In Jordanië weert koning Hoessein zich manhaftig voor het vredes- proces. Weldra is hij waarschijnlijk de enige die er nog in gelooft.
EEN BERICHT UIT AMMAN
Dertig jaar geleden, in de eerste helft van juni 1967, viel de toen nog jongere joodse staat Israël zijn Arabische buurlanden aan in een ?preventieve? oorlog die zes dagen duurde en de Arabische legers kansloos verpletterde. Israël nam van Egypte de Sinai en de Gazastrook, van Syrië de Golanhoogvlakte, van Jordanië Oost-Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever, ook genaamd de Westbank of Cisjordanië. Met feestelijkheden werd in Israël de voorbije weken het historische wapenfeit herdacht. Al heeft menige Israëli intussen geleerd dat het lastig kan zijn zich te bevrijden van wat men in zes dagen glorie gewonnen heeft. Dertig jaar na de feiten is Israël, ?Vredesproces voor het Midden-Oosten? of niet, nog steeds de bezettende mogendheid voor het gros van die ?Bezette Gebieden? abstractie gemaakt dan van de Sinaiwoestijn die na de Camp-Davidakkoorden in de jaren zeventig aan Egypte werd teruggegeven.
Discuteert Israël sinds enkele jaren over het voor en tegen, de modaliteiten en de afmetingen van een eventuele teruggave van de Bezette Gebieden (een teruggave die al tientallen jaren in dode letter gebleven VN-resoluties geëist wordt), en dit ?in ruil voor vrede? een gesprek waaruit de Conferentie van Madrid en, met het huidige vredesproces, de Oslo-akkoorden tussen Israël en de Palestijnen zijn voortgekomen , uit de handelingen van de huidige regering van premier Benyamin Netanyahu blijkt dat de consensus daarover in Israël zeker nog niet bereikt is. Integendeel : maand na maand stapelen de aanwijzingen zich op dat de Israëlische regering, net zoals ze zelf gezegd heeft, het principe van de ruil van ?land voor vrede? van haar voorgangers niet meer aanvaardt, en een zo groot mogelijk gedeelte van de in 1967 veroverde en bezette gebieden voor zichzelf wil houden. In de eerste plaats Oost-Jeruzalem, de voor de drie godsdiensten ?van het boek? heilige stad, en in de praktijk ook de Golan en grote stukken van de Westbank.
In de Jordaanse hoofdstad Amman daarover praten, is niet eenvoudig. De Jordaniërs laten zich niet pramen, en praten liever zelf. Meer dan de helft van de Jordaanse bevolking bestaat uit Palestijnen. De andere helft zijn bedoeïenen of Transjordaniërs mensen die in een recent verleden uit een traditionele agrarische levensstijl in een nieuwe wereld gezet werden waarin ze zich nog niet helemaal thuis voelen die zich de échte Jordaniërs noemen. Natuurlijk zijn er oude Palestijnse families, maar de meerderheid is er gekomen met de vluchtelingen, die van huis en grond verjaagd zijn door de Israëli’s. Een proces dat begon op het einde van de negentiende eeuw, en dat zijn reële omvang kreeg na de Tweede Wereldoorlog met de oprichting van Israel en de oorlogen : 1948, 1967, enzovoort. De beweging ging altijd naar het oosten. De opeenvolgende golven vluchtende Palestijnen vormen in Jordanië (en in de omliggende landen, Libanon, Syrië) nog steeds verschillende categorieën inwoners die, al dan niet vurig en volgens verschillende criteria, op een uiteindelijke terugkeer zitten te hopen. Van vriendelijke gevoelens tegenover Israël lopen die hoegenaamd niet over.
DE OUDE BETEKENIS VAN KONING
De Hasjemitische koning, Hoessein, speelt op verschillende manieren een hoofdrol in dit verhaal. Als zoon van koning Abdallah, telg uit een familie die van de profeet Mohammed afstamt en de titel en daarmee de verantwoordelijkheid van beschermer van Jeruzalem en de Heilige Plaatsen voert, en die indertijd niet alleen over Jordanië maar ook over Irak moest heesen, houdt hij aan dit alles misschien nog altijd herinneringen, nostalgie en relaties over. Een koning in de oude betekenis van het woord, die aan niemand tenzij zijn voorvaderen en de geschiedenis verantwoording verschuldigd is ; die een rijk en een troon te verdedigen heeft en heerst over een land waar geen burgers leven, maar onderdanen. Het spreekt vanzelf dat het verlies van de Westbank en vooral van Jeruzalem in 1967 voor deze man een slag was, waar hij zich redelijkerwijs niet bij kon neerleggen. Gesprekken tussen Hoessein en de Israëli’s meer speciaal Shimon Peres begonnen dan ook al jaren geleden, met de uitgesproken bedoeling een ?Jordaanse regeling? te vinden voor het probleem van de Westbank en misschien van heel de Palestijnse kwestie.
