
Israël wil actie
De Israëlische premier Benjamin Netanyahu probeerde de Amerikaanse president Barack Obama ervan te overtuigen om samen Iran aan te vallen.
Benjamin Netanyahu legde Barack Obama op de topontmoeting maandag in Washington niet minder voor dan een ultimatum. Ofwel zorgen de Amerikanen ervoor dat Iran zijn atoomprogramma stopzet, ofwel doet Israël dat op zijn manier. Netanyahu en Obama zijn geen grote vrienden van elkaar. Het viel in Israël slecht dat Obama in de eerste jaren van zijn presidentschap probeerde om Netanyahu tot een akkoord met de Palestijnen te dwingen. Washington van zijn kant ziet met lede ogen hoe Israël ondertussen toch rustig verder nederzettingen bouwt op de Westelijke Jordaanoever.
De twee vertrouwen elkaar daarom voor geen meter. Voor Netanyahu is Obama nauwelijks meer dan een linkse intellectueel zonder ruggengraat die Iran uiteindelijk toch die bom laat maken. Obama van zijn kant verdenkt Netanyahu van dubbel spel. Hij weet uiteraard dat de Israëliër zich met de Republikeinen tegen hem heeft verbonden. De Republikeinen hebben van Iran een verkiezingsthema gemaakt en dat doen ze onder meer met het geld van de miljardair Sheldon Adelson die de ultraconservatief Newt Gingrich sponsort en een persoonlijke vriend is van Netanyahu. Als Netanyahu steun wil van Obama heeft hij daarvoor tot 6 november 2012 de tijd. Als Obama wordt herkozen, hoeft hij de Joodse lobby in Washington de volgende vier jaar niet naar de ogen te kijken.
Het probleem van Netanya-hu is dat Obama geen aanval op Iran wil, en zeker niet voor 6 november. Het is ook niet niks: zelfs de havik George W. Bush bedankte in 2007 voor steun aan een Is-raëlische aanval op een kernreactor in Syrië. Obama heeft geen zin in snel stijgende olieprijzen, die de prille economische relance in de wereld in gevaar brengen. Tegelijk zouden de Amerikanen hoe dan ook in weer een oorlog worden meegezogen, omdat Iran een aanval zou beantwoorden met raketten op Israël en op de Amerikaanse bondgenoten in de Perzische Golf.
Netanyahu blijft daarom herhalen: ‘Dit is 1938 en Iran is Duitsland.’ Hij gelooft dat Israël nog maar enkele maanden de tijd heeft, voor het Iraanse kernprogramma het punt heeft bereikt waarop een aanval nog weinig zin heeft: het moment waarop Iran over voldoende verrijkt uranium beschikt om een atoombom te maken. De Amerikanen van hun kant hebben meer tijd omdat ze over de vliegtuigen en het wapengerief beschikken waarmee ze ook installaties diep onder de grond kunnen raken. Israël wil verhinderen dat het zover komt, terwijl de VS pas willen ingrijpen als het zover is.
Dat staat nog los van de vraag of Israël de operatie technisch en tactisch alleen tot een goed einde kan brengen. In 1981 lukte het wel om met een minutieus geplande actie een kernreactor in Irak uit te schakelen Maar zelfs als het hele Iraanse atoomprogramma nu in één klap zou worden vernietigd, zou Teheran maar een jaar of vier, vijf nodig hebben om het weer op te bouwen. Dat zou Israël hoe dan ook alleen kunnen voorkomen met de militaire steun van de Amerikanen, die Iran vervolgens economisch en diplomatiek zouden kunnen dwingen om van een heropbouw af te zien.
Voor Netanyahu staat veel op het spel. Meer dan 80 procent van de Israëliërs wil geen aanval zonder de steun van de Amerikanen – en zelf wil hij dat eigenlijk ook niet. Zijn probleem is dat hij al zo veel heeft gedreigd, dat hij straks ongeloofwaardig wordt. Er komt een punt waarop hij niet meer terug kan.
© Der Spiegel