud naast het Woord Vooraf, dat heeft niet lang geduurd en is heden ten dage uiteraard ondenkbaar. Al heeft die Italiaan het, kort voor hij door het venster verdween, toch voorgesteld.

Soms vragen mensen ons in verband met deze rubriek : ?Is dat gemakkelijk om elke week zo een bladzijde te schrijven ?? Natuurlijk is dat gemakkelijk. En wij zullen het ons voor één keer nog wat gemakkelijker maken dan het al is. Wij schrijven dat hele eerste Woord Vooraf over ! Als hulde aan onze directeur. En als de eenvoudigste manier om deze week weer onze kost te verdienen. Hier gaan we, 16 augustus 1972 :

?De redactie zat ineengedoken boven haar dossiers en tijdstabellen. Zij telefoneerde uitermate ernstig met mannen in trainingspakken en vage heren met deukhoeden, die vanouds in de buurt van clubs en atleten leven, zonder ooit duidelijk te maken wat ze juist uitrichten. De laatste stand van zaken over de loopstijl van Lismont en de rivaliteit tussen Puttemans en Roelants werd opgetekend, alsof wij een ruimteschot aan het voorbereiden waren. Maar het zijn gewoon de Olympische Spelen. Je merkt aan de mensen hoe ze feilloos gaargekookt worden door de media. In de trein grijpen ze, beroofd van de fiets en wachtend op de voetbalzondag, met nog wat afstandelijke gretigheid naar de sportkranten. De koppen groeien met de dag. De uitroeptekens staan te dansen boven het arme hoofd van onze afgevaardigden in München. De omroep klinkt al even opgewonden en heeft een leger verslaggevers op het vliegtuig gezet. En wij doen mee. Zeven pagina’s München, met extra foto’s.

Nou en. Nu deze Knack weer is bijeengeschreven, blijf je in de stilte na de storm toch nadenken over de vraag : vervalsen we het nieuws niet ? Is München zoveel drukte waard ? In een wereld die de zwartste katten te geselen heeft (en nu mag professor Eyskens wel beweren dat dit een fin de siècle-gedachte is, maar ze is juist) brengen wij een enorm stuk technologie in de vuurlijn, om te filmen, te seinen en te schrijven over fracties van seconden waarmee verwende sporthelden een paar even scherp doortrainde collega’s moeten overtroeven om een kans te maken voor de kwartfinale.

Toegegeven : achter het olympische gebeuren ruist de negende symfonie van Beethoven. Alle mensen worden broeders en zo meer. Maar van mijn hele leven kom ik niet rond met een antwoord op de vraag waarom de mensheid deze broederschap alleen schijnt te kunnen bereiken in het rumoer rond een groen sportveld. Want met een polsstok van het beste glasvezel springen wij allen hoog over de echte werkelijkheid die ons leert dat buiten het betonnen stadion lang niet overal schoonheid heerst.?

Voilà ! Nu vragen wij u : staat dat er nog na al die jaren, of staat dat er niet meer ?

In zijn tweede Woord Vooraf, 23 augustus 1972, had onze directeur het over de kloof tussen de politiek en de burger, de macht van de drukkingsgroepen, de verwaarlozing van de justitie, en een vooruitblik op het wereldkampioenschap wielrennen in Gap. Volgens onze directeur ging Cyrille Guimard kort zijn. Derdes ! Achter Basso en Bitossi. Dat zijn Woorden Vooraf zie. Daaraan mogen velen die vandaag menen dat ze een editoriaal kunnen schrijven, een puntje zuigen.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Expertise