Dat werd ?de Jordaanse optie?. Die kwam erop neer dat de Palestijnen zich op één of andere manier maar met Jordanië moesten verstaan, terwijl Israël (voor de Palestijnen het oorspronkelijke thuisland) zou blijven zoals het was. Nu nog spookt de Jordaanse optie in verschillende vormen in de vredesgesprekken rond.
Veel mensen getuigen dat de uiterst beleefde en menselijke koning de kwaadste niet is. Op het einde van de jaren tachtig, nadat hij al decennia aan de macht was en verscheidene moordaanslagen, putschpogingen, oorlogen met Israël en andere avonturen overleefd had, liet hij zijn land met geleidelijkheid in democratische richting evolueren. Er kwam een parlement had dat niet véél te zeggen, dan toch een beetje , en méér was beloofd voor later. En meteen werden de islamistische Moslim Broeders in het parlementaire gebeuren opgenomen in de plaats van buiten de wet te blijven, zoals in Syrië of Egypte.
DE HASJEMIET DIE JERUZALEM VERLOOR
De Golfoorlog tegen Irak was voor Hoessein een ware val. Zijn geschiedenis, de ligging van zijn land, de stemming van zijn bevolking (allemaal traditioneel op goede relaties met Irak geöriënteerd), lieten hem niet toe zich zomaar aan de kant van de VS-alliantie op te stellen. Terwijl hij probeerde naar beide kanten de boot af te houden, viel hij bij de Amerikanen en hun onvoorwaardelijke volgelingen in ongenade, zodat de stroom van investeringen en hulp uit het Westen in hoge mate opdroogde. Het is maar toen het vredesproces op de oorlog volgde, dat de koning zich weer in de gratie van Washington wist te werken.
In dat vredesproces had en heeft Hoessein een hoop te verliezen. Hij heeft belangen in de Westbank en, zoals gezegd, bovenal in Jeruzalem. Hoe kan hij de geschiedenis ingaan als de Hasjemiet die Jeruzalem verloor aan de joden ? Hij heeft er ook belang bij dat er géén Palestijnse staat komt, aangezien elke onafhankelijke Palestijnse staat ten koste van Jordanië zou ontstaan. De Palestijnse elite in Jordanië zou immers allereerst dààrin gaan investeren, met reserves die aan Jordanië zouden onttrokken worden, en bovendien zou de staat zo goed als zeker ontstaan op grondgebied waarop Jordanië nog aanspraken heeft.) Dus toen, na de conferentie van Madrid, het Oslo-akkoord er ineens was, schrok de koning zich een hoedje. Maar eens de verrassing voorbij, heeft hij zich in het nieuwe vredesproces geëngageerd op een zo ondubbelzinnige manier dat hij in 1995 al een vredesverdrag met Israël kon sluiten. Aan zijn wantrouwige volk beloofde hij ?vredesdividenden? op economisch vlak en een betere toekomst. Met de Israëli’s begon een samenwerking in verscheidene projecten van transport en infrastructuur, die de aanvang moesten zijn van grootscheepse veranderingen in het Midden-Oosten.
Des te erger zit hij in het nauw sinds de regering van Bibi Netanyahu het hele vredesproces de facto heeft stilgelegd en eigenlijk bezig is het terug te draaien. Terwijl in Israël de Zesdaagse Oorlog gevierd werd, was het in Amman een komen en gaan van hoofdrolspelers die hun productie proberen te redden. De Palestijnse president Yasser Arafat kwam er op bezoek na zijn besprekingen in Caïro, waar de Egyptenaar Hosni Moebarak probeert een topontmoeting op poten te zetten tussen Arafat en Netanyahu. De dag erna passeerde, als per toeval, de vers verkozen nieuwe partijleider van de Israëlische Labour Party, ex-generaal Ehud Barak, de man van wie men verwacht dat hij de vrede, al dan niet na Netanyahu, écht zal binnenhalen.
