Marleen Finoulst
Marleen Finoulst Arts-journalist, Pink Ribbon vzw

Een stramme rug, pijnlijke gewrichten, een moeilijke gang. Ruim 15 procent van de bevolking kampt met een min of meer ernstige vorm van reuma. De defaitistische houding ten aanzien van deze groep aandoeningen blijkt langzaam achterhaald.

Info : Filip De Keyser,’Reuma leren begrijpen’, Uitgeverij Lannoo, ISBN 09-5283-8.

In samenwerking met DE HUISARTS

Reuma wijst op een aantasting van het bewegingsapparaat, met pijn als meest voorkomende symptoom. Het kan gaan om een tijdelijk ongemak, rugpijn of een pijnlijke schouder bijvoorbeeld, of om blijvende last, zoals osteoporose of reumatoïde artritis. De klachten kunnen banaal tot zeer ernstig zijn.

Reumatische ziektebeelden worden in vier categorieën ondergebracht, afhankelijk van de aard van het weefsel waar de aandoening in eerste instantie opduikt. De eerste categorie, en meteen ook de grootste groep, zijn de aandoeningen aan de gewrichten, met artrose en artritis als koplopers. Artrose of slijtagereuma (zie elders in dit dossier) komt bij nagenoeg de hele oudere bevolking voor, meestal in een banale vorm, maar bij 5 tot 10 procent van de artroselijders ontwikkelt zich een ernstige, sterk invaliderende vorm. Artritis of ontstekingsreuma is heel wat minder frequent. Bekendste voorbeelden zijn jicht (bij 1 procent van de bevolking), reumatoïde artritis (eveneens bij 1 procent) en de ziekte van Bechterew (bij 0,5 procent).

Bewegingsapparaat

Een tweede categorie vormen de systeemziekten of bindweefselziekten, waarbij ontstekingsverschijnselen zich voordoen in verschillende weefsels en organen. Ze zijn eerder zeldzaam, komen voor bij ongeveer één op de duizend personen, maar kunnen de levenskwaliteit fors naar beneden drukken. Hiertoe rekent men lupus, sclerodermie en het syndroom van Sjögren.

Ziekten van de weke delen van het bewegingsapparaat (spieren, pezen, slijmbeurzen…) vormen samen de derde categorie. Hieronder vallen de peesontstekingen, slijmbeursontstekingen, enzovoort.

Ten slotte is er de botziekte osteoporose (botontkalking), de vierde categorie, die vooral vrouwen na de menopauze treft.

Professor Filip De Keyser, reumatoloog: ‘In het afgelopen decennium is heel wat vooruitgang geboekt in het domein van de reumatische bindweefselziekten, vooral op het vlak van de diagnostiek. Het zijn meestal auto-immuunziekten, wat betekent dat er antistoffen gevormd worden tegen lichaamseigen weefsel. In de afgelopen jaren werden diagnostische tests ontwikkeld waarmee deze auto-antistoffen kunnen worden opgespoord in het bloed. Terwijl mensen vroeger soms jaren sukkelden vooraleer men vond wat er aan de hand was, kan men vandaag veel sneller tot een diagnose komen.’

Neem nu lupus, een auto-immuunziekte die veelal gepaard gaat met een vlindervormige rode huiduitslag op het gezicht (die met veel fantasie aan een wolfsgezicht doet denken, vandaar de naam!), gewrichtsontstekingen, ontstekingsverschijnselen van het hartzakje en de longvliezen en van de nieren. Zelfs neerslachtigheid, hoofdpijn en gedragsproblemen kunnen opduiken. ‘Vandaag weet men dat al dit onheil zijn oorsprong vindt in het verschijnen van vooral antinucleaire antilichamen: antistoffen die zich richten tegen welbepaalde partikeltjes in de celkernen. De aandoening wordt onder controle gehouden met medicijnen, waarvan sommige het immuunsysteem onderdrukken. Dit is bijvoorbeeld het geval voor cortisone en immunosuppressiva. Ze kunnen de algemene weerstand verminderen, waardoor er nogal wat nevenwerkingen verschijnen. Met de huidige kennis over auto-antistoffen kan gezocht worden naar een meer specifieke therapie’, zegt Filip De Keyser. Al zal dat laatste nog niet voor morgen zijn. Lupus is immers een zeldzame ziekte en daardoor vaak niet een prioriteit voor de farmaceutische industrie.

