Vorige week. Paginagroot. De Vlaamse kwaliteitskranten: ‘Vrees voor meer aanslagen van Al-Qaeda in Saudi-Arabië’ en ‘Al-Qaeda moordt in oliestad Khobar’. Geen vraagteken in de buurt. De Man met de Witte Tulband en de Lange Baard had weer toegeslagen.

Voor de vierde keer in enkele weken tijd hadden islamistische terroristen dood gezaaid in Saudi-Arabië. Twintig slachtoffers, niet-moslims én moslims. Voor Riyad is er geen zweem van twijfel: Osama Bin Laden heeft het op de Saud-dynastie en de olie-industrie gemunt. Washington, unisono: Al-Qaeda! Wij beamen beaat.

En als het nu eens niet Al-Qaeda was?

Washington heeft er alle belang bij te doen geloven dat Al-Qaeda een terroristische internationale is die wereldwijd aanslagen en gijzelingsacties beraamt. Dat verantwoordt de mondiale coalitie tegen het terrorisme onder Amerikaanse leiding en dat onderhoudt in de Verenigde Staten een sfeer die – suggereren Democratische kwaadsprekers – de Republikeinen van president Bush goed van pas komt in de electorale nek-aan-nekrace.

Saudi-Arabië heeft er ook alle belang bij te beweren dat de terroristen geen thuisteelt zijn. Het komt de religieuze ulema’s goed uit om te zeggen dat het probleem van elders komt en dat er niks mis is met de intolerante wahabitische versie van de islam die zij prediken. En de Saud-dynastie die, zoals elk regime in transitie, geprangd zit tussen de noodzaak tot hervormingen en de vrees voor chaos, kan best een externe vijand gebruiken om de binnenlandse eensgezindheid rond het koningshuis te bewaren.

O ja, ook Al-Qaeda zou er belang bij hebben dat wij dat allemaal geloven, want dat maakt Osama Bin Laden tot een nieuwe Saladin – in plaats van een sekteleider, wiens jihadistische fantasiewereld tot mislukken is gedoemd.

Het terrorisme zet, net als elke andere obsessie, ons verstand op nul. Nooit eerder in de geschiedenis beschikten we over zoveel informatie. Maar van homo sapiens zijn we geëvolueerd tot homo zappens. Tonnen informatie worden er over ons uitgestort, maar we ontberen de wijsheid om dat allemaal te ordenen in ons hoofd. En dus gedragen we ons als schapen. We horen Al-Qaeda? We zeggen Al-Qaeda!

Al-Qaeda, ik schreef het hier tot vervelens toe, bestaat niet meer. Wat ooit een strak georganiseerd netwerk was, is nu nauwelijks meer dan een idee, een vaandel, waarachter talloze lokale en regionale terroristische splintergroepen schuilgaan, in vele landen, in vele continenten. Die wachten heus niet op instructies van Bin Laden. Zij worden voortgedreven door lokale frustraties en omstandigheden, weliswaar gecombineerd met een vaag gevoel van solidariteit met medemoslims over de hele wereld – waar Bin Laden gretig gebruik van maakte.

Saudi-Arabië vormt geen uitzondering. Waarom zou het? Sinds het einde van de jaren negentig en vooral na 11 september zijn ook in dit land tal van lokale jihadistische groepen ontstaan, met dezelfde kenmerken als soortgelijke groepen in de rest van de wereld. Het gaat om kleine splintergroepen, soms enkelingen, die opereren in los verband, zonder veel contacten met de buitenwereld. Het zijn kleinhandelaars in terrorisme. Ze boren hun eigen reservoir van boze, gedesillusioneerde jongeren aan. Steun van een terroristische multinational hebben ze niet nodig.

Telkens als we in koor Al-Qaeda roepen, bevestigen we die mythe. Een mythe die het de hervormers in de Arabische wereld weer wat moeilijker maakt. Een mythe die een lokale extremist sterkt in zijn alleen-op-de-wereldgevoel en hem de illusie geeft bij een machtige organisatie te horen – áls hij de daad bij het woord voegt.

Rik Coolsaet

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content