‘Ik heb me voor “De kamer van Isabella” gebaseerd op de manier van vertellen van Marquez’, zegt theatermaker Jan Lauwers. Het resultaat is een prachtige voorstelling vol passie, dans, muziek en verhalen.

Info : ‘De kamer van Isabella’ van Needcompany van 22 tot 26/9 in het Kaaitheater in Brussel, op 19/1/2005 in CC Brugge, op 21 en 22/2 in De Vooruit in Gent, van 23 tot 26/2 in De Hallen van Schaarbeek en op 18/3 en 19/3 in deSingel in Antwerpen Info: Needcompany: 02 218 40 75 en www.needcompany.org

Op een warme zomeravond, tijdens het voorbije theaterfestival van Avignon, gonsde het op de binnenplaats van het prachtige Cloître des Carmes van de energie. Zelden zie je een voorstelling die zo aanstekelijk werkt en je verzoent met het leven als De kamer van Isabella van theatermaker en beeldend kunstenaar Jan Lauwers. Een hoogtepunt in vijfentwintig jaar theaterwerk – van de mensen die hij in 1979 onder de noemer Epigonen- ensemble rond zich verzamelde, tot de Needcompany, dat hij in 1985 oprichtte, nu.

Isabella Morandi, een glansrol voor Viviane De Muynck, is een vrouw die geboren werd in het begin van de twintigste eeuw. Op het moment dat ze haar verhaal vertelt, is ze bijna negentig jaar. Ze is blind en leeft teruggetrokken op een kamer in Parijs. Ze maakt deel uit van een experiment waarbij een camera rechtstreeks beelden in haar hersenen projecteert. Een voorstelling over met passie overleven, aanstekelijk gebracht door acteurs en dansers die Isabella en de voorbije eeuw in verhalen, dans en onweerstaanbare songs proberen te vatten. De aanzet voor het verhaal over Isabella was de dood van Jan Lauwers’ vader.

Lauwers: ‘De dood is natuurlijk een ingrijpende gebeurtenis, zeker als het om jouw vader gaat. Maar ik wou met deze voorstelling zeker geen troost zoeken of er een therapeutisch gebeuren van maken. Ik werd gewoon geconfronteerd met de collectie Egyptische en Afrikaanse kunst, duizenden objecten die mijn vader in de loop van zijn leven verzameld heeft. Daar kwam nog het besef bij dat wij in onze cultuur niet meer bezig zijn met elementaire dingen als zingen, dansen en verhalen vertellen. Dat maakt zo’n beschaving maar droevig. Door die elementen in de voorstelling te gebruiken, wordt ze heel licht en toegankelijk. Het gelaat van het kwaad is veranderd de laatste jaren. Het millennium van de leugen is voorbij, nu is het millennium van de angst aangebroken. En dat zou niet mogen. Ik had voor deze voorstelling nood aan heel menselijk contact. Ik heb mijn credo voor deze voorstelling samengevat in één woord: ‘Budhanton’, een samentrekking van Boeddha, Zorba De Griek en Antonius, van Antonius en Cleopatra. Contemplatie en gepassioneerde beheersing tegelijk. Zorba De Griek danst op het graf van zijn zoontje en zegt: ‘ We moeten doorgaan.’

Waarom bent u als regisseur zelf aanwezig op de scène? De Poolse regisseur Tadeusz Kantor deed dat ook altijd.

JAN LAUWERS: Ik wil met mijn aanwezigheid aantonen dat niks nog heilig is. De regisseur is dood verklaard. We kunnen nu van nul herbeginnen. Ik wil niet zo ver gaan als Michel Houellebecq die voorstelt om de mensheid af te schaffen en een nieuwe mens te creëren die enkel nog goed is. Het is moeilijk om optimistisch te blijven, om altijd maar excuses voor onze wandaden te verzinnen. Eigenlijk getuigt die fantastische collectie van mijn vader van niets dan ellende: de objecten zijn gestolen uit Afrika of uit Egyptische graven. Ze komen uit gebieden waar duizenden slaven vermoord zijn. Aan elk object kleeft bloed. Mijn vader hield daar geen rekening mee. De objecten stralen ook vervreemding uit. Ik vestig de aandacht van de toeschouwer op sommige objecten door er op de scène met een camera op in te zoomen. Zo kan de energie van bijvoorbeeld een voodoobeeldje op het publiek afstralen. Alle voorwerpen stralen kracht uit, omdat ze een heel leven vertegenwoordigen.