Dominosteentjes

Reumatoïde artritis is ook een auto-immuunziekte. Het lichaam maakt om nog onbekende redenen antistoffen aan tegen bepaalde eiwitten in de gewrichten. In dit geval is de bekendste auto-antistof de reumafactor. De kettingreactie die wordt uitgelokt door deze reumafactoren resulteert in een chronische ontstekingsreactie in de gewrichten die op de duur de onaangename symptomen veroorzaakt (pijn, zwelling, bewegingsbeperking, misvormde gewrichten). ‘Vergelijk zo’n cascade van moleculaire interacties met een rij dominosteentjes. Wanneer een essentieel dominoblokje onschadelijk wordt gemaakt, dan blijven de daaropvolgende blokjes rechtstaan. Het uiteindelijke ongewenste ontstekingsresultaat blijft uit. Die hele cascade werd in de afgelopen jaren ontrafeld en een molecule die daarin een sleutelpositie inneemt, is TNF (tumor necrosis factor)’, verduidelijkt De Keyser. ‘Biotechnologie-experts zijn erin geslaagd antistoffen te ontwikkelen die dit TNF neutraliseren. Toediening van deze anti-TNF-antistoffen blokkeert de hele cascade en zet op die manier een rem op het ontstekingsproces, waardoor de reumatische verschijnselen onder controle blijven.’

Patiënten met reumatoïde artritis en patiënten met de ziekte van Crohn (een ernstige vorm van darmontsteking) waren, in de jaren ’90, de eersten die profiteerden van deze biotechnologische innovatie. Wie niet meer gebaat is met klassieke ontstekingsremmers en andere anti-reumamedicijnen kan nu geholpen worden met anti-TNF-antistoffen of verwante TNF-remmers, een nieuwe categorie geneesmiddelen met haast onuitspreekbare namen, zoals infliximab, etanercept of adalimumab. ‘Het enthousiasme voor deze nieuwe therapie is vandaag wel groot,’ weet professor De Keyser, ‘maar de deur naar nog betere biotechnologische medicijnen is geopend. In de komende jaren mogen we nog andere monoklonale antistoffen (‘monoklonaal’ betekent dat alle antistoffen in het preparaat identiek zijn) verwachten, die de kettingreactie op andere aangrijpingspunten blokkeren en daardoor mogelijk nog efficiënter zijn.’

De TNF-pathway bleek niet typisch voor het ontstekingsproces bij reumatoïde artritis. Aan de Universiteit Gent experimenteerden de reumatologen, onder wie Filip De Keyser, met TNF-remmers bij nog andere ziekten, zoals de ziekte van Bechterew, een aandoening die ook met chronische ontstekingsverschijnselen (vooral ter hoogte van de ruggengraat) gepaard gaat. ‘We wisten dat zowel voor Bechterew als voor Crohn dezelfde TNF-pathway doorlopen werd, vandaar de idee om de monoclonale antistoffen ook bij patiënten met de ziekte van Bechterew te gebruiken.’ Met succes, want de anti-TNF-medicijnen bleken bij deze patiënten bijzonder werkzaam. Infliximab wordt sinds het voorjaar ook terugbetaald voor de behandeling van de ziekte van Bechterew. Een andere TNF-remmer, etanercept, wordt in deze indicatie terugbetaald sinds 1 september. ‘Dit is een belangrijke doorbraak,’ zegt De Keyser, ‘want totnogtoe bestond er geen enkele efficiënte basistherapie voor Bechterewlijders. Het was wat men noemt een orphan disease.’

‘Het negatieve beeld over reuma moet de wereld uit. Met de huidige kennis kunnen we de diagnose al heel vroeg stellen, waardoor de behandeling sneller kan starten.’ Dat laatste is vooral wenselijk bij reumatoïde artritis, waar alle hoop gevestigd is op de huidige en nieuwe TNF-remmers die de progressie naar misvormde gewrichten kunnen stopzetten.

Onbekende voorzieningen

Ondertussen blijft nog ruim 15 procent van de bevolking – soms letterlijk – gebukt gaan onder reumatische aandoeningen met pijnklachten en bewegingsbeperkingen, wat het dagelijks functioneren ernstig kan belemmeren. Voor hen bestaan er tal van sociale en functionele voorzieningen die het leven een stukje aangenamer kunnen maken: van aanpassingen aan de wagen, parkeerkaarten, een traplift in huis tot professionele reclassering, om er maar enkele te noemen. ‘Veel te weinig reumapatiënten maken gebruik van deze paramedische omkadering,’ betreurt Filip De Keyser, ‘simpelweg omdat ze het bestaan van die mogelijkheden vaak niet kennen.’ De Gentse reumatoloog geeft toe dat zelfs veel artsen door de bomen het bos niet meer zien. ‘De voorzieningen en subsidies zijn zozeer versnipperd dat overzicht houden moeilijk wordt.’ De Koninklijke Belgische Vereniging voor Reumatologie wil daar iets aan doen. ‘Er wordt gewerkt aan een informatiebron waarin de reumalijder wegwijs gemaakt wordt in het doolhof van paramedische omkaderingen.’ We kijken ernaar uit en houden u op de hoogte.

Marleen Finoulst

Artrose of slijtagereuma komt bij nagenoeg de hele oudere bevolking voor, maar bij 5 tot 10 procent ontwikkelt zich een ernstige, sterk invaliderende vorm.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Expertise