Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Wanneer wij nog eens een gedicht publiceren, willen vele lezers weten. Allez, vooruit dan maar. Omdat jullie aandringen.

In de euforische overweging

dat het mogelijk is mezelf te overstijgen,

wij, jij en ik, met zijn tweeën

te ontsnappen door de kier

van een dure eed,

ons verbond dat het leven afzweert,

en de mensen en hun sterven,

Moeide zich plots een

post-coïtale droefheid

door er nonchalant aan toe te voegen:

Misschien.

Zo is denken geen zegen meer,

zo is denken de poort

wijd openzwaaien naar het sterven

en luidkeels gillen:

Hier ben ik! Ik ben

een ingewijde.

Hahahaha! Ja maar, hebt u al ooit zo hard gelachen? Reynebeau! In Spelbederf, het stilaan beruchte dichtbundeltje uit 1980. En pas op, we hebben er hier nog een paar liggen. Humor kent soms zijn eigen grenzen niet. Vroeger was Knack ‘voor mensen die denken’, maar daar zijn wij van afgestapt, sinds denken geen zegen meer is, maar de poort wijd openzwaaien naar het sterven en luidkeels gillen: ‘Hier ben ik!’ ‘Oordeel nooit voor woensdag’, raden wij nu in alle bescheidenheid aan. En hebt u ooit een post-coïtale droefheid gekend die er nonchalant ‘Misschien’ aan toevoegde? Wij niet. Met wie deed Reynebeau het vroeger eigenlijk?

Dat het wat magertjes was, dat kreeg onze gewezen chef-boeken te horen op zijn eerste trimesteriële evaluatie bij de kwaliteitstabloid De Standaard. Die stukken over Hergé, Congo, en de Vlaamse identiteit spraken niet echt tot de verbeelding, in verband met zijn columns viel het woord ’triviaal’, en zijn trip naar Rwanda had weinig indruk gemaakt. Een interview met zuster Goddelieve van de missiepost van Maria Boodschap, dat was niet meteen waarop de lezer van De Standaard zat te wachten bij de herdenking van de genocide van ’94. Temeer omdat in Knack Chris De Stoop een exclusief en weinig verbloemend onderhoud had met Paul Kagame, massamoordenaar en boezemvriend van Guy Verhofstadt. Wij zullen het hier niet hebben over het eerbiedige interview dat Reynebeau zelf afnam van Vlaams-Blokvoorzitter Frank Vanhecke.

De opdracht was duidelijk: dringend met iets sensationeels uitpakken, of hij kon weer bij Friedl’ Lesage gaan vertellen dat het was omdat de krant te populistisch en te autoritair werd. En toen kwam hij via contacten in de academische wereld op het spoor van een schandaal rond Patrick Janssens, ex-voorzitter van de SP.A en sinds vorig jaar burgemeester van Antwerpen. Na een nooit gezien bloedbad onder kameraden.

Voor de ploertenstreken die Janssens daartoe heeft uitgehaald, zijn geen woorden. Daarvoor moet zelfs Verhofstadt passen. De meeste gedupeerden zijn ondertussen wel gepaaid met een politieke job, maar niemand zal vergeten hoe Janssens zijn warme vriendin Kathy Lindekens een dolk in de rug plantte, en hoe liefst vijf vrouwen werden afgedreigd en gechanteerd om een electoraal pluimgewicht als Robert Voorhamme aan een baan te helpen.

Wie zo met macht omgaat, moet niet verwonderd zijn dat hij op een dag van het eigen laken een pak krijgt. En dus dook Reynebeau met de hulp van een bevriende accountant in de boeken van het reclamebureau dat Janssens leidde vóór hij in de politiek stapte, en van wat hij daar zag, begonnen niet alleen zijn ogen te knipperen.

Onze chef-boeken, die een klassieke opleiding heeft genoten, riep ‘Eureka’, spoorde zo snel als het openbaar vervoer het toeliet terug naar Groot-Bijgaarden, en ratelde als een bezetene een vlammende aanklacht op papier. Daarbij schuwde hij geen hoge woorden. Fiscale en sociale fraude, aanvullende salarissen, geheime premies en zwarte bonussen, Reynebeau hield zich allerminst in. Zelfs een handel in illegale Polen ging hij niet uit de weg. Om uiteindelijk af te sluiten met zijn conclusie: de dag dat het gerecht zich buigt over de vroegere boekhouding van Patrick Janssens, zit Hugo Coveliers weer als kandidaat-burgemeester in TerZake.

Een tevreden Reynebeau belde de zetterij dat ze bladzijde één moesten openhouden, en stapte met een zelfverzekerde grijns om de lippen het kantoor van Peter Vandermeersch binnen. Vast van plan ineens opslag te vragen. ‘Mijn mediapopulariteit straalt toch ook gunstig af op onze krant’, had hij als argument voorbereid.

Maar zo ver kwam hij niet. Vandermeersch las het artikel, scheurde het voor de verbouwereerde ogen van de auteur ervan in snippers, nam de telefoon, en belde Patrick Janssens om hem te vertellen waarvoor hij hem had behoed. En wat de wederdienst zou zijn? Toen Reynebeau met de staart tussen de benen weer in de gang stond, dacht hij met weemoed terug aan de populistische en autoritaire leiding van Rik Van Cauwelaert.

Een week nadien won hij de Persprijs van Dexia. Voor zijn ‘Beknopt woordenboek van de mondige burger’, een soort lexicon van de democratie dat in de aanloop naar de vorige verkiezingen in Knack verscheen. Een reeks die eigenlijk door zijn vriendin was gemaakt, en zo slecht was dat onze chef-Wetstraat zich genoodzaakt zag ze persoonlijk te herschrijven. Van Cauwelaert liet enkele begrippen weg, voegde er een paar andere aan toe, en van de termen die hij behield, veranderde hij de verklaring. En daarvoor heeft Reynebeau dus de Persprijs gekregen: de werkelijkheid overtreft nog steeds de fantasie. Dezelfde avond werden vier toplui van Dexia door het gerecht in verdenking gesteld wegens fraude.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content