Je zou ook een camera op het hoofd van Isabella kunnen plaatsen, als het ware om haar gedachten te lezen.

LAUWERS: Ik heb lang met dat idee gespeeld. Maar dat krijgt zoiets hightech. Belangrijk is dat mijn protagonist een vrouw is. Er zijn in de toneelliteratuur te weinig hoofdrollen voor oudere vrouwen. Ik heb een vrouw gecreëerd die kiest voor een joie de vivre.

Isabella heeft ook een mannelijke kant.

LAUWERS: Dat is een probleem in onze maatschappij: wat is mannelijk en wat vrouwelijk? Het evenwicht is zoek, want religies hebben de vrouwen altijd onderdrukt.

Isabella zet zich af tegen haar vader, omdat ze zijn leugens afwijst. Je ziet ook verwijzingen naar uw Snakesong-trilogie: elementen als voyeurisme, macht en verlangen zijn in deze voorstelling sterk aanwezig. Is ‘De kamer van Isabella’ een synthese van uw werk?

LAUWERS: Die elementen zitten er allemaal in. Ik ben altijd sterk bezig met het leven en daardoor ook met de dood. Vroeger dacht ik net als Elias Canetti dat je de dood in het gezicht moet spuwen, maar nu denk ik eerder dat je ermee moet dansen. Het hoeft geen danse macabre te zijn.

Zowel de vader als Isabella hebben een verlangen: hij wil opgaan in de zee en zij verlangt naar een ander continent.

LAUWERS: Die parallel is mooi meegenomen. Maar ik ben er niet mee bezig als ik schrijf. Ik voel me ook geen schrijver, al heb ik al twaalf stukken geschreven. Mijn teksten zijn altijd functioneel. Aan deze tekst heb ik nauwelijks iets moeten veranderen. Hij lag meteen heel soepel in de mond van de acteurs, omdat ik hem op hun lijf geschreven heb. Eerst werk ik in de beslotenheid van mijn atelier, met de foto’s van de acteurs bij me. Bij de eerste lezing werden de acteurs in het Needlab met een klein publiek geconfronteerd. Ik noem me geen schrijver, maar ook geen regisseur. Ik ben een kunstenaar die soms met beeldende kunst, met theater of film bezig is.

De voorstelling brengt de toeschouwers in een soort roes, heb ik in Avignon ondervonden.

LAUWERS: We willen met de voorstelling, zoals bij popmuziek, onmiddellijke emoties losmaken. Het aandeel van de songs is daarin niet onbelangrijk. Ze zijn allemaal spontaan vanuit de groep gegroeid. Kunst is een uitwisseling van energie. Vroeger wou ik muziek zo weinig mogelijk gebruiken om gevoelens op te wekken. De laatste jaren is mijn opvatting daarover veranderd. En radicaal in deze voorstelling. Ik ben me bewust geworden van de impact die popmuziek heeft.

Er zit ook een politieke kant aan deze voorstelling.

LAUWERS: Ik huiver van het woord engagement. De overheid mag dat niet eisen. Kunst mag alles en moet niets. Misschien ziet men nu veel meer de politieke kant van mijn werk, omdat iedereen het begint te eisen. Maar het is er altijd geweest. En het is niet omdat het Vlaams Blok vermeld wordt, dat ik een moreel standpunt inneem. Ik ben geen kunstenaar die de wereld wil veranderen, maar ik heb wel een missie.

U maakt internationaal theater, met gebruik van andere talen. Maar hebt u het gevoel dat u bij ons voldoende geapprecieerd wordt?

