Het heeft geen haar gescheeld of Gwendolyn Rutten trok de Open VLD-lijst in Leuven. Nu voert de liberale coming lady als eerste opvolger campagne in de kleinste kieskring van Vlaanderen.

‘Wij kunnen tenminste nog stemmen op mensen die we kennen, en niet alleen op al die tiepen van op de televisie’, zegt Josiane terwijl ze een kiekske bestelt bij De Rijdende Kip. Hier in Aarschot vinden ze het best dat het arrondissement Leuven een aparte kieskring vormt zolang Brussel-Halle-Vilvoorde niet is gesplitst. ‘Daardoor kunnen wij ons ook richten op de specifieke problemen van het Hageland’, zegt Gwendolyn Rutten, de eerste opvolger op de Open VLD-Kamerlijst. Vooral dan het gebrek aan werk in de eigen streek. Het enige nadeel is wel dat hier maar zeven zetels te verdelen zijn. Al helpt het natuurlijk dat de liberalen het hier traditioneel goed doen.’

Rutten, die de kost verdient als kabinetschef van Vlaams minister-vicepresident Fientje Moerman, baant zich een weg tussen de kraampjes op de markt van haar hometown, en stopt de passanten flyers toe. ‘Je moet ergens beginnen, hè’, zegt ze. ‘En het leek me het best om mijn eerste campagneactiviteit te doen waar ze me kennen. Eerlijk gezegd zijn debatten meer iets voor mij dan markten.’

Weinig volk op de markt. Het is veel te druilerig. Een bejaard stel schuifelt op haar af. ‘Is de mama er niet bij vandaag?’ vraagt de man, terwijl hij zijn mandje prei even neerzet. Natuurlijk is die erbij. Moeder Rutten kent iedereen, praat met iedereen, en houdt daardoor geregeld de bescheiden verkiezingskaravaan op. ‘Ik was vroeger kinesiste, en mijn man heeft nog altijd een tandartspraktijk’, vertelt ze. ‘Dan ken je veel mensen, hè. Mijn man is ook heel actief in het verenigingsleven. Als hij ergens nog maar zijn hoofd laat zien, willen ze hem al voorzitter maken. Nochtans zijn wij niet van hier. Wij komen allebei uit Limburg. Mijn schoonvader was destijds burgemeester voor de liberalen in Kessenich.’ En dan stuift ze alweer op een verre bekende af om haar dochter aan te prijzen.

‘Gwendolyn? Is dat een Russische naam?’ vraagt een verfrommelde man. Rutten ontkent, legt geduldig uit waar haar naam vandaan komt. Een andere marktganger komt erbij staan, en vraagt ook een kaartje met haar foto. ‘Ik denk toch dat die naam eigenlijk Russisch is’, fluistert het mannetje. Daarna mompelt hij iets over Rik Daems, wat hij halverwege afbreekt. Daems was burgemeester van Aarschot tot de liberalen in 1994 uit de meerderheid werden geknikkerd, maar de mensen hebben niet opgegeven om zijn olijke belevenissen in de Wetstraat te volgen.

Inmiddels is het alweer jaren geleden dat Daems naar Leuven verhuisde, maar het is wel van hem dat de nabije politieke toekomst van Gwendolyn Rutten afhangt. Pas als hij een plekje krijgt in de regering of wordt weggepromoveerd, mag zij naar de Kamer. ‘Dat is niet erg’, zegt ze. ‘Ik wil in de eerste plaats mijn schouders zetten onder de verjonging van onze partij. Voor een mandaat heb ik nog tijd.’ In 2003 en 2004 was ze al kandidaat voor de Senaat en het Europees Parlement, maar dat was om te oefenen. Ondertussen is gebleken dat Rutten een van de sterkste liberalen van haar generatie is. Ze mag voorlopig nog over meer dossierkennis dan charisma beschikken, het is duidelijk dat haar toekomst niet op ministeriële kabinetten ligt. Net daarom werd ze dit keer wellicht nog geen lijsttrekker, want de partijtop beseft dat hij zich op dit moment niet kan veroorloven om veelbelovende debutanten ongewapend de vuurlinie in te sturen.

Rutten deelt nog een paar kaartjes uit. ‘Ik heb er al één’, mompelt iemand. ‘En als die naam niet Russisch is, dan waarschijnlijk toch van ’t Oostblok.’

DOOR ANN PEUTEMAN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content