Op 16 december wordt de transistor 60 jaar. De beroemde halfgeleider zal nog niet zo snel verdwijnen, al doet hij erg zijn best: hij wordt met de dag kleiner. En daardoor uw gsm en laptop ook.

Het waren William Shockley, John Bardain en Walter Brattain die in 1947 de allereerste transistor in elkaar knutselden. Een bescheiden begin, aanvankelijk vooral bedoeld om audiosignalen te versterken. De allereerste commerciële toepassing van de transistor was dan ook het elektronische hoorapparaat, dat in 1953 op de markt kwam. De volgende mijlpaal waren de transistorradio’s, met in de allereerste modellen welgeteld vier transistors.

Voor techneuten klinkt dat allicht voorhistorisch, want intussen heeft de transistor op erg overtuigende wijze zijn nut bewezen als schakelaar – in een microscopisch kleine variant weliswaar. In die hoedanigheid zitten transistors tegenwoordig met honderden miljoenen tegelijk op de chips die het hart vormen van een hele waslijst van elektronische apparatuur, van computers tot gsm’s. Maar ook auto’s, vliegtuigen en elektrische tandenborstels zouden niet meer starten zonder transistor.

Het feit dat transistors steeds kleiner worden en steeds sneller werken, zorgt voor almaar sterkere pc’s en vlottere laptops. Een sprekend voorbeeld: Intel, nu de grootste computerchipsproducent ter wereld, bracht zijn eerste chip op de markt in 1971. Het ding telde 2300 transistors van elk 10.000 nanometer (een nanometer is een miljardste van een meter). De allernieuwste Intelchip bevat 820 miljoen transistors, die elk nog amper 45 nanometer groot zijn. Nog een weetje voor als het te stil wordt tijdens het kerstdiner: een transistor schakelt 300 miljard keer aan en uit per seconde.

Gordon Moore, een van de stichters van Intel, verkondigde in 1965 al dat het aantal transistors op een computerchip elk jaar zou verdubbelen. Die uitspraak is zó waar gebleken dat ze tot ‘de wet van Moore’ werd gebombardeerd. De jongste jaren zag het er even naar uit dat de grenzen bereikt waren. Chips werden zó dun dat er stroom begon te lekken. Maar begin dit jaar kwam alweer Intel op de proppen met nieuwe materialen – een geheim metalenrecept! – zodat we er weer voor een paar jaar, of zelfs decennia, tegen kunnen.

SLIMME PILLENDOOSJES

Waar dat allemaal bedacht en gemaakt wordt? In Silicon Valley, in California, waar Intel en andere computerbedrijven gevestigd zijn. Maar onze eigen regio blijft niet achter. In het Nederlandse Veldhoven, dicht bij Eindhoven, zwaait het bedrijf ASML de plak. Het bedrijf maakt kamerbrede machines waarmee andere bedrijven op hún beurt computerchips vervaardigen. ASML ging in 1984 van start als een kleine dochter van Philips, maar heeft het ondertussen tot internationale marktleider in zijn branche geschopt.

ASML werkt nauw samen met Imec, het Leuvense onderzoekscentrum voor nanotechnologie. Imec is een onderzoeksplatform waar hightechspecialisten uit allerlei internationale topbedrijven de koppen bij elkaar steken. Twee jaar geleden kreeg het een zusterbedrijf: het Holst Centre, ook al in Eindhoven. Beide instellingen bereiden de weg voor de hightechindustrie, door alvast na te denken over intelligente microsystemen – graag ook draadloos natuurlijk, en gebruikmakend van allerhande sensoren.

Het mag duidelijk zijn dat de transistor nog láng niet heeft afgedaan. Een blik op de toekomst? Slimme medicijnverpakkingen, die om de tien minuten een geluidssignaal geven als u uw pil vergat in te nemen. Of een lichtgids in openbare gebouwen, zoals in ziekenhuizen: bij een machine aan de receptie toetst u in waar u moet zijn, en oplichtende vloertegels wijzen u vervolgens de weg heen en ook terug. Een marktpotentieel van miljarden euro’s, met andere woorden, want futuristische toepassingen van de transistor zijn legio. Maar: nog even geduld.

Iets wat wél al klaar is om in 2008 de Italiaanse markt te veroveren, is de Readius. Een soort gsm met internetfaciliteiten, maar dan met een openklapbaar schermpje. Een hightechboek, zeg maar. Volgens producent Polymer Vision, een dochter van Philips, is het een kwestie van tijd voordat de Readius Europa helemaal verovert. Het rijke segment van de markt dan toch, want zo’n uitklapbaar kleinood zal waarschijnlijk een dikke 600 à 700 euro kosten.

DOOR CELINE DE COSTER

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content