Met Edmond Leburton is vorige maand een van onze laatste grote staatsmannen gestorven. Een politicus met iets meer envergure dan al die koddebeiers van de NPC. Luister. Toen Leburton al de kaap van vier maal twintig had gerond, kreeg hij op een dag in Borgworm het bezoek van onze chef-Wetstraat. Die wenste namelijk te vernemen waarom mijnheer Edmond indertijd wel door het gerecht was veroordeeld voor fraude bij de rode mutualiteit, en Willy Claes, die nochtans minstens even schuldig was, niet.
Onze chef-Wetstraat werd niet alleen door Leburton hartelijk ontvangen, maar voorafgaandelijk ook door twee medewerksters die de klip van de één maal twintig slechts kort geleden hadden omzeild en die werkelijk… enfin, daar waren geen woorden voor. Toen na een lichte lunch één van die twee secretaresses van onze chef-Wetstraat een lift naar het station kreeg (dat dacht zij tenminste), sprak Leburton tot afscheid : ?Braaf zijn hé.?
Ziedaar kort samengevat het verschil tussen Oude Politieke Cultuur en Nieuwe Politieke Cultuur. Het verschil tussen, zeg maar, Charles de Brocqueville en Johan Van Hecke. Beiden van tijd een schaatsje scheef, maar de Brocqueville ’s avonds altijd om zeven uur thuis voor het eten. De waarschuwing om braaf te zijn, onderstreepte het observeringsvermogen van Leburton. Want onze chef-Wetstraat is inderdaad een gevoelig en passioneel man, die vooral in de provincie Luik zijn hart wel eens durft verliezen. Luikse magistrates bijvoorbeeld, zijn voor hem als een luciferfabriek voor een pyromaan. Ooit hebben ze bij ons op de redactie een brief van onze chef-Wetstraat aan onderzoeksrechter Doutrèwe onderschept, bevattende het volgende gedicht :
Zoete Doutrèwe Martine,
Ze noemen u ijskoningin,
Oh Dâme Blanche mijn,
Laat mij uw chocoladesaus zijn.
Zeg nu zelf. En ook om zeven uur thuis ! Toen onze directeur deze rijmelarij onder ogen kreeg, nam hij zijn rode vulpen, en paste de tekst als volgt aan :
Martine pleine de grâce,
Tu es reine de glace,
Laisse-moi figurer,
Comme ton choco-glacé.
Hierna ondertekende hij de brief met ?Ton Çois? en stuurde hem zelf op. Waarna hij ei zo na in Lantin belandde.
Onze chef-Wetstraat was vanzelfsprekend weinig opgetogen met het ondergraven van zijn amoureus reservoir door onze directeur. Vooral omdat hij sinds kort ook zijn andere uitverkorene, Véronique Ancia, dreigt te verliezen. En dit aan niemand minder dan Walter De Bock. Die heeft, tegen de stelling van Ancia in, altijd volgehouden dat Alain Van der Biest de opdrachtgever is geweest van de moord op André Cools. Maar hoe meer de feiten dat bevestigen, des te minder is Walter overtuigd van zijn eigen gelijk.
We vieren deze week de zesde verjaardag van de moord op Cools, en wij zouden bij God niet weten wie er daarvoor nog niet is opgesloten. De twee Albanese huurmoordenaars zitten vast. Of waren het Turkse Sicilianen uit Malta ? Zitten eveneens in de gevangenis : alle informanten van De Bock, plus hun vrienden en kennissen. Verder het hele voormalige kabinet van Pensioenen, het voltallige Luikse PS-bureau, en het merendeel der gemeentebesturen uit de grote rand rond Luik. Samen met handelaars in metalen en tweedehandswagens, kappers, bakkers en slagers, vaders van poetsvrouwen, koppelbazen en kindvriendelijke geestelijken.
Van al wie ooit in de zaak-Cools is genoemd, loopt slechts één man op vrije voeten, een veroordelingetje wegens fraude niet te na gesproken : Van der Biest. En vermits de opdrachtgever nog steeds niet is opgepakt, is ipso facto bewezen dat dat Van der Biest is. Zoals Walter al in 1994 op de voorpagina van De Morgen heeft beweerd. Helaas gelooft hij dat dus zelf niet meer. Zeker niet na afloop van een hilarisch debat met onze chef-Wetstraat in het Switel in Antwerpen.
De avond was georganiseerd door de befaamde Stichting Hugo Coveliers, en de zo al ingewikkelde discussie werd extra gecompliceerd door het feit dat gespreksleider Frans Strieleman kennelijk niet wist dat André Cools dood was. Frans begreep niet waarom er zoveel vragen over de leider van de PS werden gesteld aan de twee praatgasten, en trachtte het gesprek telkens terug te brengen naar wat hij meende dat het thema was : ?Is de pers belangrijk ??
Aangezien het talrijk opgekomen publiek maar al te goed wist wat het echte meningsverschil was tussen Van Cauwelaert en De Bock, en Strieleman duidelijk niet, was het effect bijzonder grappig. De Bock en onze chef-Wetstraat lieten de moderator in zijn waarde en gingen pas na afloop in de bar met elkaar in de clinch. Waar na het nuttigen van enkele glazen onze chef-Wetstraat met de vuist op tafel de schuld van Van der Biest staande hield, en Walter luidkeels uitschreeuwde dat het de hebberigheid en de aangeboren drang naar corruptie van de socialisten was die tot deze gruwelijke misdaad had geleid.
Totaal verward stapte Walter daarna de nacht in, twijfelend aan zichzelf en aan alle onzin die hij in het verleden had gepubliceerd. De volgende dag schreef hij een halve pagina vol om er op te wijzen dat het verband tussen de affaire Agusta en de moord op Cools nu wel voor iedereen zonneklaar was. En hij prees mevrouw Ancia voor haar snelle en efficiënte onderzoekswerk.
Onze chef-Wetstraat voerde in die dagen enkele discrete gesprekken met Neufchâteau, telde A bij B op, en kwam tot de conclusie dat het verdonkeremanen door de Van der Biest-clan van kluizen vol gestolen aandelen het liquideren van André Cools noodzakelijk had gemaakt. Het ultieme bewijs vond hij in het feit dat Anne-Marie Lizin het tegenovergestelde beweerde.
Koen Meulenaere