Repatriëring van overleden migranten vormt een lucratieve en groeiende markt voor de gespecialiseerde begrafenisondernemers.
In Zaventem, op een boogscheut van de luchthaven, is de begrafenisonderneming Vangrunderbeek, van vader op zoon, uitgegroeid tot de grootste specialist in islamitische uitvaarten. Dat houdt nog altijd in dat de lijken gerepatrieerd en in vaderlandse grond ter aarde besteld worden. Voor Benoît Vangrunderbeek, die vorig jaar 220 overleden Marokkanen terugvloog, en die nu ook de dienst voor Loubna Benaïssa verzorgde, zou er nog veel groei in die markt zitten, ware het niet dat er een hevige concurrentieslag is losgebarsten. Er is de Brusselse nieuwkomer Nour Slam (?het licht van de islam?), maar er is nu vooral de Waalse begrafenisondernemer Michel uit Fleurus. Die heeft twee jaar geleden een gespecialiseerde zaak uit de grond gestampt onder de naam Pompes Funèbres Islamiques ook al is hij een rasechte Belg en die is nu al goed voor ruim tweehonderd repatriëringen per jaar. Hij heeft gezworen dat hij de gevestigde marktleider Vangrunderbeek door messcherpe prijzen zal wegconcurreren.
De prijs voor de repatriëring van een lijk wordt, bizar genoeg, per kilogram berekend. Het stoffelijk overschot wordt immers getarifeerd als luchtvracht (die volgens de normen van de internationale luchtvaartorganisatie IATA als human remains moet worden ingecheckt), zij het wel tegen het dubbele tarief. Voor de Marokkaanse maatschappij Royal Air Maroc kost dat 350 frank per kilogram. Het gewicht loopt op omdat het lichaam, volgens dezelfde IATA-normen, moet verpakt worden in een dichtgesoldeerde zinken kist, vervolgens in een houten kist van drie centimeter dik, en tenslotte in een jutezak. Schroeven om de twintig centimeter en metalen banden houden het zaakje hermetisch dicht. De uitvaart kost gemiddeld tussen de 80.000 en 120.000 frank. Maar begrafenisondernemer Michel zegt dat hij, ?voor een niet te zware volwassene?, al vanaf 70.000 frank kan leveren. ?Zo profiteert de cliënt van de vrije concurrentie. Zeker de verzekeringssector zoekt de laagste prijs. Ik heb alvast drie moslims in dienst genomen.?
REDUCTIE VOOR DE DODEN
?Het is een lucratieve business geworden,? zegt imam Ibrahim Bouhna, die namens de Moslimexecutieve, samen met het Centrum voor Gelijkheid van Kansen, vorig jaar een rapport over de begraafplaatsenproblematiek samenstelde. De aantallen zijn fel gestegen, omdat de eerste generatie van gastarbeiders snel aan het vergrijzen is, en omdat de meesten in tegenstelling tot vroeger, toen ze op hun oude dag teruggingen nu ook in België sterven, waar hun kinderen zijn en waar de medische infrastructuur beter is. Maar in het uur van de dood geven ze er nog wel de voorkeur aan om in hun geboorteland begraven te worden. In het begin van de migratie werden overledenen nog per wagen gerepatrieerd en werd vaak wat geld ingezameld bij vrijgevige gelovigen. Toen in 1970 enkele Marokkaanse arbeiders omkwamen tijdens bouwwerken aan de luchthaven in Zaventem, werd een Maghrebijns Solidariteitsfonds opgericht. De laatste persoon die met behulp van dit fonds werd gerepatrieerd, was Mohammed Ben Hamou die in 1980 omgebracht werd in Laken.
Daarna begon de Marokkaanse verzekeringsmaatschappij Mondiale Assistance Internationale (MAI), met zetel in Parijs, polissen aan te bieden via de in België gevestigde filialen van de Shabi-bank, de Wafa-bank en de Banque de Commerce. De gemiddelde premie bedraagt slechts zo’n vierhonderd frank per persoon per jaar. In ruil dekt MAI alle kosten voor de Belgische uitvaartplechtigheid, de repatriëring en de ophaling door een lijkwagen op de plaats van bestemming, alsook een gratis ticket voor één familielid. Naar schatting is zo’n tachtig procent van de Marokkaanse migranten verzekerd. Benoît Vangrunderbeek : ?Wij zijn er toevallig in de jaren zeventig mee begonnen toen een familie ons vroeg om een overledene met de lijkwagen naar Marokko te rijden. Sindsdien hebben we duizenden doden gerepatrieerd, en het aantal stijgt nog elk jaar. Wat mij het meest opvalt, is dat wel twintig procent bestaat uit kinderen, die meestal doodgeboren zijn.?
Ongeveer hetzelfde systeem bestaat voor Turken, maar dan niet via private verzekeringsmaatschappijen en commerciële banken, maar via een soort onderlinge kassen van de Turkse Religieuze Stichting, die afhangt van het directoraat van Religieuze Zaken van Turkije. Die vereniging werkt exclusief met de Waalse begrafenisonderneming Duvivier uit Morlanwelz. Het verschil met de Marokkaanse repatriëringen is dat Turkish Airlines voor doden vijftig procent reductie geeft. Volgens André Duvivier, die een Turkse arbeider in dienst heeft, is zeventig procent van de Turkse migranten verzekerd : ?Bij ons kost een repatriëring gemiddeld 70.000 frank. Haast alle volwassenen willen na hun dood terug. Maar Turkse baby’s worden in België begraven.?
