Zelfmoordaanslagen zijn hét wapen van het wereldwijde moslimterrorisme. Wat bezielt de opdrachtgevers? En de daders? En wat valt er tegen te beginnen?
Van de bars op Bali en de straten van Bagdad tot de stations van Madrid en de school van Beslan: steeds bloediger wordt het wereldwijde spoor van de terreur. De voorbije drie jaar zijn meer dan 1800 mensen bij zelfmoordaanslagen omgekomen – de beruchtste aanslag, die op het World Trade Center in New York en het Pentagon in Washington (bijna 3000 doden) op elf september 2001 is daar niet eens bij gerekend.
Niet alleen die hoge dodentol is zo angstaanjagend, ook de manier waarop de aanslagen worden uitgevoerd. Bijna alle aanslagen zijn het werk van ‘martelaars’ die er vooral op uit zijn zoveel mogelijk mensen mee de dood in te jagen. De zelfmoordaanslag is hét wapen geworden van het wereldwijde terrorisme in de 21e eeuw. Een nachtmerrie voor de hele mensheid: geen dreiging is zo onheilspellend en zo ongrijpbaar als die van een (on)menselijke bom.
Het zijn niet langer alleen mannen die zich voor God, volk en vaderland aan flarden laten rijten. Ook vrouwen, studentes en jonge moeders spelen hun perfide heldenrol. De springstoffengordel is het symbool geworden van een levensverachtend fanatisme dat voor westerlingen moeilijk te bevatten is. Want dat is nog een gemeenschappelijk kenmerk van de zelfmoordterroristen: ze zijn allemaal moslim en beweren hun strijd te voeren in naam van Allah en een ‘zuivere islam’. Is de islam dan medeverantwoordelijk voor deze terreur? Lokt hij makkelijker dan andere godsdiensten geweld uit? Of wordt ook hij brutaal gegijzeld door een minderheid van fanatici?
Zoals alle heilige boeken van het monotheïsme veroordeelt de koran uitdrukkelijk moord en zelfmoord. De koran predikt ook net als de bijbel de naastenliefde, verbiedt chantage en eist dat gelovigen de ‘niet-strijders’ – oude mannen, vrouwen en kinderen – ontzien en beschermen, ook in tijden van oorlog. Wel staan er in de koran, net als in de bijbel, citaten die als een oproep tot oorlog tegen ‘de anderen’ kunnen worden geïnterpreteerd.
Wat maakt de islam dan zo bijzonder? Wat onderscheidt hem van andere wereldreligies? ‘De islam is niet alleen een spirituele maar ook een politieke religie, een soort van morele handleiding voor het menselijke handelen’, zegt de Marokkaanse auteur Tahar Ben Jelloun, zelf een moslim. ‘Het is die totalitaire neiging die de islam zeer verleidelijk en tegelijk uiterst gevaarlijk maakt.’
Moses heeft zijn beloofde land nooit betreden. Christus stierf aan het kruis. Maar Mohammed was géén martelaar: in 630 veroverde hij met het zwaard en de rede zijn geboortestad Mekka en stichtte een nieuwe staat. Hij voerde een nieuwe rechtspraak en belastingpolitiek in en was een succesvol heerser. Hij stierf als held van een geloof dat in de eeuwen na zijn dood grote delen van de bekende wereld zou veroveren en tot een grote bloeiperiode in kunst, cultuur en wetenschap zou leiden. De islam legde zo de basis voor het superioriteitsgevoel van de moslims, die zichzelf als overwinnaars van de geschiedenis zagen.
Eeuwenlang zaten ze er met die zelfbeoordeling niet eens zo ver naast. Terwijl Karel de Grote met de Saksen en andere huttenbewoners aan het bakkeleien was, werden in het Oosten schitterende paleizen, openbare bibliotheken en ziekenhuizen gebouwd.
Maar de bloeiperiode van de islam, die was gekenmerkt door tolerantie en openheid tegenover andere culturen, eindigde in verstarring en dogmatisch denken. En terwijl Europa door de Renaissance, het humanisme (op basis van de door de Arabieren overgeleverde antieke filosofie en wetenschap) en uiteindelijk de industrialisering een enorme opleving kende, verwerden de grote kalifaten tot dictaturen, die hun macht legitimeerden met de islam. De ene nederlaag volgde op de andere, eeuwenlang, tot in de 19e eeuw Europese kolonisatoren de dienst uitmaakten in grote delen van het Ottomaanse Rijk. De diepste vernedering voor de Arabische moslims kwam in de 20e eeuw, toen in 1948 de staat Israël werd gesticht en vervolgens toen die aartsvijand in 1967 de verenigde Arabische legers versloeg.