LAUWERS: Dat zou beter kunnen. Mijn werk is soms maar op een paar plaatsen, in Brussel, Gent en Antwerpen, te zien. De overheid verwijt ons dat we te weinig aan publiekswerking doen. Maar dan zeg ik: geef ons zalen, plekken in Vlaanderen om ons werk te tonen. In Avignon stonden de organisatoren te drummen om ons te boeken.

Misschien vindt men uw werk te moeilijk, te associatief en te weinig verhalend, al kan je dat zeker niet over ‘De kamer van Isabella’ zeggen.

LAUWERS: Ik heb me voor deze voorstelling gebaseerd op de manier van vertellen van Marquez. Is hij zoveel minder goed dan Joyce, die me zo sterk beïnvloed heeft? Bij de voorstelling Images of affection, die ik twee jaar geleden maakte, ben ik gaan beseffen dat ik niet in een donker gat van hermetisme mocht verdwijnen.

Er zitten toch ook nog Joyciaanse elementen in deze voorstelling?

LAUWERS: Ik mag het hopen. Ik vermeld hem ook in de voorstelling. Arthur, de vader van Isabella, die van zijn vuurtoren in zee springt en terug aan land rechtopstaand een gedicht schrijft, verwijst dan weer naar Hemingway. Hij ging zwemmen en begon na zo’n zwempartij rechtopstaand te schrijven. Van Hemingway heb ik geleerd hoe je dialogen schrijft.

De voorstelling zit vol hommages.

LAUWERS: Ik situeer Isabella tegen de achtergrond van een hele eeuw. En daar situeer ik grote kunstenaars in die ik bewonder. Neem beeldend kunstenares Louise Bourgeois, die bijna een eeuw oud is. Dat is toch fantastisch? Eerst wou ik meer een verhaal over kunst schrijven, maar dat vond ik iets te veel koketteren. Ik ben een spons. Alles kan van pas komen. Veel dingen in de voorstelling zijn echt gebeurd. En toch is ze niet autobiografisch.

Bent u Isabella? Ze zit opgesloten in haar kamer in Parijs en overdenkt haar leven.

LAUWERS: Dat is de projectie van mijn eigen onrust. Het zou toch prachtig zijn om zoals Morandi je hele leven lang enkele flessen te proberen schilderen? Ik zou er gek van worden, maar het moet rustgevend zijn. Ik heb het nu nodig om veel tegelijk en kortstondig te doen.

Iedere acteur en danser vormt een aspect van Isabella?

LAUWERS: Ik heb veel gelezen over de werking van de hersenen. Over de linker- en rechterhemisfeer. Zelf probeer ik steeds vrouwelijker te worden, maar zonder chirurgische ingrepen. Ik ben enorm beïnvloed door vrouwen. Ze hebben ook de sterkste posities in mijn werk. Misschien schuilt daar de oplossing voor al het negativisme, de hardheid en het asociale in onze maatschappij: laten we de man eens een tijdje afschaffen. De ondertitel van de voorstelling luidt: ‘Laugh and be gentle to the unknown.’Geen angst hebben voor het onbekende.

Is uw visie op acteren in die vijfentwintig jaar dat u in het theater actief bent, veranderd?

LAUWERS: Bij de voorstelling Julius Cae- sar in 1990 heb ik voor het eerst met professionele acteurs gewerkt, waaronder Tom Jansen. Ik ben door hem naar het theater beginnen gaan. Toen heb ik bijvoorbeeld Maatschappij Discordia gezien. Jan Joris Lamers heeft het zijn op de scène een heel eigen vorm gegeven. Hij heeft me sterk aan het denken gezet. Ik had een hekel aan acteren. En nog steeds, omdat een personage vertolken zo vals is.

Vroeger nam ik kunst veel te ernstig. Nu speel ik ermee, zoals Lars von Trier in zijn film Dogville. De kamer van Isabella is bijna een film, terwijl Von Trier van Dogville een theatervoorstelling maakte. We moeten theater maken dat een menselijk gelaat toont en tegelijk de meest extreme dingen laat zien.

Paul Demets

‘Laten we de man eens een tijdje afschaffen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content