Wat doet de koning, en waar wil hij naartoe met dat vredesproces terwijl de ?dividenden? er niet gekomen zijn, ondertekende overeenkomsten, zoals dat over water, met Israël slecht node en na veel gezeur door de Israëli’s uitgevoerd worden, en hij bij de Jordaniërs zelf van week tot week aan populariteit inboet ? Want die Jordaniërs nemen het niet dat hun koning, nadat een Jordaanse soldaat bij de grens zeven Israëlische schoolmeisjes doodschoot, zich officieel, op zijn knieën, bij de ouders van de vermoorde kinderen ging verontschuldigen een geste die hem in Israël zelf behoorlijk in de achting heeft doen stijgen , terwijl hij dat bij de ouders van dode Palestijnen of Jordaniërs nog nooit gedaan had ? Er wordt gewerkt op twee niveaus in Jordanië, en het is niet altijd evident hoe die niveaus met elkaar corresponderen.
HET GEVAAR OP EEN EXPLOSIE
Terwijl de koning, boven, aan zijn nieuwe Midden-Oosten werkt in de wetenschap dat het snel vooruit moet gaan want dat anders heel het proces zal ineenstuiken, en probeert langs alle kanten als koning zijn opties open te houden, wordt beneden de Jordaanse samenleving die toch al niet homogeen is, bewerkt door om zich heen grijpende armoede en ontevredenheid, door een stagnerende economie en structurele wijzigingen. Die laten de Transjordaniërs en bedoeïenen in de kou staan en dreigen grote delen van de bevolking in de armen van radicale islamistische groepen te jagen.
Om de protesten van die bevolking te smoren aan hun eisen kan hij niet voldoen , weet de koning niet anders te bedenken dan de begonnen democratisering terug te draaien. Daartoe worden perswetten uitgevaardigd die de luid schreeuwende tabloid-pers aan banden leggen en journalisten en uitgevers bedreigen, terwijl kranten een enorm kapitaal van 100.000 Jordaanse dinar moeten kunnen tonen (wat de kleine niet hebben), en ook niet partijgebonden of vanuit het buitenland gesteund mogen zijn. De vakbonden worden met afschaffing bedreigd, partijen ervan beschuldigd dat ze voor buitenlandse belangen werken. De koning, om kort te gaan, wil zijn handen vrij hebben om voort te gaan op het hogere vlak van de vredesonderhandelingen, zonder op het lagere niveau last te hebben van oprispingen van zijn oppositie.
?Een gevaarlijke situatie,? noemt Abdullah Hasanat van The Jordan Times het : blijft dit lang duren, en komt er geen beweging in het vredesproces, dan groeit het gevaar op een explosie. ?Die zal beginnen in Gaza of op de Westbank, en naar hier overslaan.?
Hoe groot het gevaar, en hoe klein de manoeuvreerruimte van koning Hoessein wel is, illustreert Riccardo Bocco van het Cermoc-studiecentrum voor het Midden-Oosten in Amman. Als het vredesproces bleef lopen, zegt die, zouden de mensen erin kunnen geloven en denken dat er nog iets positiefs uit te halen viel, genre Palestijnse staat in een of andere vorm of combinatie met Israël en Jordanië ook dààrin blijven alle opties open. Maar nu het stilligt, begint men te zien wie er de kosten van gaat betalen. Dat zijn, onder andere, de Palestijnse vluchtelingen in de buurlanden en, vooral dus, Jordanië, die in de bestaande akkoorden nergens vernoemd worden en die, in die logica, hun terugkeer naar het vaderland wel kunnen vergeten. En die dat dus niet zullen doen.
Dat is, verborgen onder de dynamiek van een nu stilgevallen beweging, bijna een samenzwering te noemen : onder andere uit de Europese Unie komen fondsen voor het ?welzijn? van de Palestijnse vluchtelingen. Om ze te helpen zich beter te vestigen, en te blijven waar ze zijn zodat ze, in Palestina zelf, de vrede niet in de weg zouden komen lopen. Met een meerderheid achter een mooie toekomst aanhollend, is het misschien mogelijk zo’n offers op de koop toe te nemen veel Palestijnen zouden tóch niet terug willen , maar als de mooie toekomst achter de horizon verdwijnt, blijven hier de bataljons voor de islamistische revolutie wonen. Dat is de inzet voor de koning, en de reden voor zijn haast.
Sus van Elzen
Er zijn nog bedoeïenen in Jordanië.
Water is een strategisch punt tussen Amman en Israël.
Tahar Masri : geen vrolijk uitzicht.