De begrafenisondernemer moet een hele bundel documenten bijeenharken voor hij aan een dergelijk transport kan beginnen : een toelating door de ambassade of het consulaat van het land van ontvangst, een uittreksel van de overlijdensakte, een medisch getuigschrift dat de persoon niet overleden is aan een besmettelijke ziekte, een vergunning voor het vervoer van het stoffelijk overschot (?geleibrief voor lijkvervoer?), een proces-verbaal van de kisting. Elke doodskist die België verlaat, wordt door een politieagent of gemeentelijke ambtenaar verzegeld, al was het maar uit vrees voor smokkel. De reservatie gebeurt bij een douaneagentschap op Zaventem, dat de vrachtdocumenten opmaakt. Benoît Vangrunderbeek : ?Voor de verzegeling wordt een soort gemeentelijke taks aangerekend. Soms is dat gratis, meestal tweeduizend à drieduizend frank, maar in Brussel liefst 6.250 frank. Op die manier houdt de stad er nog een flinke stuiver aan over.?
EEN PERCEEL VOOR MOSLIMS
Voor de islamitische riten en het toilet wordt vaak een beroep gedaan op de gespecialiseerde imam Ibrahim Bouhna. Hij ijvert al jaren voor een aanpak van deze problematiek, maar vond bij de Belgische ministers nooit enig gehoor, tot Loubna’s dood sindsdien struikelen de excellenties over elkaars voeten en vechten zij om de bevoegdheden. Bouhna : ?De repatriëringshandel is geen oplossing, want wat moeten wij doen met de islamitische illegalen en vluchtelingen ? Wat met studenten en andere migranten die niet verzekerd zijn ? Wat met kinderen uit gemengde huwelijken ? Wat met de ongeveer 5.000 bekeerlingen : Belgen die moslim geworden zijn ? Ook voor de anderen bieden de repatriëringen maar tijdelijk soelaas, want de tweede en derde generatie migranten zullen er wél de voorkeur aan geven om in België begraven te worden. Maar voor de islamitische cultus is er nog altijd geen plaats op de Belgische kerkhoven.?
Het ministerie van Binnenlandse Zaken hield altijd stug vast aan zijn interpretatie van de wet van 1971 op de begraafplaatsen en lijkbezorging : kerkhoven zijn neutrale, publieke terreinen om het stoffelijk overschot van alle burgers op te nemen, zonder onderscheid naar gelang van de religieuze overtuiging, en privé-kerkhoven zijn verboden. Die wetgeving gaat terug op de negentiende-eeuwse strijd van de liberalen (hun standpunt werd vorige week nog trouw herhaald door VLD-voorzitter Herman De Croo) om kerkhoven uit de greep van nonnen en pastoors te halen en niet-gelovigen het recht te geven om niet in gewijde grond begraven te worden. Ook de interpretatie van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen, dat artikel 16 een afwijking toelaat voor specifieke gemeenschappen, vond geen genade in de ogen van Binnenlandse Zaken, want dat zou alleen voor religieuze orden bedoeld zijn. Met die uitleg werd vorig jaar nog een aanvraag door Schaarbeek afgewezen.
Ook om electorale redenen zijn de meeste bestuurders niet happig om islamitische kerkhoven in te richten. Desondanks hebben vier gemeenten toch aparte percelen voor moslims gereserveerd. Dat gebeurde voor het eerst in 1969 in Robermont, nabij Luik, maar dat terrein is intussen oververzadigd en erg vervallen door gebrek aan onderhoud en waterinfiltratie. In 1971 werd een tweede perceel ingericht op het kerkhof van Farciennes, wat ook al volzet is (behalve het stukje ?Albanees kerkhof?). Sindsdien werd nog in moslimpercelen voorzien op het Schoonselhof in Antwerpen en op een mijnwerkerskerkhof in Houthalen, maar die worden niet of nauwelijks gebruikt omdat ze te duur zijn of niet aan de voorwaarden voldoen. Op andere, gewone kerkhoven wordt ook ooit wel eens een moslim begraven, maar Ibrahim Bouhna begeleidde al families die de beenderen van die begraven personen jaren later toch nog lieten overbrengen ?uit gewetensnood?.
Volgens Bouhna moeten toch enkele minimumvoorwaarden vervuld zijn : moslims moeten op een eigen kerkhof liggen, met minstens een aparte ingang ; de overledenen moeten in de richting van Mekka begraven worden ; bovenop de kuil wordt de aarde ter hoogte van een hand opgehoogd en eventueel van een steen met inscripties voorzien, maar grafmonumenten en ornamenten zijn strikt verboden ; en er mogen geen mensen rondkuieren of honden rondlopen. Twee andere voorwaarden het graf moet altijddurende eigendom zijn zodat de dode eeuwige rust krijgt, en het lijk moet in volle grond en zonder kist begraven worden wil Ibrahim Bouhna, ?gezien de vochtige Belgische aarde?, door de vingers zien. Als de knoken hier na vijftien jaar opgegraven worden, moeten ze wel in een gemeenschappelijk graf gestopt en niet verbrand worden.
Zolang de overheid geen islamitische begraafplaatsen toelaat, onder het mom dat iedereen gelijk moet zijn voor de wet, zal de in repatriëringen gespecialiseerde begrafenissector goed boeren. Eind vorig jaar stelde de pas opgerichte Moslim-executieve van België een rapport op voor het ministerie van Justitie, dat bevoegd is voor de erediensten, maar daar kwam tot nu toe geen enkel antwoord op. Bouhna : ?De hele problematiek zit al jaren geblokkeerd. Soms krijgen we de repliek : er zijn al genoeg getto’s in onze steden, er moeten geen getto’s op onze kerkhoven komen. Dat is een absurd argument. Integratie betekent juist dat je respect hebt voor elkaars zeden. En zeker respect voor elkaars doden?.
Marokkaanse en Turkse migranten willen naar eigen riten en voorlopig in eigen land begraven worden.