Islamisme
Veel ontgoochelde moslims zagen alleen nog heil in het islamisme als ideologie – een terugkeer naar de zuivere oorsprong van de godsdienst – om weerwerk te bieden aan het decadente, goddeloze Westen. In de moslimlanden stonden intellectuele scherpslijpers op die de minderwaardigheidsgevoelens en frustraties van de moslims handig wisten te kanaliseren. Een van de eersten was de Egyptenaar Sayid Al-Qutb, die met de Moslimbroederschap de belangrijkste wegbereider van Al-Qaeda oprichtte en die in 1966 als ‘martelaar’ werd terechtgesteld.
Het moslimfundamentalisme is geen homogene beweging. Maar het heeft één groot strategisch voordeel: het kan de moskeeën als communicatienetwerk gebruiken. Net omdat de islam een godsdienst is die op álle levensdomeinen inwerkt, kunnen de predikers ook hun politieke boodschap in de moskee kwijt.
Het is de laatste jaren een gevaarlijke trend in de islamitische wereld: veel moslims, die zichzelf nu zien als de verliezers in een door de Verenigde Staten gedomineerde en geglobaliseerde wereld, bejubelen diegenen die ‘iets tegen het Westen doen’. Osama Bin Laden, de miljardair die in grotten woont en als geen ander Amerika en Europa angst weet aan te jagen, heeft in bijna iedere moslimstaat méér aanhangers dan de doorgaans corrupte leider van het land.
In alle lagen van de bevolking worden kandidaten gerekruteerd voor het nieuwe wapen, de zelfmoordaanslag, die meestal maar één enkel, pervers doel heeft: door zoveel mogelijk doden zoveel mogelijk angst creëren. Wie niet bang is voor een ‘wereldlijke straf’ of voor bovenaardse verdoemenis (of zelfs op een hemelse beloning rekent) is onoverwinnelijk. Hij laat zich door niets meer afschrikken, omdat hij voor zichzelf geen uitweg meer zoekt. Hij ziet zijn eigen leven alleen nog als wapen en is dader en slachtoffer tegelijk – en breekt daardoor met alle regels van de beschaving.
‘Het is de plicht van iedere moslim de Amerikanen en hun bondgenoten te doden’, schreef Bin Laden in zijn Verklaring van het Islamitisch Wereldfront. Dat hijzelf (nog) opdracht geeft tot bepaalde aanslagen, lijkt onwaarschijnlijk. Maar hij heeft een veelkoppig monster gecreëerd, een los verbond van met elkaar samenwerkende terreurgroepen die overal kunnen toeslaan. Bin Laden riep zijn geloofsbroeders op hun ‘heilige plicht’ te vervullen en de door het Westen in het nauw gedreven islam te verdedigen. Achter de grootsprakerige formulering gaat koele berekening schuil: Ayman Al-Zawahiri, de nummer twee van Al-Qaeda, verklaarde dat de zelfmoordaanslagen ‘de meest succesvolle methode zijn om de tegenstander de meeste schade toe te brengen zonder dat wij zelf veel verliezen lijden’. Die kosten-batenanalyse werd in een religieus kleedje gestopt: de zelfmoordaanslagen zijn de ‘belasting’ die elke trouwe moslim betaalt voor de oprichting van het toekomstige ‘wereldrijk’. De zelfmoordaanslagen zijn, volgens Al-Zawahiri, onderdeel van de heilige oorlog tegen de ongelovigen. En dat werd herhaald door Ramzi Binalshib, die mee de aanslagen van 11 september 2001 heeft gepland: ‘De jihad is een absolute noodzaak en eist bloed en afgerukte ledematen.’
Met traditionele wapens lijkt deze nieuwe vorm van terreur niet te bestrijden. Rusland heeft een enorm wapenarsenaal en duizenden atoomkoppen, maar het slaagt er niet in de slechtbewapende Tsjetsjeense rebellen met hun zelfmoordaanslagen onder controle te krijgen. 19 met zakmessen gewapende Al-Qaedaterroristen volstonden om de Verenigde Staten in het hart te treffen en de grootste supermacht van de wereld van politieke koers te doen veranderen. Zelfmoordterroristen slagen erin het toerisme lam te leggen, beurskoersen te kelderen en hele steden in angst onder te dompelen.
