De herfst waait over onze Vlaamse kust. Zonovergoten stranden hebben plaatsgemaakt voor gure golven en opwaaiend zand. De laatste toeristen trekken richting binnenland. De Noordzee is voor enkele maanden weer alleen van de zeelui. Wij mochten aan boord bij drie Belgische zeebonken.
Danny Deramoudt (49) Schipper op de O.62Dini
Het is 6.30 uur. De werkdag van schipper Danny Deramoudt zit erop. ‘Elke nacht ga ik met het schip O.62Dini de Noordzee op. Ik vertrek rond zeven uur ’s avonds en vaar tien uur later de haven weer binnen. Wanneer onze vangst is uitgeladen en het schip is aangemeerd, kan ik naar huis. Mijn bed in.’
Danny werkt zes nachten per week. Maar de duisternis heeft geen invloed op zijn gemoed. ‘Ik hou van mijn werk. Onze bemanning is een familie die lief en leed met elkaar deelt. Ik ben nog nooit met tegenzin aan boord gestapt. En ’s nachts werken vind ik helemaal niet erg. Wanneer ik ’s morgens aanmeer, staan de mensen mij al op te wachten. Zo kan ik meteen een praatje maken.’
Visser zijn is meer dan een beroep. Voor Danny is het een manier van leven. ‘Vroeger hadden veel zeelieden last van bijgeloof. Regels die nooit overtreden mochten worden wanneer we op een boot zaten. Zo kwam er geen krentenbrood aan boord. Dat bracht ongeluk. En stond er een priester op de kade als de haven binnenvoer, dan moest je weer omkeren. Of alle bijgeloof verdwenen is? Nee! Schippers krijgen het nog altijd koud als iemand hen “een goede vangst” wenst. Dan is de kans groot dat ze met lege netten terugkeren.’
Frank Desmit (59) Garnaalvisser
‘Onze boot is als een familielid. Zij zorgt voor ons. Wij zorgen voor haar. En hoe ouder ze wordt, hoe meer zorgen.’ Visser Frank Desmit vaart al meer dan veertig jaar. Samen met zijn broers Lorenzo en Albert vist hij alle dagen van de week op garnalen. Elke nacht vaart hij uit. ‘Mijn broers en ik zijn zogeheten generatievissers’, grijnst Frank. Zijn gouden oorbel glinstert in de herfstzon. ‘Wij hebben alles geleerd van onze pa. We varen al sinds onze tienerjaren. Als we een dag aan wal moeten blijven, worden we zenuwachtig. Soms vraag ik me af of er geen zeewater in plaats van bloed door onze aderen stroomt.’
Frank heeft het vissersberoep zien veranderen. ‘Er zijn heel wat regels en beperkingen bij gekomen. Maar ook veel goede dingen. De sonar, bijvoorbeeld. Vroeger moesten we met kaarten bepalen waar zandbanken lagen. Tegenwoordig wijst een machientje ons de weg.’
Desmit en zijn broers zijn bekend in de Oostendse visserswereld. ‘Toen regisseur Gilles Coulier aan het scenario van zijn film Cargo schreef, liep hij geregeld bij ons langs om verhalen of tips te sprokkelen. Ons schip De Broodwinner zit ook in de film.’
Of Frank vaak aan zijn pensioen denkt? ‘Nooit. Ik ben 59 jaar. Normaal gezien mag ik volgend jaar met pensioen. Maar ik ga blijven varen. Ik kan onze boot toch niet achterlaten.’
Bart Jacobs (52) Praktijkleraar nautische technieken aan het Maritiem Instituut in Oostende
Bart Jacobs leefde twintig jaar lang op zee. Eerst als visser, daarna als schipper. Zijn job bracht hem onder andere naar India, Verenigde Arabische Emiraten, Iran en Jamaica. Maar in 2006 ruilde hij zijn avontuurlijke leven in voor een vaste baan in het onderwijs. ‘Vroeger werd de schippersstiel doorgegeven van vader op zoon’, vertelt Bart. ‘Maar schippersfamilies zijn zeldzamer geworden. Wie tegenwoordig de kneepjes van de visserij wil leren, moet aan een lange zoektocht naar leermeesters beginnen of zich aan ons instituut inschrijven.’
Jacobs toont ons trots het opleidingsschip waarmee zijn leerlingen en hij elke dag uitvaren. ‘Het zeemansleven is niet voor doetjes. Het is hard werken. Lange dagen maken. En professionele tegenslagen kunnen verwerken. In onze praktijklessen worden aspirant-zeevaarders elke dag de zee opgestuurd. Wind, regen, vrieskou, storm… Er zijn maar weinig dagen dat we niet uitvaren. Enkel zo kun je weten of je van dit leven je beroep wilt maken. Want in warme klaslokalen en computergestuurde bootsimulatoren kun je dat niet leren.’
Of zijn leerlingen allemaal ontluikende ruwe zeebonken zijn? ‘Bijna allemaal. Sinds dit jaar heb ik ook een vrouwelijke leerling. Als zij afstudeert, zal de ongeschreven zeemansregel ‘Geen vrouwen aan boord’ dus moeten worden aangepast.’