Kiest Taiwan voor de confrontatie met China?

Tsai Ing-wen wil het status-quo met China bewaren. Maar zal de radicale vleugel van haar partij dat aanvaarden? © Reuters

Het eiland dat door Peking als een afvallige provincie wordt beschouwd, kiest wellicht voor een separatistische presidente. Dat is niet zonder risico.

‘Wij gaan winnen’, scanderen de aanhangers van de Taiwanese presidentskandidate Tsai Ing-wen enthousiast wanneer ze haar speech begint. Enkele aanhangers ratelen met spaarvarkens, om te tonen dat hun Democratische Progressieve Partij (DPP) opkomt voor de kleine man. Op 16 januari neemt de DPP het op tegen de zittende Kuomintang (KMT). De uitslag kan de verhoudingen met China danig overhoophalen.

Sinds de Chinese burgeroorlog van 1949, waarbij de Chinees-nationalistische Kuomintang het vasteland ontvluchtte en de Taiwanese hoofdstad Taipei tot officiële hoofdstad van China uitriep, onderhouden het kapitalistische eiland en het communistische vasteland gespannen relaties. Zittend president Ma Ying-jeou voert echter sinds 2008 een opmerkelijke politiek van toenadering. Afgelopen november kwam het zelfs tot een officiële ontmoeting met de Chinese president Xi Jinping.

Die toenadering lijkt een hereniging met het communistische vasteland echter niet dichterbij te brengen. De DPP, die de formele onafhankelijkheid van Taiwan beijvert, haalt 40 tot 45 procent in de peilingen. De officiële KMT-kandidaat Eric Chu haalt 20 à 25 procent, voormalig KMT-partijtopper James Soong blijft steken op 15 procent. Bij de parlementsverkiezingen, die op dezelfde dag plaatsvinden, zijn de verschillen kleiner. Toch is secretaris-generaal Joseph Wu overtuigd dat zijn DPP ook daar zal winnen. De KMT, die sinds 2004 onophoudelijk een absolute meerderheid behaalde in het parlement, heeft de voorbije jaren veel van zijn pluimen verloren. De economie groeide in 2015 met amper één procent. Salarissen stagneren, de jeugdwerkloosheid stijgt en het leven wordt voor veel middenklassengezinnen te duur. Bovendien is de partij ook intern verdeeld.

De voorbije jaren voerde de Communistische Partij van China een politiek van voorzichtigheid en economische integratie met Taiwan. Maar die politiek slaat op het eiland niet aan. Volgens een opinieonderzoek van de Universiteit van Taipei noemde in 1992 nauwelijks 18 procent van de eilandbewoners zich Taiwanees, terwijl 46 procent zich zowel Taiwanees als Chinees voelde. Vandaag noemt 59 procent zich exclusief Taiwanees, terwijl nog maar 34 procent zich met de beide identificeert. Vooral jongeren zien China als een vreemde mogendheid.

Bovendien neemt China momenteel een veel forsere houding aan. Tsai heeft China en de Verenigde Staten al bezworen dat ze het status-quo met het vasteland wil bewaren. Toch kan er heel wat fout gaan. Een zekere schreeuwerigheid is de Taiwanese politiek immers niet vreemd. De kans dat Tsai met die dure eed onder vuur komt te liggen bij de radicale vleugel van haar partij, is niet denkbeeldig. In China kan Xi dan weer opgestookt worden door meer militaristische partijgenoten, die vinden dat China de voorbije jaren te geduldig is geweest met de opstandige kleine broer.

Zowel China als Taiwan maken vergelijkbare aanspraken in de Zuid-Chinese Zee. Een Taiwanese regering die zijn aanspraken kracht bijzet, zou in China al snel als een provocatie opgevat kunnen worden. Voor de onafhankelijkheidsgezinde Tsai Ing-wen wordt dat de voornaamste evenwichtsoefening.

© The Economist

Veel Chinezen vinden dat het land te geduldig is geweest met het opstandige Taiwan.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content