Alles kan niet meer in de gezondheids- zorg, vindt professor Katrien Kesteloot.

Er is schaarste in de gezondheidszorg, we moeten nu keuzes maken. Zo oordeelt professor in de gezondheidseconomie Katrien Kesteloot van de KU Leuven.

KATRIEN KESTELOOT : De jongste jaren moeten de Maastrichtnormen worden gehaald, er is minder economische groei, de bevolking veroudert, er zijn nieuwe technieken, medicijnen. De schaarste in de gezondheidszorg dwingt nu tot keuzes. Maar hoe gaan we die maken ? Daar komt de idee van de maatschappelijke aanvaardbaarheid van de zorg vandaan.

De maatschappij moet kiezen wat nog wel en niet kan. Dat hangt ook af van evoluties in de technologie, van culturele elementen. In sommige landen is roken of drinken een criterium voor de plaats op de wachtlijst van long- of levertransplantaties. Nederland voerde een groot maatschappelijk debat over euthanasie. De Commissie- Dunning moest er de overheid adviseren over de keuzes in de gezondheidszorg.

Welke oplossing vond die commissie voor het probleem van de economische schaarste ?

KESTELOOT : In de totale gezondheidszorg maken de Nederlanders een onderscheid tussen een basispakket, dat voor iedereen tegen een lage prijs beschikbaar is, en een aanvullend pakket, dat enkel via de privé-markt kan verzekerd worden. Tandheelkunde voor kinderen zit in het basispakket, tandheelkunde voor volwassenen in het aanvullend.

Kan een overheid kiezen zonder maatschappelijk debat ?

KESTELOOT : In België bestaat geen debatcultuur. Maar de eerste stap is in Vlaanderen nu gezet : we zijn ons bewust van de schaarste. Patiënten kunnen niet alles eisen van de arts. Zorg moet maatschappelijk verantwoord zijn.

Hoe werkt het Nederlandse model ?

KESTELOOT : De Commissie-Dunning beoordeelt interventies op grond van vier criteria. Is de zorg noodzakelijk om te kunnen blijven functioneren ? Is er een effectieve remedie mogelijk ? Indien ja, hoe kunnen we zo efficiënt en budgetvriendelijk mogelijk interveniëren ? En kan de interventie onder de verantwoordelijkheid van het individu vallen ? Soms kan dat, omdat de medische ingreep, bijvoorbeeld, goedkoop is. Als de interventie te duur uitvalt, of bij chronische aandoeningen, moet de verantwoordelijkheid van de maatschappij spelen. Interventies moeten dus een trechter doorlopen, met vier sleuven. Raken ze erdoor, dan maken ze deel uit van het basispakket 80 tot 85 procent van de interventies zit daarin.

Engeland pakt de schaarste anders aan.

KESTELOOT : Engeland voerde een purchasor provider split, een splitsing tussen de aankoop en het verstrekken van zorg. Per regio is een District Health Authority verantwoordelijk voor de aanschaf van gezondheidszorg voor de burgers.

Maakt de trechter van Dunning een deel van de zorg dan niet alleen nog toegankelijk voor wie genoeg geld heeft ?

KESTELOOT : In Nederland is het basispakket voor iedereen toegankelijk. Wat erbuiten valt, is heel goedkoop, of niet efficiënt te organiseren. Soms is de effectiviteit van de behandeling onvoldoende bewezen, zoals bij homeopathie. Zo’n behandelingen stoppen ze in het aanvullende pakket. Andere mogelijke selectiecriteria zijn : de zorg niet langer toegankelijk maken voor burgers boven een bepaalde leeftijd, of inkomen. In sommige landen worden bepaalde ingrepen maar tot een bepaalde leeftijd terugbetaald.

De federale regering voert nog een andere politiek, die van de lineaire besparingsmaatregelen. Daar ben ik niet voor te vinden. Als men bij de rust- en verzorgingstehuizen lineair twee procent van het budget aftrekt, komen ze serieus in de problemen.

Wat denkt u van leeftijd als criterium ?

KESTELOOT : Dat is geen goed criterium. Maar als een behandeling bij een tachtigjarige geen enkele kans op slagen heeft, moeten we misschien toch soms leeftijd als criterium hanteren. We moeten de situatie ook individueel bekijken, want de ene tachtigjarige is de andere niet.

Minder geld, minder kwaliteit, toch ?

KESTELOOT : Nee. Het beperken van de middelen stimuleert mensen na te denken over een efficiëntere organisatie. Maar we gaan onder druk van de schaarste niet louter kiezen op grond van kosten. Het zal niet zo zijn, dat we het duurste niet meer zullen doen. Bijvoorbeeld, naar het levenseinde toe, bestaat de stelling : euthanasie is een goede oplossing, want dat kost het minste. Dan zeg ik : euthanasie is niet altijd de goede keuze. Als de persoon doodgaat, heb je geen kosten, maar ook geen kwaliteit meer. Kwaliteit en prijs moeten voortdurend afgewogen worden.

In sommige landen adviseren gezondheidseconomen de overheid bij keuzes in de gezondheidszorg.

KESTELOOT : Sommige landen hebben een Institute for Health Technology Assessment. Zo’n instituten evalueren technologieën (van apparaten, pilletjes, procedures, materiaal, tot organisatiesystemen) op al hun maatschappelijke dimensies. Ze bestuderen niet alleen effecten en kosten, maar ook de ethische, juridische, legale, sociale implicaties.

Moet meer aandacht geschonken worden aan het economisch aspect bij de opleiding van de ziekenhuistop ?

KESTELOOT : In ons land kunnen universitair afgestudeerden al een specifieke opleiding volgen, die ruim aandacht besteedt aan het economische aspect. De KU Leuven organiseert hiertoe de gespecialiseerde opleiding Management en Beleid van Gezondheidszorg.

Katrien Kesteloot : Het beperken van de middelen zet mensen aan na te denken over een efficiëntere organisatie.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content