Nergens is die invloed beter merkbaar dan in Israël. De onophoudelijke aanslagen van Hamas, de Islamitische Jihad en de Al Aksa-Brigades hebben het dagelijks leven van de Israëli’s getraumatiseerd. Wie het zich kan permitteren, neemt niet langer het openbaar vervoer. Marktplaatsen, cafés en stadions worden vermeden.
Hoge prijs
Zelfmoordaanslagen treffen de westerse democratieën in hun psychische huishouding: door de angst altijd en overal kwetsbaar te zijn en het onvermogen om met die angst om te gaan. Hoe zou de remedie tegen het zelfmoordterrorisme er dan moeten uitzien? Hoe kan er voor een optimale bescherming worden gezorgd zonder de persoonlijke vrijheid te beperken?
Israël probeert een antwoord te vinden in een uitermate harde aanpak. De regering-Sharon kent zichzelf daarbij het recht toe niet alleen mogelijke zelfmoordterroristen, maar ook hun ideologische leermeesters uit te schakelen. Ongetwijfeld heeft ze daardoor wel enige aanslagen kunnen voorkomen, maar de democratie betaalt daarvoor een hoge prijs. Niet alleen omdat grondwettelijke rechtsregels geschonden worden, maar ook omdat bij de vergeldingsacties vaak onschuldige slachtoffers vallen. Bovendien lijkt het voor de hand te liggen dat die hightech-liquidaties door het Israëlische leger de rekrutering van nieuwe zelfmoordterroristen alleen maar vergemakkelijkt.
Kan het (moslim-)fanatisme dan niet tegengehouden worden? Natuurlijk wel. De gruweldaden in Beslan werden door vrijwel de hele moslimwereld veroordeeld. Franse moslims eisten dat de Franse journalisten die in Irak worden vastgehouden door hun kidnappers zouden worden vrijgelaten. Ze verklaarden voor de Arabische zenders dat zij niet onderdrukt worden in de seculiere staat Frankrijk, maar hun godsdienst vrij kunnen beleven. Daarmee bewezen moslims over de hele wereld dat ook zij die terreur en de beschadiging van hun godsdienst beu zijn. De overgrote meerderheid van de moslims beseft dat ze beter af zijn met de democratie dan met de veelal corrupte regimes in hun thuisland. En de meeste moslimvrouwen willen heus niet terug naar de tijd van de Taliban.
Het was ook een krachtig signaal aan het adres van de aanhangers van de moderne jihad. Al-Zawahiri beschreef die in 2001 als ‘ridders onder het vaandel van de profeet’. Hij gelooft vast dat spectaculaire aanslagen de vijand kunnen breken én de massa moslims over de hele wereld in opstand brengen zodat eindelijk het machtige kalifaat weer kan ontstaan. Dat is de ideologie achter de gruweldaden die nu al drie jaar lang het nieuws beheersen. Alleen ís de vijand niet verslagen. En Zawahiri’s kalifaat lijkt verder af dan ooit: in ‘Talibanland’ Afghanistan en in Irak zijn westerse troepen gelegerd, Pakistan vaart ook een westerse koers, en Turkije – het laatste kalifaat (tot 1924) – is in snel tempo zijn wetten aan het aanpassen om toegelaten te worden tot het door de jiha-di’s verachte Europa.
De massa’s zijn niet spontaan in opstand gekomen maar hebben hun verontwaardiging uitgeschreeuwd. In plaats van een wereldomvattende jihad is er tweedracht ontstaan in de moslimwereld en die fitnah – oorlog in het huis van de islam – verzwakt de islam nog verder.
Tegelijk moet het Westen de wereld duidelijk maken dat het zijn democratische verworvenheden niet wil en zal opgeven. Daartoe horen gelijkheid van alle mensen, vrijheid van godsdienst, onderwijs, meningsuiting, vereniging en pers.
Ook de Europese Unie zou dat consequent in haar beleid moeten toepassen. En dus moet ze niet alleen in Turkije gaan vertellen dat godsdienst geen basis is van rechtspraak, maar ook de Verenigde Staten duidelijk maken dat Guantanamo Bay een schending is van de mensenrechten, in Rusland eisen dat de pers zijn rol mag spelen en Israël erop wijzen dat internationale afspraken gerespecteerd moeten worden.
Copyright Knack / Der Spiegel
Het moslimfundamentalisme heeft één groot strategisch voordeel: het kan de moskeeën als communicatienetwerk gebruiken.